|
|
NIEUWSSELECTIE
|
De nieuwe crisis rond het oude Stedelijk Museum
De ontbrekende miljoenen
"'t Schip is door de branding," zei een opgetogen Rudi Fuchs afgelopen dinsdag, een dag na Pinksteren, over de beslissing van burgemeester en wethouders van Amsterdam om 55 miljoen gulden op tafel te leggen voor de lang verwachte nieuwbouw van het Stedelijk Museum. Twaalf jaar heeft het hoofdstedelijk museum voor moderne kunst op de uitbreiding moeten wachten - en pas als de gemeenteraad op 19 juli met dit voorstel akkoord gaat, is het wachten definitief voorbij. Maar goed, museumdirecteur Fuchs en zijn zakelijk directeur Stevijn van Heusden, alsmede de wethouder van cultuur Saskia Bruines gingen er tijdens de persconferentie in het Stedelijk dinsdag toch van uit dat de buit binnen is. Weinig leek hun feestvreugde te kunnen temperen, en al helemaal niet het feit dat er nog eens 65 miljoen op tafel moet komen, en snel, om het bestaande museumgebouw uit 1895 grondig te renoveren en terug te brengen in de oude staat. Dat leek Fuchs amper een probleem: nu de gemeente A (55 miljoen) gezegd had, zou ze ook wel B (65 miljoen) zeggen, was zijn mening. Vandaar dat hij vaststelde dat wat hem betreft, als volgend jaar mei de nieuwbouw begint, ook meteen maar met de renovatie van de oudbouw moet worden begonnen, geld of geen geld. Hij kondigde meteen maar aan dat het hele museum gesloten zal zijn tijdens de komende nieuwbouwperiode: "Tot 4002 is het Stedelijk dicht voor de verbouwing," zei Fuchs - en naar nu blijkt is dat niet zo maar een verpreking. Het was een Freudian slip, een verspreking die aangeeft dat er meer aan de hand was. Hij werd gauw door zijn zakelijk directeur Stevijn van Heusden, beter in cijfers, gecorrigeerd: "Je bedoelt natuurlijk 2004. Of 2003," voegde hij er luchtigjes aan toe, met een snelle blik opzij, want wethouder Bruines zat tussen de beide museumdirecteuren in. De wethouder zweeg. Naar nu blijkt wist zij niets van deze sluitingsplannen. Namens haar liet haar woordvoerder gisteren weten dat Fuchs hier 'absoluut voor zijn beurt gesproken heeft'. De directeur had dit plan met redenen omkleed schriftelijk aan haar moeten voorleggen, voor hij zoiets te berde bracht. En zo werd op wat een triomf-persconferentie had moeten zijn - wethouder blij, museumdirecteur blij, een eind aan twaalf jaar gemodder over de nieuwbouw tussen museum en gemeente - een nieuw conflictje geboren. Het gemodder gaat door: er lijkt geen einde aan de moeizame wrijving tussen het museum, dat vooruit wil in de wereld, en het Amsterdamse stadsbestuur dat steeds maar weer nog lang niet zo ver is, en al helemaal niet met een geldbuidel klaar staat. De inzet van Fuchs is hoog. Hij wil van het Stedelijk 'het beste museum ter wereld voor de moderne kunst' maken. Eigenlijk is het Stedelijk al het beste museum ter wereld voor de moderne kunst, bleek uit Fuchs betoog. Alleen kun je dat nog niet zo goed zien. "Veel landen kennen een lange traditie van nationalisme," vertelde Fuchs, en dat is te zien bij de concurrenten van het Stedelijk: "De moderne kunst in het nieuwe Tate Modern museum in Londen is voornamelijk Engels. En de moderne kunst in Parijs spreekt voornamelijk Frans." Het Stedelijk heeft een internationalere achtergrond, een rijker geschakeerde collectie. "Bij ons is ook kunst uit Litouwen, Spanje, België en Schotland te zien," zei Fuchs. "We zijn niet het museum met de meeste Picasso's en ook niet het museum met de meeste Matisse's. Wel die met de meeste Malevitsj-doeken, als we de Russen van onze nek kunnen houden," zei hij, verwijzend naar de claims die de erven Malevitsj over hele wereld leggen op het werk van de Russische kunstenaar.
Pinksteren Maar dat is niet de troef van het Stedelijk, aldus Fuchs. Dat is 'de veelsprakigheid' van de kunst die het Stedelijk te bieden heeft. Het was duidelijk dat het net Pinksteren was geweest, want Fuchs' verklaring was geheel in de sfeer van het feest waarbij gevierd wordt dat de heilige Geest uitgestort wordt over de apostelen, die allemaal in een andere taal beginnen te praten: 'En zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken' (Handelingen 2:4). De 'veelsprakigheid' van de collectie van het Stedelijk moet veel meer zichtbaar worden gemaakt, aldus Fuchs. Daarom is uitbreiding nodig. Tentoonstellingen laten maar 'een fragment van een museum zien'. Maar deze ideeën over het Stedelijk, neergelegd in het recent verschenen beleidsplan Het museum als school, zijn door de critici meteen verkeerd uitgelegd, als zou het Stedelijk zich willen afkeren van de actuele moderne kunst. En dit nu, zei Fuchs, had hem buitengewoon geërgerd. Want zo is het niet: "Er is geen museum in de wereld met een zo zeer directe omgang met de moderne kunst als het Stedelijk." Hij wil de 'veelsprakigheid' beter tonen, en laten zien hoe de Westerse kunst door contacten met andere culturen steeds verandert. "Dat willen we vertellen en bezingen. Maar verwacht van ons niet dat we achter ieder nieuwtje of iedere mode aanlopen. Dat is onze taak niet als museum. Wij hebben een bredere kijk, een bredere taak." Fuchs is een man met een missie, dat werd dinsdag opnieuw duidelijk. Zijn kunst-inhoudelijke opdracht staat niet los van het museumgebouw; wat hij wil laten zien, hoe hij het wil laten zien is direct verbonden met het gebouw - daarom wilde hij ook de 'kunstenaar Siza' als architect. Dat Fuchs, nu het eerste deel van de 120 miljoen gulden die hij nodig heeft om die missie te volbrengen binnen is, niet lang meer wil wachten op de resterende 65 miljoen, is begrijpelijk. "Ik heb nog 7 jaren te gaan als directeur," zei Fuchs dinsdag. Bovendien heeft hij samen met zijn zakelijk directeur begin dit jaar meer dan duidelijk gemaakt dat de situatie in het oude museumgebouw 'onhoudbaar' is. De brandveiligheid is niet langer gegarandeerd, nu oorspronkelijke vluchtwegen volgebouwd zijn met kantoortjes. De werkruimtes zijn te benauwd en te klein, voldoen niet aan de arbo-wet.
Daglicht Vooral in de jaren vijftig en zestig zijn er tussenverdiepingen in het bestaande museum gekomen, ramen dichtgemaakt, kantoren bijgebouwd. Oorspronkelijk viel er door de nu volgestouwde patio's ook daglicht tot in de kelders van het museumgebouw. Architect Alvara Siza die het plan voor renovatie en nieuwbouw maakte, wil al die toevoegsels weg halen en de oude situatie zo veel mogelijk herstellen. De zalen op de begane grond krijgen daardoor hun oorspronkelijke hoogte terug; het licht zal weer tot onder in het museum kunnen komen; er moeten betere, geklimatiseerde zalen voor de kunstwerken komen, etc. etc. Maar zal het de gemeente lukken om binnen twee jaar 65 miljoen voor deze grootscheepse opknapbeurt te vinden? Worden de komende zeven jaren Fuchs' vette jaren? Op de persconferentie bleek al dat wethouder Bruines geen overhaaste besluiten over de renovatie wil nemen. "Het wordt punniken,"zei ze, en: "Ik heb geen 65 miljoen in mijn binnenzak zitten." Ze onthulde ook waarom het college ineens zo genereus was om nu toch met die 55 miljoen op tafel te komen voor de nieuwbouw. De reden was, zei ze 'omdat anders de rijksbijdrage van 17 miljoen, die in die 55 miljoen zit, weg zou vallen. Daar zit een tijdslimiet aan'. Met andere woorden: als het rijk zijn bijdrage aan de nieuwbouw niet aan een tijdslimiet had gebonden, dan had Fuchs nog kunnen wachten op zijn geld voor de nieuwbouw. Daarom is het verstandig van Fuchs dat hij de nieuwbouwactiviteiten als 'tijdslimiet' voor de renovatie aangrijpt. Anders is de kans groot dat je mooie nieuwe vleugels bouwt aan een nog verder verpauperd museumgebouw. Dat je je dan na zoveel jaren ook weer moet opknappen. Volgens Bruines komt dat allemaal in orde - over een paar jaar, als er een nieuwe raad gekozen moet worden. En als er misschien sponsors gevonden zijn, die aan de eisen van de gemeenteraad voldoen. En als het rijk misschien bij wil dragen. Want 65 miljoen geld is een hoop geld. Fuchs dacht dat hij door de branding was. Nu blijkt dat de gemeente daar heel anders over denkt. Hijs de zeilen, Fuchs. Hou zee!
|
NRC Webpagina's 16 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|