U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier EK 2000


Gescheiden door oorlog en politiek


Joegoslavië speelt vanavond tegen de voormalige deelstaat Slovenië. Het is geen beladen duel, daarvoor is er tijdens de oorlog in 1991 te weinig gevochten op Sloveens grondgebied. Toch staat er voor de Joegoslaven veel op het spel. "Verliezen is geen verrassing, verliezen is een catastrofe."

Door Jaap Bloembergen

De pathetische woorden klinken een tikje vreemd uit de mond van een multimiljonair. "Niet de politieke, maar de economisch situatie zal ons stimuleren op het veld", zegt sterspeler Sinisa Mihajlovic op de persconferentie van het Joegoslavische elftal in het Waalse Nivelles. De trapspecialist van Lazio Roma draagt een glimmend horloge, een glimmende polsband en een Italiaanse zonnebril die waarschijnlijk niet op een rommelmarkt in Belgrado te koop zijn.

Mihajlovic die meeleeft met de armoede in zijn geboorteland. Moeten we hem geloven? Een Kroatische verslaggever weet zeker van niet. Deze jongens denken alleen aan hun eigen portemonnee, meent hij. Ze beschouwen het EK als een gezellige reünie van jeugdvrienden. Hij erkent dat de Kroatische voetballers ook niet erg ethisch denken en handelen. De sporthelden van de Balkan zijn vervreemd van hun achterban.

Maar toch. Wie vorige week bij de NCRV de documentaire 'Het Laatste Joegoslavische Elftal' bekeek, krijgt een genuanceerder beeld van de veelverdieners op het voetbalveld. Predrag Mijatovic blijkt in de film meer betrokken dan tijdens de persconferentie. In Nivelles staart hij een kwartier lang schijnbaar ongeïnteresseerd naar zijn horloge, dat in prijs kan wedijveren met het klokje van zijn ploeggenoot Mihajlovic.

"We moeten sport en politiek niet verwarren", antwoordt Mijatovic op een vraag van een Sloveense journalist. "We zijn zeker geen vijanden. Ik heb met drie Slovenen nog samengespeeld in Belgrado." In de documentaire van regisseur Vuk Janic blijkt de aanvaller van Fiorentina een stuk spraakzamer. "Hoewel wij als spelers bij elkaar wilden blijven, heeft de politiek anders beslist. Dat kwelt mij", zegt Mijatovic over het uiteenvallen van een talentvol elftal.

De documentaire is een indrukwekkende weergave van een verscheurde voetbalnatie. We zien beelden van het geboortehuis van Mihajlovic. Jeugdfoto's van de latere sterspeler zijn verminkt. Het huis is geplunderd. In zijn Romeinse villa is het momenteel veel beter toeven, begrijpen we uit de beelden.

Mihajlovic is de zoon van een Kroatische moeder en een Servische vader. Hij vertelt over zijn gemengde gevoelens bij het aanhoren van de verschillende volksliederen. "Ik voelde me belachelijk", zegt Mihajlovic. "Toen ik in het leger ging, moest ik invullen welke nationaliteit ik had. Ik wist het niet. We zeiden thuis altijd dat we Joegoslavisch waren."

Mihajlovic behoort tot de gouden generatie die in 1987 de wereldtitel bij de jeugd veroverde. Het elftal speelde destijds hogeschoolvoetbal in Chili en staat in voetbalkringen nog steeds te boek als de 'Chilenen'. Exotische namen om niet snel te vergeten: Davor Suker, Zvonimir Boban, Robert Prosinecki, Dejan Savicevic, Predrag Mijatovic en Sinisa Mihajlovic.

Ze werden sterspelers, maar ze konden de hooggespannen verwachtingen in het nationale elftal nooit waarmaken. Met dank aan hun speelse karakter. Met dank aan de oorlog. Met dank aan de boycot van de Verenigde Naties. Joegoslavië mocht in 1992, 1994 en 1996 niet meedoen aan een eindronde. Met dank ook aan de onafhankelijkheid van Slovenië, Bosnië en vooral Kroatië.

Suker, Boban en Prosinecki koesteren de rood-wit geblokte vlag. Met name de Kroaat Boban, middenvelder van AC Milan, blijkt in de documentaire over sterke nationalistische gevoelens te beschikken. "De geschiedenis is onveranderbaar", doceert Boban. "Ik speel met mijn hele hart voor Kroatië. Ik ben nu niet meer kapot te krijgen in het veld. Nooit waren mijn gevoelens zo sterk."

Boban was degene die tijdens een bekerduel in 1990 tussen Dinamo Zagreb en Rode Ster Belgrado een karatetrap uitdeelde aan een provocerende politieagent. Hij heeft geen moment spijt van gehad van de wraakactie op "de dag dat het Joegoslavische voetbal stierf". Het bewuste bekerduel wordt wel beschouwd als de voorbode van de oorlog.

Over zijn vriendschap met zijn voormalige ploeggenoot Savicevic - een Montenegrijn van geboorte - troost Boban zich met de luxe van het telefoonverkeer. "We bellen elkaar, want we zijn vrienden van elkaar", beaamt Mihajlovic, die met een veel nuchterdere kijk aan het verleden refereert. Hij koestert zijn luxe leven en zegt "nooit meer terug naar mijn geboortedorp te willen".

De Joegoslavische bondscoach Vujadin Boskov doet op de persconferentie liever geen politieke uitspraken. Zijn voorbespreking van de wedstrijd tegen Slovenië zorgt voor hilariteit in de perszaal. "Een nederlaag zal geen verrassing zijn, wel een catastrofe", zegt de 69-jarige trainer die in een grijs verleden bij ADO en Feyenoord werkzaam was. Boskov is de belichaming van een sluwe vos. Hij is ook een vaderfiguur voor de volgevreten vedetten. Zij hangen aan zijn lippen, voordat ze zich vergapen aan een computerspelletje in de lobby van het hotel. Zoals bijna alle voetballers maken ze in het trainingskamp een verveelde indruk. Met hun mobiele telefoon in de aanslag sloffen ze door de lobby. Ze mogen geen privé-gesprekken voeren met bekende journalisten, zo ervaart Dejan Govedarica van RKC Waalwijk. Hij is tiende reserve, maar hij ondergaat dezelfde vernedering als zijn beroemde landgenoten. Boskov is een strenge leermeester die geen ruimte geeft voor losbandigheid. Maar hoe denkt hij een eenheid te maken van een elftal vol vreemdelingen? In het basiselftal tegen Slovenië staan spelers die in zeven verschillende landen competitie spelen. "Ik heb weinig tijd om hen van sommige gewoonten af te helpen", verklaart Boskov. "Daarom praten we deze week alleen over voetbal en niet over politiek."

Boskov kent de historische verhoudingen tussen Joegoslavië en Slovenië en geeft desgevraagd een getalsmatig overzicht tussen beide landen. Joegoslavië telt acht miljoen inwoners (inclusief Kosovo tien miljoen), Slovenië twee miljoen. Joegoslavië telt officieel 125.000 voetballers. In Slovenië staan slechts 22.000 spelers geregistreerd. "Maar we mogen Slovenië niet onderschatten. Het heeft zich niet voor niets geplaatst voor dit toernooi", meent Boskov.

Voor een overzicht van de Micky Mouse War, zoals de oorlog tussen de Serviërs en de Slovenen wel wordt genoemd, zijn we aangewezen op andere bronnen. Beide landen zijn slechts tien dagen met elkaar in oorlog geweest. In 1991 sneuvelden 68 mensen. In Slovenië is slechts één procent van Servische afkomst. Nee, de wedstrijd tegen Joegoslavië is voor de Slovenen geen sportieve wraakoefening. Een vergelijking met de bloedige kwalificatieduels tussen Joegoslavië en Kroatië gaat mank. "Ik zal mijn collega vriendelijk de hand schudden", belooft Boskov aan het eind van de persconferentie. De collega heet Srecko Katanec, zijn vroegere pupil bij de Italiaanse club Sampdoria met wie hij onder een dak heeft geslapen.

'Het Laatste Joegoslavische Elftal' is definitief uit elkaar, de vroegere strijdmakkers treffen elkaar tegenwoordig op vreemde bodem. Vanavond valt de eer te beurt aan Charleroi, de industriestad die tijdelijk in een vestingstad is omgetoverd. Want Joegoslavië- Slovenië is voor de Belgische politie kinderspel vergeleken met Duitsland-Engeland, twee oorlogsrivalen uit een minder recent verleden.

NRC Webpagina's
13 JUNI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad