F I L M V O O R A F :
Bámbola
DANA LINSSEN
De Catalaanse filmregisseur J.J.
Bigas Luna is hier niet zo populair als zijn landgenoot Pedro
Almodóvar, terwijl ze toch dezelfde hysterisch-surrealistische
blik op de Spaanse maatschappij delen.
De twee films die hier van Luna werden uitgebracht Jamón, jamón (1992) en Huevos
de oro/ Gouden ballen (1995) konden rekenen op zure kritieken en
slechte bezoekcijfers. Het is vooral de combinatie van nihilisme en
kluchterigheid die zijn films moeilijk te verteren maakt. Rake
observaties over typisch Spaans haantjesgedrag van al die hedendaagse
Don Juans en hun geblondeerde dommertjes, worden gecombineerd met rauwe,
vaak een beetje ordinaire, erotische oprispingen en sensuele culinaire
uitspattingen. Olijfolie druipt over kinnen, brood is moedermelkwit, en
getuige zijn van een sadistische gevangenisverkrachting bezorgt de
voyeur meer plezier als er ook iets bij te kauwen valt, al is het maar
een rauwe aardappel.
In Bámbola is een restaurant het epicentrum van seksuele
en gewelddadige uitbarstingen. Het restaurant wordt nagelaten door
moeder Anita Ekberg (klein gastrolletje aan het begin) aan haar
voluptueuze dochter Mina om haar Barbie-uiterlijk bijgenaamd
'Bámbola' ('poppetje') en homoseksuele zoon Flavio. De
moeilijkheden die broer en zus het hoofd moeten bieden om op een
afgelegen locatie en in tijden van economische malaise het hoofd boven
water te houden, waren voor menig regisseur al genoeg stof voor een film
geweest. Zo niet voor Bigas Luna, die het meisje laat vrijen en flirten
met geteisem en penose, vetzakken en knappe knapen, die het vervolgens
met elkaar aan de stok krijgen. Het meisje, kampend met een
loyaliteitsprobleem of de angst om niet aardig gevonden te worden,
bezoekt twee van hen in de gevangenis, want een en ander loopt
natuurlijk gigantisch uit de hand. Vanaf dat moment raakt het verhaal in
een impasse. Er volgen wat tobberige blikken hier en daar en zo tobt de
film op z'n einde af.
Het aan een rivier gelegen restaurant van Bambola en haar broer lijkt
wel wat op het restaurant in Emir Kusturica's Black Cat, White
Cat. Van Spanje naar de Balkan, het zijn twee verschillende
werelden. Bigas Luna blijft een would-be regisseur met kitscherig
shockerende scènes. Kusturica tastte zijn film even hoog op met
subplotjes en rare invallen, is even zwartgallig, maar kruidde zijn
maaltijd op een heel wat verteerbaarder manier. Al blijft ook dat
uiteindelijk een kwestie van smaak.
Bámbola (J.J. Bigas Luna, 1996, Frankrijk/Italië/Spanje),
Canvas, 23.00-0.35u.