|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Filteren
Tegenspraak
|
Het e-mailgeheim
Deze uitspraak staat niet op zichzelf, signaleert de jongste aflevering van het tijdschrift Privacy en informatie. Werknemers vliegen onverbiddelijk de laan uit voor het meesturen van porno of het bezoeken van pornosites. Zou hetzelfde gebeuren, vraagt het blad, als deze werknemers achter hun bureau waren betrapt met een pornoblaadje of op het doorgeven daarvan aan een collega? Het is begrijpelijk dat werkgevers daar weinig van moeten hebben, maar de privacy omvat ook de minder aantrekkelijke voorkeuren van de mens. Hetzelfde geldt trouwens voor zijn vrijheid van meningsuiting, die mede een "ontvangstvrijheid" omvat.
ER IS EEN juridische complicatie: de rechten van de mens gelden in beginsel alleen voor de verhouding tussen burger en overheid. Ze zijn niet zonder meer van toepassing op de relaties tussen burgers onderling, zoals werkgever en werknemer. De Registratiekamer, een onafhankelijk advies- en toezichtsorgaan van de regering, heeft nu langverwachte vuistregels gepubliceerd om de kloof tussen particuliere grondrechten en controle te beperken. Het orgaan verzet zich tegen de gemakkelijke stelling dat activiteiten van beroeps- of bedrijfsmatige aard zonder meer van het recht op bescherming van het privé-leven zijn uitgesloten. Daar is ook met zoveel woorden tegen gewaarschuwd door het Europese Hof voor de rechten van de mens: juist de werktijd geeft de moderne burger een aanzienlijke, zo niet de grootste kans om relaties met de buitenwereld te ontplooien. Ook de Registratiekamer kan er overigens weinig meer van maken dan een moeizame belangenafweging. Behalve die eeuwige porno zijn ook belangen in het geding als het tegengaan van seksuele intimidatie of andere uitlatingen die het bedrijf in de juridische problemen kunnen brengen. Daar dient het dan wel zoveel mogelijk toe beperkt te blijven. Belangrijk is in elk geval dat bedrijven een duidelijk beleid formuleren voor e-mail- en internetcontroles. En vooral dat ze dit duidelijk bekendmaken. Het is niet voldoende, al is het zeker waar, dat iedereen op zijn vingers kan natellen dat het e-mailgeheim nooit waterdicht is. Al was het alleen wegens voorzieningen om toegang te krijgen tot persoonlijke mappen bij ontstentenis (ziekte) van een employé. Des te opmerkelijker is het dat mensen op het werk er via de elektronica herhaaldelijk dingen uitflappen waarmee ze "face to face" wel zouden uitkijken.
Zie ook:
Controle e-mails bij verdenking (9 januari 2001) |
NRC Webpagina's 10 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|