|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Onderwijs
|
'Gelijke behandeling geldt ook in onderwijs'
ROTTERDAM, 16 JAN. Laten we de leraren niet blij maken met een dode mus, vindt bestuurder Frans van Rooij van de CNV Onderwijsbonden in een reactie op de uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling. Weliswaar oordeelde deze commissie dat, naar aanleiding van de zaak van een Limburgse lerares, leraren in het voortgezet onderwijs te weinig verdienen, toch houdt Van Rooij een slag om de arm. "Krijgen nu alle instromers van na 1985 meer betaald? Laten we het eerst maar uitzoeken." Toch staat deze groep 'na-hossers' sterk, zo lijkt het. Alle leraren die na 1985 zijn begonnen met werken, moeten een salarisverhoging krijgen, zo oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling. Door een afspraak over beloningen uit 1985 tussen de onderwijsbonden en toenmalig minister Deetman (Onderwijs) - de herstructurering onderwijssalarissen (hos) - verdienen de na-hossers te weinig vergeleken met de leraren die voor 1985 al werkten. Minister Deetman sprak met de bonden af, dat bij een bezuiniging op de lerarensalarissen de 'oude' groep zou worden ontzien. Ten onrechte, oordeelt de commissie nu. Immers, na 1985 zijn er tweeëneenhalf keer meer vrouwen dan mannen het onderwijs ingestapt. Zo beschouwd heeft de hos-regeling een discriminerend effect, aangezien het veelal mannelijk onderwijzend personeel van vóór 1985 aanzienlijk meer verdient dan de 'vrouwelijke' groep van ná 1985. Dit is volgens het lid van de Commissie Gelijke Behandeling J.Dierx een "schending van de Wet Gelijke Behandeling". Bovendien is de hos-regeling in strijd met Europese wetgeving op het gebied van gelijke behandeling en discriminatie. De Commissie heeft zich al eerder uitgesproken over de salarissen van na-hossers. In circa tien gevallen werd de afgelopen jaren bovendien de rechter om een uitspraak gevraagd, waarbij, in die gevallen, herintreders vonden dat ze benadeeld werden. In de negen gevallen dat dit succes opleverde, gold dat voor vrouwen die waren gestopt wegens de zorg voor de kinderen en die daardoor een salarisachterstand opliepen. Dierx: "De gevallen van vroeger zijn niet vergelijkbaar met de zaak in Limburg. Het ging hierbij om vrouwen die al in het onderwijs werkten en tijdelijk stopten." Hoogleraar Nationaal en Europees Arbeidsrecht van de Universiteit Utrecht A. Jaspers denkt dat de Commissie op basis van Europese jurisprudentie sterk staat in de uitspraak van gisteren. "Kennelijk is de hos indirect discriminerend geweest. Op basis van uitspraken van het Europese Hof blijkt dat er dan wel heel goede rechtvaardigingsgronden moeten zijn om zo'n maatregel goed te keuren." Een salarismaatregel alleen is daarbij nooit voldoende, zegt Jaspers. "Het Europese Hof heeft regelmatig uitspraken over soortgelijke zaken gedaan. Keer op keer blijkt dat het argument dat een bezuiniging noodzakelijk was, niet opgaat. Ook als er een afspraak is gemaakt tussen de bonden en de minister, moet die afspraak wel volgens de regels gedaan zijn." Ook het argument dat reparatie van de achterstallige salarissen tientallen miljoenen guldens zal kosten, is volgens Jaspers niet van belang. "De vraag is: wordt er wel of niet gediscrimineerd. De overheid moet zich aan de regels houden en geld is geen argument." Mr. N. Lavranos, als onderzoeker Europees en Internationaal Recht verbonden aan de Universiteit Maastricht, denkt dat het beroep dat gedaan is op Europese wetgeving, terecht is. "Artikel 141 van het Europees Wetboek, dat het recht op gelijke behandeling regelt, is hier heel duidelijk in. Mannen en vrouwen moeten op hun werk gelijk behandeld worden. De Nederlandse overheid is, evenals werkgevers, verplicht dit Europese artikel te volgen." Ook onbedoelde of indirecte ongelijke behandelingen vallen hieronder, zo blijkt uit Europese jurisprudentie. "Als een regel onbedoeld als effect heeft dat een bepaalde groep mensen, zoals vrouwen, ouderen of gehandicapten, gediscrimineerd worden, dan valt dat onder het discriminatieverbod. En wie kan aantonen dat hij gediscrimineerd wordt, staat sterk." Overigens wil de Commissie binnenkort bekijken of de negen eerder gewonnen zaken niet alsnog ook kunnen gelden voor de hele groep vrouwen die tijdelijk zijn gestopt met werken om voor hun kinderen te kunnen zorgen.
|
NRC Webpagina's 16 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|