U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

WELZIJNSWERKER TUSSEN DE TOUWEN


Een bokser met maatschappelijk bewustzijn, dat klinkt als water en vuur. Maar Raymond Joval (32) spot graag met de vooroordelen. Woensdag ontving de bokser van Surinaamse afkomst de Fair Play Award wegens zijn inzet voor kansarme jongeren. "Alle beetjes helpen."

Door Mark Hoogstad

Nee, zelf was hij ook niet de makkelijkste. Niet dat Raymond Joval voor galg en rad opgroeide in Paramaribo. Maar om nou te zeggen dat hij een lieverdje was? Nee, dat nu ook weer niet. "Mijn tante werd langzaam maar zeker gek van me", herinnert hij zich, na afloop van de training in sportschool Kops. "Voortdurend kattekwaad uithalen en altijd een smoes klaar zodra ik één of ander klusje moest opknappen. Toen ik een jaar of elf was, kwam het haar de keel uit. 'Jij gaat zo snel mogelijk terug naar Nederland', zei ze, en gelijk had ze."

Terug naar Nederland betekende terug naar moeder Joval, met wie, geheel in de Surinaamse traditie, niet te spotten viel. Niet veel later, als leerling van de Don Bosco-school in Amsterdam, trof hij een al even strenge doch rechtvaardige onderwijzer: Louis van Gaal, de latere voetbaltrainer, maar destijds op de lts een rechtlijnig gymnastiek- en klassenleraar. "Van Gaal sprak ons voortdurend aan op onze verantwoordelijkheden. Aan slappe excuses had hij geen boodschap. Desnoods ging hij tijdens een les van een collega verhaal halen. Geen haar op je hoofd die er dan ook aan dacht om te spijbelen tijdens zijn lessen, ook al was het vaak het laatste lesuur van de dag." Zelf mag Joval zich ook leraar noemen, nu hij sinds twee jaar een paar uur per week op vrijwillige basis bokslessen verzorgt op scholen in de Amsterdamse stadsdelen Zeeburg en Zuidoost. In de hoop te voorkomen dat jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 op het verkeerde pad belanden, organiseert de 32-jarige wereldkampioen van de International Boxing Organisation verder zo nu en dan clinics en vakantie-activiteiten, voor zover zijn profcarrière ("Toch de basis van mijn bestaan") dat toelaat. Zijn sociale bewogenheid verklaart Joval, zelf vader van twee kinderen, door te wijzen op zijn opvoeding. "Mijn moeder heeft ons altijd voorgehouden om niet aan onszelf te denken. Oog hebben voor de medemens, daar gaat het om. Zelf gaf mijn moeder het goede voorbeeld door regelmatig voor de junks in Amsterdam te koken."

Zijn werkzaamheden ten behoeve van de jeugd zijn niet onopgemerkt gebleven. Woensdag ontving Joval uit handen van voormalig olympisch roeikampioen Nico Rienks de Nationale Fair Play Award, een soort aanmoedigingsprijs voor zijn onbaatzuchtige inzet voor kansarme jongeren. Lachend: "Ik was verrast, al was het maar omdat ik tot dan toe nog nooit van die prijs had gehoord. En ja, natuurlijk ben ik trots. Want die prijs betekent toch dat een aantal mensen waardering heeft voor de wegen die ik bewandel."

Noem hem een wereldverbeteraar of een idealist en Raymond Joval, lid van de Evangelische Broedergemeenschap, haalt zijn schouders op. "Wat ik doe is een druppel op een gloeiende plaat, dat besef ik maar al te goed. Maar toch: alle beetjes helpen. Laatst kwam ik één van mijn oud-leerlingen tegen op straat. Destijds was hij een van de lastigste jongens uit de groep. Nu wist ik niet wat ik zag. Hij had een vaste vriendin, een huis in Lelystad en een goede baan. Of het door het boksen komt, heb ik hem niet gevraagd. Maar feit is dat hij weer op het juiste spoor zit."

Boksen staalt het karakter, weet Joval uit eigen ervaring. Nog altijd kan hij smeuïg vertellen over zijn kennismaking met the noble art of selfdefence. Het was 1988 en op reis door de toenmalige Sovjet-Unie raakte Joval verslingerd aan het beulswerk tussen de touwen. "Zoals Surinamers zeggen: ik ben in de pot met nasi gevallen. Tot die tijd balanceerde ik voortdurend op de grens van goed en slecht. Buiten schooltijd was ik altijd op straat te vinden. Het buurthuis was de enige plek waar we terecht konden. Maar toen die in de jaren tachtig één voor één gesloten werden, waren we aangewezen op de jeugdsoos waar toentertijd veel softdrugs werd verhandeld. Wat ga je doen als je nergens terecht kan en jezelf verveelt? Dan ga je rottigheid uithalen."

Boksen hield Joval van de straat. "Het verschafte mij een doel in mijn leven. Boksen vergt discipline. Wie er tijdens de training met de pet naar gooit of niet voor zijn sport leeft, krijgt onmiddellijk de rekening gepresenteerd. Zo hard en zo eerlijk is boksen, en juist dat spreekt mij zo aan. Dat is ook wat ik de kinderen voorhoud, zo van: als je het doet, doe het goed. Boksen is een spel van regels. Wie zich daaraan houdt, kan ver komen. Je leert bovendien je agressie kennen en daarom jezelf beter te controleren."

Boksers staan niet bekend om hun maatschappelijke bewustzijn. Integendeel: veel van Jovals (oud-)collega's - Regilio Tuur en Eddy Smulders bijvoorbeeld - kwamen de afgelopen jaren in conflict met justitie. Joval daarentegen is het levende bewijs dat niet iedere profbokser per definitie ontspoort. " Topsporters zijn vaak egoïstisch, en moeten dat tot op zekere hoogte ook zijn", beseft Joval. "Maar niet tegen elke prijs. Zelf kan ik het ook niet alleen, want zonder mijn trainer en mijn begeleider ben ik nergens." Eind deze maand, op 27 januari om precies te zijn, hoopt hij in het Amsterdamse Vélodrome zijn wereldtitel in het middengewicht te prolongeren. Ten koste van wie is nog onduidelijk. Joval, grijnzend: "Het enige wat ik weet is dat het vermoedelijk een Brit zal worden, en dat ik hem moet verslaan. Dat zal lukken, want ik ben niet voor niets the champ."

Dat mag zo zijn, maar profbokser durft Joval zichzelf niet meer te noemen. " Ik ben een prizefighter, iemand die van gevecht naar gevecht leeft. Veel mensen denken dat het grote geld binnenstroomt zodra je wereldkampioen bent. Het is eerder andersom. Die wereldtitel kost mij geld, in de zin dat ik zelf mijn sparringpartners naar Nederland moet halen om me zo goed mogelijk voor te bereiden op een gevecht. Daar heb ik intussen mee leren leven, hoe moeilijk dat soms ook is."

Het is de ironie die Joval blijft achtervolgen sinds hij vijf jaar geleden werd verstoten uit de Dutch Gang, met Orhan Delibas en Don Diego Poeder, onder de bezielende leiding van roerganger Regilio Tuur: terwijl hij zelf gratis en voor niets zijn diensten aanbood bij de stadsdeelraden, blijft het wachten op een financiële weldoener die zich over hem ontfermt. Na een diepe zucht: "De markt die Tuur destijds aan heeft weten te boren in Nederland, die is niet meer. Dat is hard maar waar."

Na Amerika volgde de ontnuchtering. Joval werd een speelbal van de bokspromotors. Ze lieten hem aan zijn lot over of ze lieten hem maanden in onzekerheid, om hem vervolgens over te laten vliegen naar één of ander duister oord in Italië, waar Joval als een hapklare brok moest fungeren van de regerend kampioen.

Maar de organisatie vergiste zich in Joval, want in Benevento deed hij ruim anderhalf jaar geleden wat niet in het script was opgenomen: voor eigen publiek versloeg hij titelverdediger Agostino Cardamone. Het nieuws drong in Nederland nauwelijks door en Jovals vreugde was van korte duur, want een half jaar later verspeelde hij de titel van de World Boxing Union al weer. Joval strijdt een eenzaam gevecht, maar: "Waar een wil is, is een weg. Dat hou ik niet alleen die kinderen voor, dat hou ik mezelf elke dag opnieuw weer voor. Het enige wat ik kan doen, is mijn best blijven doen en overtuigd zijn van mijn eigen kwaliteiten."

Het is die vastberadenheid die hij koestert als één van zijn belangrijkste wapens. Eén zekerheid heeft hij: zijn aanstekelijke en ontwapende enthousiasme zal hem nooit en te nimmer in de steek laten. "Het boksen in Nederland kan dan op sterven na dood zijn, Raymond Joval is springlevend en dat zal ik iedereen laten zien."

NRC Webpagina's
8 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad