Beoordeling van publieke omroep jaren
vervroegd
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 31 JAN.
Staatssecretaris Van der Ploeg (OC&W) heeft gisteren een vervroegde
evaluatie van het functioneren van de publieke omroep onder de nieuwe
Mediawet aangekondigd. Naar aanleiding van mondelinge vragen van het
Tweede-Kamerlid Bakker (D66) zegde Van der Ploeg toe de Raad voor
Cultuur reeds aan het eind van dit seizoen om een advies te vragen.
Aanvankelijk was die stap voor over vijf jaar voorzien. Ook de Raad van
Toezicht van de NOS en het Commissariaat voor de Media zullen bij de
evaluatie worden betrokken, aldus de staatssecretaris. Het Commissariaat
zal ook worden gevraagd na te gaan in hoeverre de AVRO en eventueel
andere publieke omroepen te weinig 'transparantie' betrachten ten
aanzien van het gescheiden gebruik van omroep- en verenigingsgelden.
Bakker had zijn vragen gesteld naar aanleiding van commotie rond het
TROS-programma De TV-kapper, waarvan de programmacoördinator van
Nederland 2 inmiddels heeft besloten dat het wegens teleurstellende
kijkcijfers naar de middag wordt verplaatst. Volgens de D66'er is de
publieke omroep in het eerste jaar van zijn functioneren onder de nieuwe
Mediawet te veel op de kijkcijfers gericht is, en te weinig op
kwaliteit.
Van der Ploeg liet zich over deze indruk niet direct uit, maar hij liet
merken niet ongevoelig te zijn voor kritiek op het functioneren van de
publieke omroep, en op de mogelijkheid van veronachtzaming van
kwaliteitscriteria. Het is echter niet aan de politiek, aldus de
staatssecretaris, om uitspraken te doen over de inhoud van programma's.
Bakkers suggestie dat de publieke televisie beter terug zou kunnen gaan
naar twee netten, wees Van der Ploeg van de hand, omdat in de huidige
omroepwet de concessie voor de omroepen voor tien jaar is vastgelegd.