U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Brand Volendam

Elke ramp een kleine nieuws-hype


De kijker eist tv-beelden van een ramp. De slachtoffers eisen media-aandacht. En toch volgt onvermijdelijk de weerzin tegen rampnieuws.

Door onze redacteur MAARTEN HUYGEN

ROTTERDAM, 6 JAN. Nederland ontkomt niet aan de internationale trend: steeds uitvoeriger berichtgeving over rampen zoals de cafébrand in Volendam. De hoeveelheid maakt een overweldigende indruk, maar de berichtgeving is er niet sensationeler op geworden.

Op de eerste dag na een ramp praten vele televisie- en radiozenders de kijker van uur tot uur bij, met nieuws, achtergronden en sfeerbeelden. De toenemende hoeveelheid wordt veroorzaakt door de proliferatie van televisienieuwsprogramma's. De gretigheid van het publiek gaat gelijk op met die van de journalisten. En voor de slachtoffers is media-aandacht een vorm van erkenning die ze niet willen missen.

De kijkers zijn niet tevreden als op de druk van de knop niet meteen wordt verteld wat er aan de hand is. De gedrukte media geven structuur aan de enorme golf berichten. Zo ontstaat bij elke ramp een kleine hype, waar een voor het grote publiek relatief onbekend oord - een wijk in Enschede of Den Bosch, Volendam - geheel wordt uitgekamd.

Nieuws is geliefd bij de kijker. Terwijl de gedrukte media steeds sterker worden ingedikt en samengevoegd, groeit het aantal journalistieke programma's in de ether. Het Journaal heeft er afgelopen tien jaar twee volwaardige concurrenten bij gekregen, RTL-nieuws en Het Nieuws van SBS 6. Dan zijn er lokale televisiestations. Dagelijkse achtergrondrubrieken als 2 Vandaag, Netwerk en Nova, gespecialiseerde programma's als Heilig Vuur, Kruispunt, Zembla. Ook de commerciële televisie doet extra nieuwsgaring met het populaire, regionaal getinte SBS Hart van Nederland (met twee cameraploegen naar Volendam getogen) en RTL 5 in het land (ook twee cameraploegen) en de zuigende Week van Willebrord. Dan zijn er actualiteiten-talkshows als Barend en Witteman, Barend en Van Dorp die ook over rampen praten. Al die verslaggevers en ploegen volgen de officiële voorlichting en proberen zelf slachtoffers en functionarissen aan te klampen.

Het gevolg is dat een crisisteam bij een ramp al zo'n veertien Nederlandse cameraploegen kan verwachten met snoeren, satellietwagens, stokmicrofoons, lampen en ratelende verslaggevers. Bij internationale aandacht, zoals die voor Volendam of Enschede, komen daar nog buitenlandse televisiezenders bij.

Al die nieuwsbronnen jagen elkaar aan. Redacties, ook die van NRC Handelsblad, voelen zich verplicht om al dat rondslingerende nieuws van andere media op zo'n dag bijeen te vegen en op juistheid gecontroleerd te presenteren - en willen daarbovenop nog eigen nieuws brengen.

Na de eerste uren van onmiddellijke rampverslaggeving waaieren al die verslaggevers en cameraploegen uit over het dorp of de stad. Ze zoeken eigen invalshoeken, klampen omstanders aan, bezoeken kerken en cafés. En dan zet de weerzin in bij het publiek. De ramp krijgt een beeldvignet, de groene gevel met zwarte, ingeslagen ramen. Staande uitdrukkingen worden gemunt: 'de hechte Volendamse gemeenschap'. De slachtoffers en omwonenden, die de media aanvankelijk hartelijk welkom heetten, krijgen genoeg van al die zelfde vragen. Kijkers en lezers klagen over te veel herhaling, maar bij elke dramatische ontwikkeling stijgt de aandacht weer.

Tegenover het legioen verslaggevers en cameraploegen moet het crisisteam professionaliseren. De voorlichting wordt gecoördineerd door persconferenties. Officiële woordvoerders brengen lijn in de vele feiten en opvattingen van betrokken crisisbeheersers. Bij zulke massa's journalisten moet de berichtgeving worden geregisseerd. Twintig camerateams krijgen minder te zien dan één. Alleen het NOS-Journaal zou de brandweer niet in de weg lopen, maar twintig cameraploegen veroorzaken veel hinder. Het rampterrein en de ziekenzaal worden helemaal afgezet. Vandaar dat er in de beelden over Volendam geen verbrande slachtoffers waren te zien - of dat zo'n gemis was, is een tweede. Een ander gevolg is dat de journalistiek de hulpverlening slechts van een afstand kon volgen.

Maar of de media zijn doorgeschoten naar sensatieverhalen en 'rampverslaafd' zijn geraakt, zoals deze week wel werd gesuggereerd? Zelfs De Telegraaf was in haar berichtgeving over Volendam terughoudend. De op de televisie geïnterviewde overlevenden en familieleden zaten op hun gemak thuis of in een café. Geen sprake van een overval.

Dat was wel anders bij de vuurwerkramp van Enschede. Omdat zo'n vierhonderd overlevenden van de vuurwerkramp dáár geen huis meer hadden, moesten ze in een grote zaal kamperen. Terwijl ze op zoek waren naar verloren familieleden, konden ze in hun rauwe emotionele staat door camera's worden belaagd. Daar waren gesprekken bij die beter niet uitgezonden hadden kunnen worden.

Het Zaltbommelse Instituut voor Psychotrauma heeft op de website www.crisisnet.nl wenken voor de media in de omgang met slachtoffers gezet. Deze wenken zijn met gezond verstand ook te bedenken: 'emotionele en verdoofde getroffenen met rust laten', 'wensen van getroffenen respecteren en hen niet hinderlijk achtervolgen' - maar ze worden niet altijd door de media gevolgd. Het is waar: emotie scoort.

Aan de andere kant wordt media-aandacht door slachtoffers op prijs gesteld. Een ramp is pas een ramp als de televisie geweest is, de koningin langs komt en het Crisis Onderzoeksteam aan het werk gaat. P. van der Velden van het Instituut voor Psychotrauma: "We moeten daarbij niet vergeten dat al die dodelijke verkeersongevallen voor de individuele slachtoffers net zo'n grote ramp zijn." En die verkeersslachtoffers betreuren vaak dat er zo weinig aandacht voor hen is.

NRC Webpagina's
6 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad