|
|
|
NIEUWSSELECTIE OPEC
|
Markt niet onder indruk
OPEC zet oliekraan wijder open
Door een onzer redacteuren
Dat hebben de olieministers van de OPEC gisteravond in Wenen besloten. Rilwanu Lukman, secretaris-generaal van de OPEC, sloot een nieuwe ingreep door de organisatie van olieproducerende landen niet uit. "We zullen al het nodige doen om de prijs van ruwe olie naar een redelijk niveau te brengen", zei hij na afloop op een persconferentie in het OPEC-hoofdkwartier. Analisten in de Verenigde Staten en Europa stonden gisteravond meteen klaar om de verhoging als ontoereikend af te doen. Omdat de tien OPEC- landen (Irak telt wegens de VN-sancties niet mee) in feite al een half miljoen vaten per dag meer produceren dan de quota waartoe ze in maart officieel hadden besloten, is de nettoverhoging maar 208.000 vaten, zo hadden ze uitgerekend. Zo'n kleine verhoging zal volgens hen de prijs van ruwe olie niet omlaag brengen, en dus ook niet de benzineprijs. Een woordvoerder van de OPEC zei gisteravond dat het besluit ook een oproep was aan de olieconsumerende landen, met name in West-Europa, die hun olieproducten (lees: benzine) "buitensporig belasten tot wel 70 procent", om ook eens iets aan hun prijzen te doen. Bovenop de productieverhoging van de OPEC komt waarschijnlijk nog die van de niet-OPEC-leden als Noorwegen (na Saoedi-Arabië de grootste olieproducent ter wereld) en Mexico. Naar verwachting zullen Noorwegen en Mexico naar aanleiding van het OPEC-besluit hun productie met in totaal tweehonderd- driehonderdduizend vaten per dag opvoeren. De officiële vergadering van de OPEC, die gisteravond met zo'n 90 minuten volgens waarnemers ongebruikelijk kort duurde, was voorafgegaan door langdurig intern beraad in een hotel in Wenen. Dat leverde in elk geval het resultaat op dat Iran, dat in maart officieel niet meedeed met de productieverhoging (toen 1,5 miljoen vaten per dag; 7 procent van de OPEC-productie) maar feitelijk wel, dit keer wel zijn handtekening onder het OPEC-akkoord zette. In maart was Iran nog boos op de Verenigde Staten, omdat die Saoedi-Arabië en daarmee de OPEC onder druk zouden hebben gezet. Met de productieverhogingen van gisteren en maart is de productieverlaging van maart vorig jaar vrijwel teruggedraaid. Die reductie leidde tot een verdrievoudiging van de olieprijzen tot 30 dollar per vat. Na de productieverhoging van afgelopen maart daalden de prijzen weer, om vervolgens toch weer snel te stijgen tot het niveau van maart. Die productieverhoging had dus niets geholpen. Volgens de jongste cijfers van het Internationale Energie Agentschap in Parijs (een quasi-officiële club van rijke landen) is er internationaal een overschot aan olie. De opnieuw gestegen olieprijzen schrijven analisten daarom vooral toe aan specifieke omstandigheden als benzineschaarste in de VS en voorraadvorming door olieconcerns in de rijke landen), en aan speculatie op de termijnmarkten in Londen en New York. De prijs van ruwe olie is gisteravond na het OPEC-besluit op de termijnmarkt in New York met 72 dollarcent per vat West Texas Intermediate gestegen, tot 31,37 dollar. In Londen vanmorgen bleef Brent-olie stabiel op 29,85 dollar per vat. Aandelen van Europese oliemaatschappijen schoten vanmorgen omhoog.
|
NRC Webpagina's 22 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|