|
|
|
NIEUWSSELECTIE www.grunberg.nl
|
Debutant sprekend Grunberg
Door ARJEN FORTUIN en KARIN JUSEK
Volgens uitgeverij De Geus, bij wie de roman uitkwam, is de in 1967 geboren Van der Jagt een student filosofie die in Wenen woont en daar in een drogisterij werkt. Onderzoek van deze krant leert dat deze gegevens niet kloppen. Email van Marek van der Jagt wijst naar een adres in New York. De stijl van boek en correspondentie van Van der Jagt vertoont sterke gelijkenis met die van Grunberg, die in New York woont en wiens werk wordt uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar. Grunberg, die in 1994 de Anton Wachterprijs won voor zijn debuut Blauwe maandagen, ontkent dat hij 'Marek van der Jagt' is. Van der Jagts uitgever, Reinjan Mulder van De Geus in Breda, zegt dat "wij ons verplicht hebben aan de auteur een bepaalde naam op het boek te zetten, en daar houden we ons aan totdat hij ons van die verplichting ontslaat." De auteur heeft De Geus laten weten dat hij de prijs accepteert en zijn best zal doen aanwezig te zijn bij de uitreiking op 21 oktober te Harlingen. De jury van de prijs is nog niet op de hoogte van de twijfels aan Van der Jagts bestaan. Mulder: "De auteur zegt dat hij een debutant is en wij geloven hem op zijn woord. Voor ons heeft een auteur maar één waarheid, en dat is zijn waarheid." In een brief aan de uitgever spreekt juryvoorzitter Martin Ros van de Anton Wachterprijs over een 'voorbeeldig' boek waarmee 'een nieuw talent is opgestaan'. Ros: "Doormeende gelukwensen aan Van der Jagt, die ons, gegeven een aantal beperkte gegevens, een curieuze persoonlijkheid lijkt." Van der Jagt leeft en werkt naar eigen zeggen 'in het verborgene'. Op zijn boek staat dat hij geen interviews geeft, per email laat hij weten geen vlotte spreker te zijn. Op de redacties van bladen waaraan hij meewerkte, heeft niemand ooit zijn stem gehoord. Betalingen voor artikelen van Van der Jagt in De Gids, het Nieuw Wereldtijdschrift en NRC Handelsblad zijn overgemaakt aan uitgeverij De Geus. Een rekening van Van der Jagt in Wenen zou wegens schulden zijn geblokkeerd. Het Weense telefoonboek vermeldt geen Van der Jagt. Een toneelbewerking van enkele van zijn verhalen zou zijn uitgevoerd bij de Wiener Kammerspiele, maarook daar is hij onbekend. De auteur zou wonen aan de Simon Denkgasse 8 in Wenen, maar een bezoek ter plaatse leert dat het bewuste appartement, nummer 32, niet bestaat. Een onderbuurvrouw zegt te weten dat Marek van der Jagt in Nederland verblijft, en heeft 'verder geen zin om erover te praten'. Bij de verhuurder is Van der Jagt niet bekend. Een vraag per email aan Van der Jagt naar de drogisterij waar hij zou werken (waar ook 'pruiken' worden verkocht met korting voor personeel) blijft onbeantwoord. Bij een grote internet-provider zijn twee emailadressen van hem bekend, één met standplaats Wenen. Post die daarheen wordt gestuurd, komt onbestelbaar retour. Bij het andere adres wordt als woonplaats vermeld: New York. Een bericht naar dat adres levert direct antwoord op van de auteur. Volgens Van der Jagt heeft hij vele email-adressen: "Sommige staan ingeschreven in Athene, andere in New York, weer andere adressen staan ingeschreven in Rotterdam en Ulm. Ik moet voorzichtig zijn." Arnon Grunberg woont in New York en onderhoudt al enige jaren nauw contact met Reinjan Mulder, die Blauwe maandagen als eerste criticus zeer lovend besprak. De eerste publicatie van Marek van der Jagt in een krant was een ingezonden brief over een stuk van Arnon Grunberg. Deze zomer schreef hij een opiniestuk over de Nederlandse literatuur, waarna Grunberg op zijn beurt direct reageerde. Van der Jagt emailt over Grunberg: "Ik ken geen andere schrijvers, ik ken bijna niemand. Mijn hospita, de mensen in de drogisterij waar ik werk, een verre vriend in Keulen, de heer Mulder van De Geus." Grunberg laat per email weten dat hij Van der Jagt niet is, "zoals ik ook Helga Ruebsamen niet ben of Jan Wolkers. [...] Overigens geloof ik dat Marek van der Jagt het recht heeft om met rust te worden gelaten. Men moet niet al te snel twijfelen aan het bestaan van de ander." Arnon Grunberg heeft herhaaldelijk gezinspeeld op het aannemen van een andere identiteit en het creëren van een compleet nieuw verleden, een belangrijk thema in zijn werk. In een essay over Jerzy Kosinski onder de kop 'Wie een leugen niet afmaakt, wordt gestraft' schrijft hij: "Sterren móeten zichzelf dus verzinnen." En: "Wie eenmaal begonnen is zichzelf te verzinnen kan daar niet halverwege mee ophouden." In zijn column in de VPRO-gids schrijft Grunberg deze week over de literaire kritiek: "Als je de vaktaal vertaalt in het Nederlands loop je tegen de banale werkelijkheid op dat er slecht gelezen is, nauwelijks geïnterpreteerd, en dat er aan de eigen waarheid, die meer met de naam van de schrijver dan met het boek te maken heeft, niet wordt getwijfeld. Ik kan het verlangen nauwelijks onderdrukken vanaf nu te publiceren onder de naam Lulu Wang II." De geschiedenis van mijn kaalheid gaat over een jongeman die "heeft gezien wat zijn ouders van hun huwelijk hebben gemaakt en in plaats daarvan een liefde (wil) die niet tot geluk leidt, die niets met gelukt te maken wil hebben en die toch de moeite waard is". De roman van Van der Jagt werd in de VPRO-gids voorgepubliceerd als "het tragikomische verhaal van de student die zijn eigen geschiedenis verzon, die van de leugen de waarheid maakte en van de waarheid fictie". De voorpublicatie ging vergezeld van een aanbeveling door Arnon Grunberg.
|
NRC Webpagina's 5 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|