|
|
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]()
NIEUWSSELECTIE
Televisie
|
F I L M V O O R A F :
L'Enfer
HANS BEEREKAMP
L'Enfer is een van de meest Hitchcockiaanse films van Chabrol. Zijn boek over Hitchcock verscheen al in 1957, jaren voor dat van Truffaut, en vooral in de vroege Chabrol-films valt de invloed van de grootmeester te herkennen. Paul (François Cluzet), een hotelhouder aan een meertje in de Auvergne, is zo'n ambivalente Hitchcock-held. Je weet als toeschouwer heel lang niet wat er werkelijk aan de hand is: Paul denkt dat zijn vrouw (Emmanuelle Béart) hem bedriegt. Kleine details wijzen in die richting, maar bewezen wordt het overspel nooit. De paranoia neemt de vormen aan van een obsessie, de vrouw belooft zelfs niet meer de stad in te gaan, en het eindigt ermee dat een radgekke Paul haar aan het bed vastbindt. Of niet, want er zijn twee eindes, en een titelkaart 'sans fin' (zonder einde). Aanvankelijk slaagt Chabrol erin om met subtiele middelen een briljant spel met de kijker: wie jokt, wie overdrijft, wie ensceneert zijn of haar ondergang, wiens hel is dit eigenlijk? Als psychologisch portret van mannelijke jaloezie (die zich in tegenstelling tot vrouwelijke jaloezie minder tegen de rivaal en meer tegen de partner richt) zou L'Enfer een mooi leerstuk zijn voor aspirant-fundamentalisten. Maar het einde is flauw, een open einde is in film per definitie nog minder bevredigend dan in een boek.
L'Enfer (Claude Chabrol, Frankrijk, 1993), ARD, 0.50-2.30u., twee talig.
|
NRC Webpagina's 10 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|