|
|
|
NIEUWSSELECTIE Cahier Aids in Afrika
|
Aids in Afrika
DE SITUATIE in Afrika verslechtert met de dag. Niet alléén in Afrika, ook op andere continenten. Er zijn aanwijzingen dat het aantal HIV-besmettingen in de Verenigde Staten en mogelijk West-Europa weer oploopt. Niettemin: naar schatting negentig procent van HIV-geïnfecteerden leeft in ontwikkelingslanden en tweederde, zo'n 25 miljoen mensen, in sub-Sahara Afrika. In Zuid-Afrika zal vermoedelijk de helft van de huidige 15-jarige jongens zijn 25ste verjaardag niet halen. Aids heeft malaria verdrongen als doodsoorzaak nummer één in Afrika, besmette moeders geven het virus door aan hun baby en de grootste slachting moet nog beginnen. Toch gedragen veel Afrikaanse regeringsleiders zich alsof er geen sprake is van een epidemie. Aids is niet alleen een gezondheidsprobleem, maar ook een ontwikkelingsvraagstuk. In die zin bestaat er een samenhang met armoede. Afrika is onderontwikkeld, de overheden hebben geen geld, de infrastructuur voor volksgezondheidszorg, openbaar onderwijs of preventiecampagnes schiet tekort. De bevolking heeft nauwelijks geldinkomen en beschikt niet over financiële middelen om dure medische behandelingen te betalen. Seizoenarbeid, mijnbouwenclaves, migratie en (burger)oorlogen dragen bij aan een snelle verspreiding. Religieuze overtuigingen, magie en socio-culturele factoren, wijdverbreide promiscuïteit en ongelijke man-vrouwverhoudingen vormen het recept voor een continentaal drama met HIV als overdraagbare besmettingsbron. Donororganisaties onderkennen hoezeer aids het ontwikkelingsproces in Afrika ondergraaft. De economisch actieve bevolking loopt terug en de komende tien jaar zal volgens prognoses van de Wereldbank en UNAids 15 tot 20 pro cent van de toch al precaire welvaart weggevaagd worden. Een negatieve spiraal van economische regressie, grotere armoede en verdere HIV-verspreiding ligt in het verschiet. IN DIT PERSPECTIEF nemen religieuze leiders in landen waar overheden na lang aarzelen besluiten tot actieve preventiecampagnes, een onbegrijpelijke houding aan. Het christelijke en islamitische verzet tegen condoomgebruik onder het voorwendsel dat hiermee promiscuïteit wordt aangemoedigd, belemmert een maatschappelijk draagvlak voor veilige seks. Intussen leggen radicale activisten de schuld voor aids bij de farmaceutische industrie omdat haar aids- remmende medicijnen exorbitant duur zijn. Maar de pillen vormen niet de bron van besmetting en doen vooralsnog niet meer dan symptoombestrijding. Ook al gaan farmaceutische bedrijven onder druk van de publieke opinie over tot prijsverlagingen, zelfs drastisch goedkopere pillen blijven onbereikbaar voor de arme massa's. De vraag is dus: hoe verder op de korte en langere termijn? De Afrikaanse onderontwikkeling kan niet van de ene op de andere dag worden doorbroken, maar de HIV-verspreiding kan worden ingedamd. Alléén dollars en medicijnen zijn daarvoor onvoldoende. Minimaal noodzakelijk zijn drastische voorlichtingscampagnes, om te beginnen over veilige seks, doorbreking van taboes op gedrag en man- vrouwverhoudingen, scholing en inspanningen voor verbetering van de volksgezondheid. Hiervoor zijn de medewerking van maatschappelijke organisaties, de inzet van internationale hulpinstellingen, multinationale ondernemingen en lokale overheden onontbeerlijk. Afrikaanse politieke leiders moeten hierin voorgaan en het laatste wat ze moeten doen is een valse voorstelling van zaken in stand houden. Zelfs onder gunstige omstandigheden is succes niet gegarandeerd en zijn resultaten pas na tijden zichtbaar. Maar het is de enige hoop in dit drama van onderontwikkeling en menselijk verdriet.
|
NRC Webpagina's 13 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|