F I L M V O O R A F :
De Chinese keizer die tuinman werd
FLORIS-JAN VAN LUYN
Volgens sommige kritieken is
The Last Emperor van de Italiaanse regisseur Bernardo Bertolucci
een monumentaal kunstwerk waar historisch wel het een en ander op aan te
merken valt.
Gezien de omstandigheden waaronder de film uit 1987 is gemaakt, is dat niet verwonderlijk. Want wie een film wil maken op
locatie, over het leven van een man die in China staat voor al datgene
waartegen de communistische machthebbers zich hebben afgezet, kan
waarschijnlijk niet anders dan met de waarheid aan de haal gaan.
Toch geldt de film over het leven van Aisin-Gioro Pu Yi, China's laatste
keizer ook als een mijlpaal voor hetgeen een buitenlandse filmmaker
voorelkaar heeft gekregen in de artisitiek weinig flexibele wereld die
China eind jaren tachtig was (en vandaag de dag nog is). Historische
films over de woelige en gevoelige periodes uit de Chinese geschiedenis
van de laatste honderd jaar, kunnen alleen de markt op na goedkeuring
van het Chinese filmbureau. En het is zeker dat ook het script van
Bertolucci's film die test heeft moeten doorstaan.
Bertolucci is de eerste buitenlandse filmmaker die toegang heeft
gekregen tot de Verboden Stad, de voormalige residentie van de Chinese
Qing-keizers. In dat onwerkelijke decor verbleef Pu Yi, nadat hij op
driejarige leeftijd de troon besteeg, van 1908 tot begin jaren twintig.
De laatste keizer stond grotendeels onder huisarrest.
De communistische overtuiging van de Italiaanse filmmaker moet zeker
hebben geholpen bij het krijgen van goede wil in China. Maar zelfs dan
verdienen de makers van een film van die omvang, in een land waar een
trage en onwelwillende bureaucratie een goeddeel van de productietijd in
beslag neemt, respect. "Ze lieten ons overal toe", zegt Bertolucci later
in een interview. "Zelfs in hoven die vijftig jaar dicht hadden gezeten.
Toen we de roestige sloten openmaakten, troffen we niets dan onkruid."
Bertolucci kreeg de beschikking over vele duizenden extra's afkomstig
uit het Volksbevrijdingsleger. "Vijf piek en een lunchdoos en ze waren
gelukkig", aldus een producent. En zelfs de toenmalige Chinese vice-
minister van cultuur, Ying Ruocheng, die tevens acteur is, verleende
zijn medewerking. In de film speelt hij de rol van gevangenisbewaarder
die uiteindelijk sympathie heeft voor de inmiddels geknakte Pu Yi.
Overigens richt de kritiek van historici zich met name op die periode in
de film, wanneer Pu Yi in communistische handen wordt 'heropgevoed' in
een strafkamp. De milde vertolking van de dramatische gebeurtenissen uit
het leven van de laatste keizer is vooral gebaseerd op zijn
autobiografie. Die is weer het resultaat van een geschiedsvertelling
zoals de communisten haar graag wilden horen.
De Franse schrijver Lucien Bodard, die de kans kreeg Pu Yi in 1956 te
bezoeken, trof geen oprecht berouwvolle en 'genezen' man aan, zoals de
film hem toont. Nee, "zijn hersens waren goed en doorgrondig gewassen",
schrijft Bodard. "Pu Yi beefde van angst en leek geen eigen wil meer te
hebben. Hij was gereduceerd tot een vermorzelde bekeerling."
De kijkers van The Last Emperor weten dan inmiddels wat er aan
vooraf is gegaan. Het ongelooflijke verhaal van het leven van een keizer
die eindigt als tuinman, dat ongeacht de onvermijdelijke romantisering,
genoeg aan de verbeelding overlaat.
The Last Emperor (Bernardo Bertolucci, 1987,
Engeland/Italië/China), zaterdag, BBC2, 0.05-2.40u.