|
|
|
NIEUWSSELECTIE Europese Unie
|
Schröder doorkruiste strategie
Kok wilde vorig jaar naar Brussel
Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN
Met een nadrukkelijk Europees verzoek wilde hij zijn vervroegde aftreden als premier rechtvaardigen. Dit zeggen vier goed in Europese aangelegenheden geïnformeerde bronnen. De strategie van Kok leidde niet tot het door hem gewenste resultaat omdat hij en zijn diplomatieke adviseurs de bedoelingen van enkele belangrijke Europese regeringsleiders verkeerd hadden ingeschat. Veel regeringsleiders beschouwden Kok begin vorig jaar als een belangrijke kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Aan wie hem rechtstreeks vroeg of hij naar Brussel wilde, zei Kok echter dat hij geen belangstelling had voor deze functie. De Nederlandse premier veronderstelde volgens de eerder genoemde bronnen dat zijn collega's niet de vereiste eenstemmigheid over een andere kandidaat zouden bereiken en ten slotte extra druk op hem zouden uitoefenen om toch naar de Europese Commissie te gaan. Kok hoopte vorig jaar dat Europa hem onmisbaar zou vinden. Dat zou zijn vertrek als premier voor Nederland aanvaardbaar moeten te maken. Het tweede kabinet- Kok was pas in augustus 1998 aangetreden. De strategie van de Nederlandse premier werd in maart 1999 doorkruist door de Duitse bondskanselier Schröder. Duitsland was op dat moment voorzitter van de Europese Unie. Schröder zei bij het begin van de topbijeenkomst van Europese regeringsleiders in Berlijn dat hij eerst de benoeming van een nieuwe voorzitter van de Europese Commissie wilde regelen. Hij had Koks afwijzing van de Brusselse functie ernstig genomen en de mogelijke kandidatuur van de Nederlandse premier afgeschreven. Voor Kok was dat een volkomen verrassing. Bronnen in Brussel zeggen dat hoewel premier Kok belangstelling had voor het voorzitterschap van de Commissie, hij dit zo vaak ontkende dat veel regeringsleiders gingen denken dat hij dit meende. De Luxemburgse premier Juncker kreeg tot drie keer toe van Kok te horen dat deze de Brusselse functie niet wilde. Hij vond dat Kok "een excellente voorzitter" van de Commissie zou zijn. Volgens functionarissen die nauw bij de organisatie van de Berlijnse top betrokken waren, had Kok erop gerekend dat de kwestie van de Commissievoorzitter pas aan het einde van de top aan de orde zou komen. Hij had verondersteld dat de regeringsleiders uitgeput zouden zijn van hun onderhandelingen over de langetermijnfinanciering van de Europese Unie. Hij nam aan dat ze het op dat ogenblik niet over een nieuwe voorzitter van de Europese Commissie eens zouden kunnen worden. Tactiek van Schröder werd niet doorzien
Staatssecretaris Benschop van Europese Zaken was bij zijn aankomst in Berlijn vorig jaar maart zeker dat er eerst een akkoord over de geldzaken moest komen. "Tot die tijd wordt er geen voorzitter van de Europese Commissie benoemd", zei hij. Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken had drie dagen eerder ook al met stelligheid gezegd : snel na Berlijn moet er een speciale top van Europese regeringsleiders worden georganiseerd voor de benoeming van een nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Dat had premier Kok had vermoeide gezelschap regeringsleiders na de financiële onderhandelingen in Berlijn ook willen voorstellen: verschuif de moeilijke keuze van een Commissievoorzitter naar een speciale topbijeenkomst. Kok nam aan dat hij op die speciale top met zijn kandidatuur een patstelling zou kunnen doorbreken als niet alle regeringsleiders zich achter de kandidatuur van de Italiaanse ex-premier Romano Prodi zouden scharen. Kok was niet de enige regeringsleider die aan de top van Berlijn begon met de gedachte dat een nieuwe bijeenkomst moest worden belegd om een voorzitter van de Europese Commissie te noemen. De Belgische premier Dehaene zei aan de vooravond van de bijeenkomst in Berlijn zeker te zijn dat bondskanselier Schröder als fungerend voorzitter van de Europese Unie een speciale top over het voorzitterschap van de Commissie zou organiseren. Al in december 1998 gaf Kok zijn naaste omgeving de indruk belangstelling te hebben voor de functie van voorzitter van de Europese Commissie. Dat was tijdens de topbijeenkomst van Europese regeringsleiders in Wenen. De Telegraaf publiceerde toen het bericht dat Kok volgens diplomaten een serieuze kans maakte om de toenmalige Commissievoorzitter Santer het volgende jaar te kunnen opvolgen. Dat was door een hoge Nederlandse diplomaat aan De Telegraaf gezegd. Toen Kok het bericht 's morgens las keken Nederlandse diplomaten met gekromde tenen toe, omdat zij een geërgerde reactie van de premier verwachtten. Maar tot hun verbazing zei Kok: "Het is toch leuk als ze zo over je praten." Op vragen van journalisten ontkende de premier vervolgens belangstelling te hebben voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Kok zei dat hij in Nederland zijn werk moest afmaken. Op dat ogenblik leek de benoeming van een nieuwe Commissievoorzitter overigens nog veraf. De Europese regeringsleiders zouden in juni 1999 een besluit moeten nemen over de opvolging van Commissievoorzitter Santer, wiens mandaat pas eind vorig jaar zou aflopen. Maar de kwestie van Santers opvolging werd versneld toen de Europese Commissie onder druk van het Europees Parlement in maart vorig jaar tot aftreden werd gedwongen. Bij het begin van de top van Berlijn bleek het een verrassing voor Kok en zijn strategische adviseurs dat de Duitse bondskanselier Schröder met de Italiaanse premier D'Alema, de Britse premier Blair en de Franse president Chirac en premier Jospin een kleine samenzwering had gesmeed. Schröder had samen met hen een plan gemaakt om met zo weinig mogelijk tegenstand bij de start van de top Prodi benoemd te krijgen. Hij wilde met de benoeming van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie de top van Berlijn vanaf het eerste ogenblik tot een persoonlijk succes maken. Tot verbazing van de regeringsleiders die niet bij de geheime afspraak betrokken waren - onder wie Kok - stelde Schröder kort na het begin van de top voor om Prodi tot Commissievoorzitter te benoemen. Vlot stemden Blair, Chirac, Jospin en D'Alema hiermee in. Door andere regeringsleiders werd nog even voorzichtig gesputterd. De Spaanse premier Aznar en zijn Zweedse collega Persson deden een ultieme poging om de kwestie naar het einde van de Berlijnse top te verschuiven. Maar ze gaven al snel toe en toen besloten de Europese regeringsleiders bij de start van de top van Berlijn eensgezind tot de benoeming van Prodi tot voorzitter van de Europese Commissie.
|
NRC Webpagina's 13 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|