Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 16 JAN. Minister De Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vindt dat er zo snel mogelijk één ongevallenraad moet komen. Dat moet een vaste groep van deskundigen zijn, die onmiddellijk na een ramp een onderzoek kan instellen.

De bewindsman zei dat gisteren in het televisie-programma Nova. De Tweede Kamer pleit al veel langer voor één raad, maar De Vries ontkent nadrukkelijk dat de overheid daarmee zou treuzelen. "Sinds enige jaren hebben we een Transportongevallenraad en we zijn druk doende met de oprichting van een Defensieongevallenraad. Door samenvoeging daarvan zouden we veel tijdwinst kunnen boeken", aldus De Vries.

De Vries reageerde op de 1.500 pagina's omvattende rapporten van acht rijksinspecties over de vuurwerkramp in Enschede. Daaruit blijkt dat de lagere overheden de controle op de naleving van alle bepalingen in de vergunningen structureel achterwege lieten. Bij het verantwoordelijke vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks blijkt in twintig jaar geen brandweer langs te zijn geweest. Bovendien is naar voren gekomen dat de brandweer uitsluitend adviezen wil geven als daarvoor wordt betaald. Dat zou ook in andere gemeenten gebruikelijk zijn. De minister noemde dit 'erg'. "Maar er staan meer dingen in waar je zeer van kunt schrikken."

Van strafrechtelijke vervolging van het gemeentebestuur van Enschede of de provincie Overijssel 'wegens dood of brand door schuld' kan volgens De Vries geen sprake zijn. "Overheden zijn nu eenmaal strafrechtelijk niet te vervolgen zolang ze als overheid hebben gehandeld."

De minister wilde geen direct commentaar geven op de acht rapporten. "Ik wacht op de Commissie-Oosting, die de bevindingen van de rijksinspecties in hun context gaat beoordelen. Je kunt je hier geen definitief beeld van vormen als je de omstandigheden er niet bij kent."

Bij de brandweer van Enschede is vooral de conclusie dat de brand voorkomen had kunnen worden als er een betere verkenning van het terrein was uitgevoerd, velen in het verkeerde keelgat geschoten. Woordvoerder P. Spek: "Natuurlijk moet je deze rapporten los zien van de doden die er bij de brandweer te betreuren zijn, maar gevoelsmatig telt het wel mee." Volgens Spek heeft zijn bevelvoerder, die bij de ramp omkwam, ook verkend achter de containers op het terrein. "Maar vanuit die positie was het brandje tussen container E2 en E15 niet te zien." Later bleek dat brandje cruciaal voor de ontploffing. Dat er nooit contact was met de fabriek, wijt Spek aan het ontbreken van middelen. "We willen er niet rijk van worden, maar zonder geld kun je gewoon niet doen wat je zou willen."

( a d v e r t e n t i e s )