B E E L D :
Stervensamusement
Maarten Huygen
Meneer rolt in een ziekenhuisbed
door de gang. Hij moet onder het röntgenapparaat, want hij heeft
een dodelijke vorm van prostaatkanker. Maar het maakt hem niet uit, zegt
hij. Elke dag is meegenomen. Hij is 72. "U ziet er nog jong uit voor uw
leeftijd", zegt de presentator. De gebruinde meneer glimlacht en
bedankt. Ze lachen samen. Het leven een feest en het sterven misschien
ook.
Het is geen geringe prestatie van de NCRV om op zoek naar de ideale
combinatie van fatsoen en kijkcijfers lijden en sterven onder te brengen
bij licht amusement. In Bezoekuur speurt Rik Felderhof met de
camera in de aanslag naar bedden met patiënten die ten dode zijn
opgeschreven. En ze vinden het niet zo erg, wat hen te wachten staat,
zeggen ze vaak. Ze hebben al een goed leven gehad. Maar de meneer van de
prostaatkanker kan soms niet slapen van zijn vooruitzichten. "Ik heb
hoogtepunten en dieptepunten", zegt hij. Felderhof is niet benieuwd hoe
dat komt en of er nog een Nederlands Christelijke climax op dat sterven
volgt, want de kijkcijfers horen op peil te blijven en je moet iedereen
in hun waarde laten. Hij speurt alweer naar een nieuw slachtoffer, de
oude mevrouw Gerritsen in bed met een buisje in haar hals. Die is
volgens de begeleidende tekst sinds de televisie-opname al gestorven. Ze
had een tumor in de rug die de dokter veel te laat had gevonden.
Helemaal niet erg, had ze tegen Felderhof gezegd, terwijl haar twee oude
vriendinnen erbij zaten. Ze was in de tachtig, het werd onderhand wel
eens tijd. Bij al die scènes komt Felderhofs zachte, milde
gezicht soms vol in beeld. Als een kat koestert hij zich in het
camerazonnetje, glimlachend, het kale plekje op zijn kruin zorgvuldig
gecamoufleerd. Dr. Kildare op leeftijd, mooier en stralender dan zijn
patiënten. Ik mis de klassieke clavecimbelklanken die hij altijd
onder zijn nostalgisch getinte programma De Stoel zet. Felderhof
haast zich verder. De persoonlijke moed en kracht van de verslaafde in
de Novadic afkickkliniek - onthoudt die naam als u een probleempje hebt.
Ze doen mooi werk daar. Een patiënt van mid-dertig, afgekickt van
de alcohol, mag zijn gedicht voorlezen. We horen een reeks zinnen die
zijn geïnspireerd op de dagelijkse kost van therapeutenjargon daar.
Felderhof vindt het prachtig. En de patiënt wil zich ook nog
helemaal gaan wijden aan dichten en schilderen, wat fantastisch. Zijn
arbeidstherapie als beroep? Ik krijg twijfels. Als hij tuinman had
willen worden of thuiszorger, had ik er wel vertrouwen in gehad. Maar
als hij elke dag eenzaam in zijn kamertje gaat piekeren op een nieuw
gedicht of schilderij, wordt de fles onweerstaanbaar. En wat doet hij
dan? Ik kan niet anders dan concluderen dat veel kijkers al die dingen
niet willen weten, want Rik Felderhof heeft de gouden Televizierring aan
de vingers, de belangrijkste publieksprijs. Wat hij maakt, wordt
algemeen gewaardeerd, behalve door een cynisch recensent als ik. Zijn
programma's bieden een troostende pastelblik op de wereld.
Ik voel mij meer aangetrokken tot het realistische Oud op de
Nieuwmarkt van Hans Polak, over een bejaardentehuis aan de overkant
van de Amsterdamse Zeedijk. Polak had er een populaire Felderhof-
Stoel van kunnen maken met gelukkige oudjes die op muziek van
Johnnie Jordaan vol heimwee en levenswijsheden terugblikten op een mooi
bestaan in en rond de de hoerenhoreca. Terugblikken kregen we wel te
zien, geïllustreerd met zwart-wit-archiefbeelden, maar behalve
nostalgie presenteerden de oudjes de ellende, de bittere armoede en de
ruzies van toen die tot nu doorgingen. Sommigen konden zich niet
schikken in ouderdom en gebrek, anderen berustten. Ik zag de verveling
en de sleur van het dagelijkse bestaan in zo'n tehuis en de pogingen tot
gezamenlijk spel met gekanker en gescheld. Zakdoekdansen, kienen, ballen
rollen, vroeger hadden ze wel wat beters te doen, toch moet het maar.
Zulk realisme amuseert míj.