|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Imago-rijke mode drukt C&A weg
LONDEN, 16 MEI. "Clemens & August? Ik dacht dat C&A stond voor cheap and awful", grijnst de 50-jarige heer uit Devon. Hij houdt de wacht over twee kinderen, terwijl zijn vrouw verveeld het rek met kunststof nachtjaponnen doorneemt in een Londens filiaal van de Nederlandse confectiereus. Op zijn donkerblauwe poloshirt staat 'Next' geborduurd. Het tafereeltje illustreert treffend het probleem van het Nederlandse bedrijf, dat gisteren bekendmaakte alle 133 Britse en Ierse vestigingen te sluiten, met verlies van 5.000 banen. Gespecialiseerde kledingketens als Next, Gap, Monsoon, Kookaï, Karen Millen, Ciro Citterio en Warehouse hollen met hun duurdere maar imago-rijkere mode de voorheen onaantastbare positie van de Britse warenhuizen steeds verder uit. Marks & Spencer, waar de natie sinds jaar en dag zijn onderbroeken koopt, probeert met een laatste facelift nog het lot te keren. Arcadia, eigenaar van Miss Selfridge en Dorothy Perkins-winkels moest in april een kwart van zijn 2.600 filialen sluiten. En gisteren gooide C&A de handdoek in de ring, 75 jaar nadat het in Britse winkelstraten zijn debuut maakte met oerbrave maar betaalbare mode voor het hele gezin. Neil McCausland, algemeen directeur van C&A in het Verenigd Koninkrijk, noemde die beslissing gisteren "droevig en moeilijk". De aderlating van 875 miljoen gulden in de afeglopen vijf jaar was niet te stelpen geweest en het nieuwe centrale inkoopsysteem voor Europa bleek niet te zijn ingespeeld op de smaak van de Britse klant, zei hij met een onkarakteristiek vertoon van openhartigheid. De Brenninkmeijer-dynastie, die in 1841 begon met het garen- en bandwinkeltje van de Duitse emigrantenbroers Clemens en August in Nederland en die nog steeds eigenaar is van de 577 C&A-winkels in twaalf Europese landen, maakte tot twee jaar geleden niet eens intern jaarcijfers bekend. De geslotenheid - directeuren moesten een geheimhoudingseed zweren - ging wel hand in hand met een ongekende loyaliteit aan het personeel en hun families, die door C&A van wieg tot graf werden verzorgd. Wat daarvan nu terechtkomt, moet blijken. De Britse vakbonden, die overigens niet door C&A worden erkend, hebben de beslissing om de winkels zonder meer te sluiten alvast "een schande" genoemd. "Het is onwaarschijnlijk dat het bedrijf in Nederland of Duitsland hiermee ongestraft weg zou komen", aldus vakbondsleider Des Farell gisteren. Hij zei dat duizenden banen bij toeleveranciers nu ook in gevaar komen. C&A heeft beloofd personeel schadeloos te stellen voor hun ontslag met een bedrag van twee keer het wettelijk vereiste minimum. Het bedrijf zegt ook de nieuwe exploitanten van zijn winkels, die merendeels op toplocaties staan, te zullen pressen om ex-C&A-werknemers in dienst te nemen. Maar het personeel van het filiaal in het Londense winkelcentrum Brent Cross moet het nog zien. "We staan te suizebollen", zegt de dame die de lavendel- en vanillekleurige afdeling middelbare zomermode beheert en die haar naam niet wil zeggen. "De baas heeft ons vanmorgen bijeengeroepen en gezegd dat we worden ontslagen. En ook dat het wel een jaar kan duren voor deze winkel sluit. Laten we dat dan maar hopen." De manager zelf is niet bereid commentaar te geven. Zijn plaatsvervangster, een nerveuze jonge vrouw die haar kleding op het oog bij de hippere buren heeft gekocht, komt vergezeld door twee potige bewakers zelfs dringend verzoeken of de pers wil ophouden klanten te ondervragen, aangezien het hier een private property betreft. Brent Cross, aan de noordelijke rondweg van Londen, laat zien wat de crisis is waaraan C&A nu bezwijkt. De grootste huurders van het complex zijn Marks & Spencer, de V&D-klonen John Lewis en Fenwick en C&A, die elk een hoek bewonen. Aan de promenades daartussen zijn bijna honderd kleinere winkels gevestigd. Die zijn misschien afzonderlijk geen partij voor de reuzen in het 'middensegment' van de markt, maar hun gecombineerde niche-markets vormen een afschuwelijke concurrent. Britten die vroeger voor een spijkerbroek, een CD, een stuk zeep en een paperback één bezoek brachten aan een warenhuis, gaan daarvoor nu naar achtereenvolgens de Levi's Store, Virgin Records, de Body Shop en boekenkeizer W.H. Smith. En tussendoor nemen ze een cappucino of een pizzapunt bij een van de gespecialiseerde keten- eterettes in het winkelcentrum. Moeders die vroeger een of twee keer per jaar hun kinderen bij C&A in de kleren gingen zetten, kunnen nu letterlijk om de hoek bij C&A terecht bij maar liefst zeven verschillende winkels met kinderkleren, die op hun beurt weer afsplitsingen zijn van gevestigde niche-merken, van Next Childrenwear tot Gap Kids. Aan de onderkant van de markt doen goedkope kledingketens als Matalan en Peacocks hetzelfde. C&A probeert de gespecialiseerde markten het hoofd te bieden. De Britse website van het concern laat daarvan bijvoorbeeld een moedig staaltje zien met bewegende beelden van blije jongeren in "opwindende fashion", die zowel "exclusief" als "betaalbaar" wil zijn. Op de winkelvloer gebeurt hetzelfde. Zo heeft C&A een eigen jeans-hoek met popmuziek en het huismerk Clockwork, terwijl jonge vrouwen moeten worden verleid via de huismerkenYour 6th Sense en Yassica. Maar Bella (41), die de paarse en lila lycra topjes - twee voor tien pond, drie voor veertien pond - door haar mollige handen laat gaan, lijkt eerder representatief voor de klandizie. "Jammer dat ze gaan sluiten", zegt ze. "Ik kom hier graag. Niet vanwege de stijl, wel omdat het goedkoop is. En ik koop hier ook vaak kleren voor mijn moeder."
|
NRC Webpagina's 16 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|