Al eeuwen een zeer gevoelige kwestie
Een van de meest ingrijpende
gebeurtenissen tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden was
ongetwijfeld de afsluiting van de Schelde in 1585.
De Noordelijke Nederlanden sneden zo het door de Spanjaarden veroverde Antwerpen af van
z'n handelsstromen. Veel handelslieden hadden na de Spaanse verovering
de wijk genomen naar het noorden om Amsterdam tot bloei te brengen.
Alleen beperkte scheepvaart was nog mogelijk. Bij de Vrede van Munster
in 1648 bleef de Schelde gesloten op aandrang van de naar Amsterdam
gevluchte Antwerpse families. Pas in 1792, na de verovering van de
Zuidelijke Nederlanden door de Fransen, kwam aan de voor Antwerpen
catastrofale maatregel een eind. De Schelde c.q. de Westerschelde is
steeds een uiterst gevoelige kwestie tussen het noorden en het zuiden
gebleven. Bij het Wener Congres van 1815 werd de vrije vaart op de
internationale rivieren geregeld. De Schelde werd met de vereniging van
noord en zuid onder koning Willem I een nationale rivier. Direct na de
Belgische opstand van 1830 sloot Nederland opnieuw de Schelde af, om die
blokkade pas na druk van de grote mogendheden op te heffen. Voor de
Belgen waren de gebeurtenissen reden de 'IJzeren Rijn' als levenslijn
van Antwerpen aan te leggen. Pas bij het Scheidingsverdrag tussen
Nederland en België van 1839 werd de vrije vaart door de
(Wester)Schelde geregeld.
Nederland heeft steeds geweigerd tegemoet te komen aan Belgische wensen
die neerkwamen op het opgeven van een deel van de soevereiniteit over de
rivier. België (na de federalisering Vlaanderen) moest altijd om
een vergunning tot uitdieping van de Westerschelde vragen. Daarover werd
vaak langdurig gebakkeleid. Nederland werd verweten Rotterdam tegen
Antwerpse concurrentie te willen beschermen.
Bron: Brochure 'De instelling van de Permanente Commissie van Toezicht
op de Scheldevaart; een wijs besluit van de grote mogendheden in
1839' (C.B. Wels, februari 2001).