Israël en de Palestijnen vechten niet alleen op de grond. Ook op internet is het oorlog.

Door onze correspondent JORIS LUYENDIJK

CAÏRO, 11 NOV. Sympathisanten van de Libanese fundamentalistisch- islamitische beweging Hezbollah die vorige week naar de website van hun organisatie surften, moeten zich hard achter de oren hebben gekrabd. In plaats van anti-zionistische retoriek en plaatjes van succesvolle militaire operaties in Libanon tegen Israëlische soldaten, troffen ze een reusachtige Davidsster aan en klonken op de achtergrond de deunen van Hatikva, het volkslied van de joodse staat. Aan de andere kant van de wereld in de Verenigde Staten, waren bezoekers van de site van de machtige pro-Israëlische lobby-organisatie AIPAC een week eerder op een vergelijkbare manier verrast. In plaats van de vertrouwde anti-Palestijnse, anti-Arabische en anti-Iraanse propaganda, werden ze getracteerd op kritische berichten over Israël, plus de creditcardnummers en namen van 700 AIPAC-leden. De twee virtuele inbrekers, 'Dr. Nuker and Mr Sweet' van de Pakistan Hackerz Club noemden hun actie "een protest tegen de wreedheden in Palestina door de barbaarse Israëlische soldaten en tegen de voortdurende steun van de Amerikaanse regering daarvoor".

Weer een week eerder, een dag nadat Hezbollah drie Israëlische soldaten had ontvoerd, hadden Israëlische computerkrakers een andere website van Hezbollah platgelegd. Dat was het begin van de oorlog op internet.

Het was al enige tijd duidelijk dat moderne communicatie- technologieën een geheel eigen dynamiek geven aan de onlusten tussen Israël en de Palestijnen en het Arabisch-Israëlisch conflict in het algemeen. Pan-Arabische nieuwszenders op de satelliet brengen de gruwelijkste beelden van Palestijns lijden rechtstreeks en eindeloos in de huiskamers van burgers in de hele Arabische en islamitische wereld. Via e-mail, nieuwsgroepen en discussies in chatrooms hebben hebben activisten tegen zeer lage kosten een ongekend groot bereik. Ze sturen foto's rond van 'Palestijnse martelaren', of vermenigvulden e-mails zoals die van een jong meisje uit Ramallah: "Joodse kolonisten en Israëlische soldaten vallen ons dorp aan. We zijn doodsbang. Alsjeblieft, help ons." Alles buiten de controle van de Arabische leiders om.

Elektronische post en mobiele telefoon blijken al langer zeer goed van pas te komen bij het mobiliseren van de achterban. Consumenten in Egypte ontvangen op hun mobiele telefoons SMS'jes (korte tekstberichten) met de namen van bedrijven die Amerikaanse en Israëlische belangen hebben, met het verzoek die te boycotten. De Palestijnse menigte die begin oktober twee Israëlische reservisten lynchte, was nooit zo groot geweest als niet binnen vijf minuten duizenden mensen mobiel op de hoogte was gesteld van hun aanwezigheid.

Sinds enige weken hebben Israeliërs en Palestijnen nu dus ook de laatste stap gezet: moderne communicatie technologie inzetten voor de strijd zelf. De sites van het Israëlische leger, de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Immigratie, Industrie & Handel en van Religieuze Zaken lagen er de afgelopen weken regelmatig uit. Die van de Israëlische Effectenbeurs werd tijdelijk bevroren, die van de Knesset voortijdig gesloten. Op sommige momenten lag vrijwel het hele internetverkeer in Israël plat.

Aan de andere kant van het front werden nog enkele Hezbollah-sites aangevallen, en die van de Palestijnse fundamentalistische beweging Hamas. In Iran prijkte opeens een Israëlische vlag op de site van de autofabrikant Hyundai, terwijl in Amerika de site van het bedrijf Lucent Technologies werd aangevallen wegens commerciële contacten met Israël. Telecommunicatiegigant AT&T hangt een Arabische boycot boven het hoofd omdat het de geplaagde Israëlische internetaanbieders te hulp schoot.

Israël en het Westen zijn veel kwetsbaarder voor virussen en virtuele aanslagen dan de Arabische landen en Iran, omdat zij technologisch zeer geavanceerd zijn. Toch was het Israël dat vorig jaar het openingsschot van de internetoorlog gaf, toen een tiener een site van de Iraakse overheid verwoestte. Hij werd gehuldigd als een held.

Aan beide zijden wordt intussen hard gewerkt aan nieuwe technologieën. Was de openingszet van Israël tegen Hezbollah nog een eenvoudige e-mail-bom, bij de tegenaanval vonden de hackers een 'gat' in de beveiliging van Israëlische sites en wisten alle inhoud te wissen. Naar verluidt wordt ook hard gewerkt aan virussen die wellicht het hele land kunnen aanvallen, bijvoorbeeld zoals het I Love You virus eerder dit jaar deed. Bij de nieuwste sites (zie onder) hoeft de surfer slechts de pagina te openen en op te starten. Zolang hij of zij online bezig is met andere programma's, blijft de site aanvallen uitvoeren op de vijand. "Wat zij doen en wat wij doen is allebei illegaal", liet een programmeur van Hezbollah weten, "maar het is oorlog".

Deze week zegt Hezbollah opnieuw te zijn bedolven onder duizenden e- mails, ditmaal van sympathisanten over de hele wereld die hen geluk wensen in de strijd. Wijlen imam Khomeiny heeft ooit gezegd dat Israël zou verdrinken als iedere Arabier een emmer water over het land uitgooide. Volgens Hezbollah-aanhangers is daarvoor nu het moment gekomen, zij het met een emmer e-mails.

Sites:

www.hizballa.org

www.almanar.com.lb

www.manartv.com

www.moqawama.org

www.hamas.org

www.aipac.org

www.israel.org

www.israel-mfa.gov.il

www.pmo.gov.il

Aanvallen op Hezbollah:

www.israelhackers.cjb.net

Aanvallen door Israël:

www.members.tripod.com/irsa2000

www.ummah.net/unity/defend

( a d v e r t e n t i e s )