T V V O O R A F :
Moderne Icarus in reli-bus
DANIELLE PINEDO
Willibrord Fréquin
achtervolgde hem ooit tot in het toilet. Youp van 't Hek beschimpte hem
tijdens een voorstelling die hij bijwoonde. En op straat stootten
voorbijgangers elkaar hinnikend aan: daar heb je die nepper.
Ruim vier jaar geleden is het alweer, maar de pijn is nog altijd
voelbaar. René Diekstra, voormalig hoogleraar klinische
psychologie aan de Universiteit van Leiden, weet één ding
zeker: hij zal zijn leven lang door anderen herinnerd worden aan de naar
hem genoemde plagiaataffaire. Maar er zijn grenzen. Als God hem in de
hemel zou opzadelen met de mensen die hem ten val brachten, dan belt hij
de duivel of die nog een plaatsje voor hem heeft. De makers van
Tussen hemel en aarde het KRO-programma waarin bekende en minder
bekende Nederlanders in een kitscherige reli-bus worden
geïnterviewd door Wilfred Kemp hadden geen betere gast kunnen
uitnodigen voor het begin van de nieuwe reeks. Diekstra is de moderne
hoogvlieger Icarus. Cum laude afgestudeerd, hoogleraar op zijn
drieëndertigste, auteur van bestsellers als Pleisters voor de
ziel en Als leven pijn doet. En toen dat artikel in Vrij
Nederland, waarin zijn integriteit in twijfel werd getrokken.
In zijn boek Het onderste boven zou hij dertien pagina's
letterlijk hebben overgenomen uit een Amerikaanse publicatie. De
hoogleraar bood ontslag aan, om erger te voorkomen.
Naar eigen zeggen is Diekstra goed in het pak, gebruind gelaat -
gelouterd uit de strijd gekomen. Zijn pose is dan ook nonchalant, maar
in zijn taalgebruik klinkt rancune door. Terugkijkend op zijn val
schetst hij het beeld van een "aanstormend leger', dat hem met
voorbedachte rade vertrapte. Hij spreekt van "de buitenwereld', die hem
"graag op het stenigveld zag'. En over "de pilaren van zijn leven" die
"omver werden gekegeld". Op de hem typerende wijze - ietwat onwennig,
maar gedecideerd - vuurt Kemp zijn vragen op Diekstra af. Wat de
psychotherapeut (Kemp spreekt hem regelmatig met 'professor' aan) zoal
geleerd heeft in de afgelopen vier jaar. "Veel" is het antwoord. Zo is
Diekstra tot de conclusie gekomen dat geluk meer is dan succes alleen.
Geluk is "een huis met vijf kamers": een werkkamer, een zingevingskamer,
een gezondheidskamer, een vrijetijdskamer en een relatiekamer. Met name
die laatste twee kamers heeft hij lang verwaarloosd. Traditiegetrouw mag
de buspassagier een plaats van bestemming kiezen. Diekstra heeft gekozen
voor het Klein Seminarie in Sint Oedenrode. "Daar is het allemaal
begonnen", legt hij uit. "Daar ontstond de neiging om die bodemloze put
te vullen." Even tevoren heeft hij uitgelegd dat die put voor zijn leven
staat. Jarenlang probeerde hij hem met zijn prestaties te vullen.
"Prestaties staan niet garant voor geluk", weet hij nu. "Geluk is een
doel op zich. Daar oefen je zelf invloed op uit."
Het seminarie blijkt de ideale omgeving voor een gesprek over
desillusies. Ruim veertig jaar nadat Diekstra er de deur achter zich
dichttrok ("het ging niet meer, ik dacht dat ik doodging van de
heimwee") heeft het vervallen pand meer weg van een spookhuis dan van
een leerschool. Met moeite banen de gesprekspartners zich een weg door
de opgestapelde dozen en stoelen in de voormalige kapel. "Alles is weg,
alles is kapot", verzucht Diekstra spijtig. Symbolischer kan het niet.
Tussen hemel en aarde, Ned.1, 23.30-0.07u