Een topsportindex moet de prestaties van Nederlandse sporters en sportploegen op objectieve wijze in kaart gaan brengen. De AEX-index diende als voorbeeld.

Door een onzer redacteuren

AMSTERDAM, 16 JUNI. Sportkoepel NOC*NSF heeft vanmiddag in Amsterdam de Topsportindex gepresenteerd. De cijfers moeten een indicatie gaan geven van het algehele niveau van de Nederlandse topsport op internationaal gebied. De grote AEX-index heeft als voorbeeld gefungeerd. De officiële prestatie vond dan ook op Beursplein 5 plaats.

Het idee van een topsportindex is afkomstig van Joop Alberda, de technisch directeur van het team de mission van NOC*NSF. De inventieve oud-volleybalcoach wil met de index "een objectiever beeld" van de prestaties van de Nederlandse topsporters verkrijgen dan voorheen het geval was. "We hadden oprechte twijfel over de beoordeling in de publiciteit van de prestaties in het algemeen. Gaat het nou goed of slecht met de Nederlandse sport? Als er in een bepaalde sport slecht werd gepresteerd, ging het meteen slecht met de hele sport en andersom", legde Alberda zijn beweegredenen gisteren uit.

Alberda en andere vertegenwoordigers van NOC*NSF werden bij het opzetten van de Topsportindex geadviseerd door deskundigen van de Amsterdamse effectenbeurs. Met het indexcijfer in de hand is het voor de sportkoepel makkelijker bepaalde beleidsbesluiten te verantwoorden. Alberda spreekt over "nuttig gereedschap". "De index kan in grote lijnen een trend laten zien in de Nederlandse sport. Die valt op langere termijn best te sturen. Ook kunnen de afzonderlijke sportbonden hun persoonlijke bijdrage in de curve zien en daar hun conclusies uit trekken", aldus Alberda.

Voor het bepalen van de Topsportindex tellen alle olympische takken van sport mee. Hij komt tot stand op basis van de prestaties bij Europese- en wereldkampioenschappen. De score per tak van sport van het laatst gehouden kampioenschap vervangt steeds de score van het voorgaande evenement. Zo wordt de index actueel gehouden. Er wordt ook een aparte olympische index gemaakt. Tevens zijn er sub-indici voor individuele- en teamsporten en zomer- en wintersporten.

Een plaats bij de eerste acht van een Nederlandse sporter of ploeg levert een score voor de index op. De waarde van zo'n prestatie verschilt per sport en zal worden afgewogen naar de omvang van de betreffende sport. Daarvoor geldt als lijdraad het aantal aangesloten nationale bonden bij de overkoepelende internationale federatie. Om een vergelijking door de jaren heen te kunnen maken, zijn door NOC*NSF de indexcijfers sinds 1985 berekend. Bij de Olympische Spelen is dat vanaf 1960 gebeurd.

Het is de bedoeling dat het indexcijfer van de Nederlandse topsport twee keer per jaar openbaar wordt gemaakt. De eerste na de winterperiode, de tweede na de zomer.

( a d v e r t e n t i e s )