U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  E C O N O M I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Schelde Informatiecentrum

De Schelde, een stroom natuurtalent

Rotterdam

Antwerpen


Broedertwist om een zeearm


De Antwerpse haven groeit in ijltempo en heeft door de toenemende omvang van containerschepen behoefte aan een diepere Westerschelde. Nederland moet daar aan meewerken, maar wil het kwetsbare milieu in de zeearm niet aantasten. Of vertraagt Nederland de besluitvorming met het oog op de concurrentiepositie van Rotterdam? 'Stop de waanzin', roepen ze in het dorp Doel.

Door Hans Buddingh'

Wie naar het Waaslandse dorpje Doel wil, moet sinds kort zeven kilometer omrijden. De haven van Antwerpen met al z'n bedrijvigheid rukt steeds verder op. De nieuwe weg naar Doel slingert langs vele obstakels door de vette polderklei. Nog bijna duizend mensen wonen er in het eertijds bloeiende boeren- en vissersdorp. Maar niemand weet hoe lang nog. Verderop roken de brede schoorstenen van de kerncentrale van Electrabel. En achter de hoge dijk varen de kolossale zeeschepen richting Westerschelde, langs het verdronken land van Saeftinge, op weg naar de Noordzee.

Pal naast Doel wordt op de linker Schelde-oever het Deurganckdok gebouwd, waar de Antwerpse containergigant Hessenatie twee nieuwe terminals heeft gepland. Want de 'booming' haven ontvangt steeds meer containerschepen. Dat vraagt niet alleen om meer kades. Om te kunnen blijven concurreren moet Antwerpen ook de nieuwe generatie grotere containerschepen kunnen ontvangen. En dat kan alleen als de Westerschelde verder wordt uitgediept. Voor de verdwijning op termijn van Doel heeft de Vlaamse regering al een scenario opgesteld. Indien Antwerpen na het Deurganckdok over enige jaren behoefte heeft aan nog een dok, wordt Doel van de kaart geveegd. Want anders dan concurrent Rotterdam kan de Antwerpse haven z'n groei niet op opgespoten zandvlaktes in zee realiseren. Voor een verdere verdieping van de Westerschelde heeft Antwerpen echter de medewerking van Nederland nodig. Twee weken geleden tekenden de Nederlandse minister Tineke Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) en haar Vlaamse collega Steve Stevaert een 'memorandum van overstemming' om de besluitvorming "voortvarend" ter hand te nemen. Leidraad hierbij is een Nederlands-Vlaams ambtelijk adviesrapport over de economische, ecologische en veiligheidsaspecten van een Westerschelde-verdieping. De Vlaamse regering spreekt zich vóór 1 juni van dit jaar uit, waarna de Nederlandse regering uiterlijk zes maanden later volgt. Voor Netelenbos zal het een besluit met Schiphol-achtige allure zijn. Niet alleen de milieubeweging betrekt haar stellingen. Netelenbos moet ook rekening houden met de gevoelige bilaterale betrekkingen met Vlaanderen (en België), dat enorm economisch belang bij de haven van Antwerpen heeft.

"Nederland wil zich voor het eind van dit jaar uitspreken. Dat is bijzonder positief voor de goede verstandhouding tussen beide landen", zegt schepen voor Havenzaken Leo Delwaide hoopvol. Maar de liberale Antwerpse politicus, die kantoor houdt in het nieuwe, moderne havengebouw aan een van de Schelde-kades, beseft dat hij als havenbestuurder "geen garanties" heeft.

En intussen groeit de haven van Antwerpen in ijltempo door. Zo steeg de goederenoverslag in 2000 met 12 procent tot 130 miljoen ton. Nooit eerder in de geschiedenis van de haven, die jaarlijks ongeveer vijftienduizend schepen ontvangt, werd in één jaar zo'n grote stijging gerealiseerd. De helft van het aangevoerde tonnage is stukgoed (o.a. fruit en auto's). Daarnaast zijn er olie, erts, staal en ijzer. Antwerpen is een van de belangrijkste chemiecentra ter wereld: BP Chemicals, Union Carbide, Dow Chemical, ze zijn er allemaal.

In de loop van 2000 werd Antwerpen ook de tweede Europese containerhaven achter onbetwiste koploper Rotterdam door Hamburg te passeren. Antwerpen zag het containerverkeer de laatste zeven jaar zelfs verdubbelen. De haven loopt nu acht jaar voor op de prognose die nauwelijks zes jaar geleden werd gemaakt bij de planning van het dok op de linker Schelde-oever. Havendirecteur Eddy Bruyninckx onderstreepte het nog eens bij de presentatie van de jaarcijfers: "Antwerpen en Vlaanderen kunnen niet zonder Scheldeverdieping: stilstaan zou betekenen achteruitgaan".

In 1995 kwamen Nederland en Vlaanderen al bij verdrag overeen dat de Westerschelde mocht worden uitgebaggerd tot een 'tijongebonden' diepte van 11,6 meter dat wil zeggen dat ook bij eb schepen met een dergelijke diepgang de Antwerpse haven moeten kunnen bereiken. De 'tij- ongebondenheid' is belangrijk, omdat grote schepen (tot zo'n 15 meter diepgang) anders steeds met veel tijdverlies op de vloedstroom moeten wachten om de haven van Antwerpen te bereiken of te verlaten. De nu bijna voltooide verdieping van de Westerschelde is door Vlaanderen onder Nederlandse vergunning uitgevoerd en betaald.

De Belgisch/Nederlandse Policy Research Corporation onder leiding van de Vlaamse hoogleraar Chris Peeters maakte vorig jaar in opdracht van Antwerpen een economische kosten-batenanalyse. De heldere conclusie: de investerings- en onderhoudskosten van de baggerwerken worden tot 2020, afhankelijk van het scenario, drie tot vijf keer terugverdiend. Volgens cijfers van de Belgische centrale bank bedraagt de directe toegevoegde waarde van de Antwerpse haven jaarlijks 6,37 miljard euro (14 miljard gulden), wat overeenkomt met zo'n vijf procent van het Vlaamse bruto binnenlands product. De inkomsten voor de federale schatkist belopen 3,19 miljard euro. En de directe werkgelegenheid is ruim 55.000 personen, zelfs het dubbele als de indirecte banen worden meegerekend.

Met de in 1995 toegestane verdieping van de Westerschelde is in Vlaanderen de verdenking dat Nederland er vooral op uit is de Rotterdamse haven tegen de Antwerpse concurrentie te beschermen wat weggeëbd. Maar helemaal verdwenen zijn de wrange gevoelens niet. Vorig jaar nog riep havenschepen Delwaide de Vlaamse regering op internationale arbitrage te vragen om Nederland met een beroep op het Scheidingsverdrag met België van 1839 (zie ook kader) te dwingen tot verdere verdieping van de Westerschelde. Nu spreekt Delwaide verzoenender taal.

De Vlaamse regering heeft als vragende partij veel minder de directe confrontatie met Nederland gezocht. Zij is al lang blij dat Nederland in 1995 bij verdrag instemde met de verdieping tot 11,6 meter. Het Nederlandse parlement aanvaardde zelfs een noodwet om de gebruikelijke bezwaarprocedures terzijde te schuiven. In Vlaanderen en Nederland zijn velen ervan overtuigd dat sprake is geweest van een informele Vlaams- Nederlandse 'ruil': Nederland z'n gewenste gunstige traject voor de hoge-snelheidslijn en Vlaanderen z'n verdieping van de Westerschelde.

Volgens betrokkenen is het onderhandelingsklimaat rond de Westerschelde de laatste jaren sterk verbeterd. Dat is voor een niet onbelangrijk deel het gevolg van de federalisering van België. Sinds 1993 kunnen Vlaanderen en Wallonië zelfstandig buitenlandse verdragen sluiten. Belgische onderhandelaars waren altijd gehandicapt door interne Vlaams- Waalse belangentegenstellingen. Wallonië had relatief weinig belang bij de Antwerpse haven.

Op Nederlands initiatief ging twee jaar geleden een gemengde ambtelijke projectgroep aan het werk om voor de Technische Schelde Commissie het rapport Langetermijnvisie Schelde-estuarium op te stellen. "Dat twee landen op deze wijze een visie ontwikkelen is een unicum", zegt de Vlaamse directeur-generaal Waterwegen en Zeewezen ingenieur Jan Strubbe. Hij was de afgelopen twee jaar voorzitter van de Nederlands-Vlaamse werkgroep.

De opstellers van het rapport Langetermijnvisie Schelde- estuarium hebben geprobeerd drie doelstellingen met elkaar te verbinden: optimale toegankelijkheid van de Scheldehavens (ook Vlissingen, Terneuzen en Gent), maximale veiligheid tegen overstroming en behoud van de natuurlijkheid van het estuarium. Dat alles is samengevat in het 'streefbeeld' zoals dat er in 2030 moet uitzien. "Het Schelde-estuarium is in 2030 een gezond en multifunctioneel estuarien watersysteem, dat op duurzame wijze wordt gebruikt voor menselijke behoeften", zo staat in het rapport.

Om dat 'streefbeeld' te bereiken geeft het rapport vier scenario's voor beleid op middellange termijn (2010) aan.

In het eerste scenario blijft de diepte van de Westerschelde gehandhaafd op de nu bereikte getij-ongebonden 11,6 meter met enkele aanvullende maatregelen voor de natuur. Het tweede gaat uit van een verdieping met ongeveer 60 centimeter (twee voet). Schade aan de natuur van deze beperkte verdieping zal worden gecompenseerd door investeringen in nieuwe natuur. Het derde scenario behelst een stapsgewijze verdieping van de Westerschelde, waarbij periodiek wordt gekeken welke diepte haalbaar is zonder schade aan de morfologie van het estuarium het geheel van diepe en minder diepe geulen en platen. De getij-ongebonden diepte zal dan uitkomen op 13 tot 14 meter. Maar het kan afhankelijk van het "voortschrijdend inzicht" bij het monitoren van de effecten ook minder of meer zijn. Ook eventuele stijging van de zeespiegel speelt een rol. In dit scenario zijn wel "forse" investeringen nodig om schade aan de natuur te compenseren. Wegens de veiligheidseis is in dit scenario ook de aanleg van een verbinding tussen de Westerschelde en de Oosterschelde denkbaar. Tenslotte is er de variant waarbij in één keer een verdieping tot 14 meter wordt gerealiseerd. Maar hieraan zitten volgens het rapport grote risico's voor veiligheid en natuur, omdat de effecten minder goed bekend zijn.

Deskundigen zijn het erover eens dat de morfologie van de Westerschelde-estuarium een sleutelfactor is. De opstellers van het rapport spreken van de Europees en mondiaal gezien "zeldzame landschappen en biotopen, waaronder de brak- en zoetwaterslikken en -schorren". Alle deskundigen wijzen naar de teloorgang van de natuurlijkheid van de Seine gekanaliseerd ten behoeve van Antwerpen's concurrent Le Havre als voorbeeld van hoe het niet moet.

Wat zijn de effecten van verdieping van de Westerschelde op de van nature al dynamische morfologie? "Het grote probleem is dat morfologische ontwikkelingen een tijdschaal van decennia hebben", zegt ingenieur Aline Arends. Zij was als 'projectleider fysica en dynamiek' namens Rijkswaterstaat bij de Nederlands-Vlaamse commissie betrokken. Ook coördineerde ze in samenwerking met het Delftse Waterloopkundig Laboratorium veel onderzoek in de Westerschelde. "Hoe groter de ingrepen, hoe groter de onzekerheden," onderstreept ze.

Het debat kreeg onlangs een wending door afwijkende bevindingen van een internationale groep riviermorfologen - met de Amerikaan R.H. Meade en de Brit M.A. Stevens die als de internationale 'top of the bill' op hun vakgebied gelden onder leiding van de Belgische hoogleraar Jean-Jacques Peters. Zijn expertgroep, die werkte in opdracht van de Antwerpse haven, komt tot de opzienbarende conclusie dat een forse verdieping van de Westerschelde, mits gepaard met een uitgekiende stort van baggerspecie in het estuarium zelf, juist een positief effect heeft. Volgens deze experts vormen natuurlijke ontwikkelingen, die al duizend jaar aan de gang zijn, een veel groter risico voor zowel de ecologie als de veiligheid. Zo neemt het tij in het estuarium toe, verruimen de geulen en worden de zandbanken hoger. "Je kunt morfologie niet alleen met wiskundige modellen bestuderen, dat is de fout die ook nu is gemaakt", zegt Peters die dertig jaar 'rivier-ervaring' in binnen- en buitenland heeft. Ingenieur Arends riposteert: "Je kunt alleen met wiskundige modellen werken in relatie met praktijkervaring. En dat hebben we gedaan."

Peters' opinie is door de officiële Vlaams-Nederlandse projectgroep op zijn website gezet. De Vlaamse voorzitter Jan Strubbe vindt de opvatting van Peters te "intuïtief".

Het is nu aan de Vlaamse en Nederlandse regeringen een keuze te maken, terwijl ook de parlementen zich moeten uitspreken. Kan Nederland op basis van het gemeenschappelijke ambtelijk rapport ook nog besluiten de Westerschelde niet verder te verdiepen, ofwel het eerste scenario? "Dat zou niet aan het 'streefbeeld' voldoen", zegt Strubbe "Als de beide regeringen het 'streefbeeld' accepteren als basis voor beleid, verbinden ze zich om te kijken hoe de optimale toegankelijkheid van de vier Scheldehavens te garanderen. Uit het rapport blijkt dat er zeker ruimte blijft voor een verdere verdieping." De 'optimaliteit' van de toegankelijkheid wordt volgens Strubbe mede bepaald door de budgettaire ruimte van Vlaanderen, die het leeuwendeel van de kosten zal moeten dragen.

Terwijl de Nederlandse en Vlaamse regering er voorlopig het zwijgen toe doen, heeft de Antwerpse haven zijn keuze al gemaakt. Dat is een opmerkelijke keuze, omdat Antwerpen niet langer blijkt vast te houden aan de oorspronkelijke geëiste 'getij-ongebonden' 14 meter. Antwerpen kiest volgens Delwaide nu voor het derde scenario uit de Langetermijnvisie Schelde-estuarium: stapsgewijze verdieping tot zo'n 13 meter, waarbij de uiteindelijke diepte afhangt van de milieu- effecten die bij het monitoren worden gevonden. "Op het gebied van het milieu en veiligheid moeten we zoveel mogelijk aan de rechtmatige verzuchtingen van Nederland en Zeeland tegemoetkomen", zegt Delwaide. De Antwerpse tegemoetkomendheid is mede ingegeven door politieke realiteitszin, omdat een verdergaand besluit in Nederland politiek onhaalbaar lijkt.

Ook in het Vlaamse Doel wordt het debat over de Westerschelde met argusogen gevolgd. Want een verdieping van de Westerschelde zal tot meer scheepvaart naar Antwerpen leiden. Verdere uitbreiding van de Antwerpse haven - en dus de verdwijning Doel - komt dan dichterbij. Veel bewoners hebben al een bod van de Vlaamse regering op hun huis geaccepteerd. Anderen hebben nog hoop. "Ik blijf in Doel, want ik ben er geboren", zegt de 70-jarige Marcella Vande Keybus. Ze drijft als een van de weinige overgebleven neringdoenden een winkel in huishoudelijke en elektro-artikelen. Op de muren in het dorp zijn leuzen geschilderd: 'Doel blijft' en 'Stop de waanzin'.

NRC Webpagina's
24 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad