Kamer krijgt eigen onderzoeksbureau

Door onze redacteuren
GIJSBERT VAN ES en
KEES VAN DER MALEN
DEN HAAG, 10 JUNI. De Tweede Kamer krijgt een eigen onderzoeksbureau. Een vaste groep onderzoekers moet de Kamerfracties bijstaan bij het beoordelen van rapporten over complexe onderwerpen, zoals de WAO, de uitbreiding van Schiphol en de integratie van minderheden.

De fractievoorzitters in de Kamer praten binnenkort over oprichting van een Verificatiebureau als een van de mogelijkheden om de controletaak van de Kamer te versterken. Ook willen zij dat de Kamer vaker onderzoek uitbesteedt aan instanties als de Algemene Rekenkamer, het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau om minder afhankelijk te zijn van de informatie van departementen.

De fractieleiders zijn op diverse onderdelen zeer ontevreden over het functioneren van de Tweede Kamer, zo stellen zij vandaag in gesprekken met NRC Handelsblad. Zij menen dat de afgelopen jaren onvoldoende vooruitgang is geboekt bij de vernieuwing van de werkwijze van de Kamer. "Het blijft steken in het inventariseren van ideeën en verlangens", stelt D66-leider De Graaf. Tweede-Kamervoorzitter Van Nieuwenhoven erkent dat er "zo langzamerhand wat knopen moeten worden doorgehakt".

Van Nieuwenhoven meent dat de fractievoorzitters de afgelopen jaren onvoldoende belangstelling hebben getoond voor het werk van de Commissie voor de Werkwijze, die voorstellen voor wijziging van het reglement van orde moet voorbereiden. De meerderheid van fractieleiders wil een zogenoemd Seniorenconvent oprichten, waarin de voorzitters zelf vaker bijeenkomen om leiding te geven aan de reorganisatie van het Kamerwerk.

VVD-fractieleider Dijkstal pleit ervoor dat de Kamer haar werkwijze aanpast aan de zwaarder wegende controletaak. "De Kamer opereert wezenlijk anders dan een kwart eeuw geleden, maar nog steeds hebben we de juiste methoden en technieken niet gevonden om onze ambities als controleur van de regering waar te maken", zegt hij. Alle fractievoorzitters willen de controletaak versterken. D66'er De Graaf zou graag zien dat de Kamer nagaat wat geleerd kan worden van de parlementaire enquêtes en onderzoeken die de afgelopen twintig jaar zijn gehouden. Tussen regeringsfracties en oppositie bestaan tegelijkertijd grote verschillen over de feitelijke veranderingen die in de werkwijze van de Kamer moeten worden doorgevoerd. Fractieleider Rosenmöller van GroenLinks: "Als we verzeild raken in een sfeer van 'minder moties, minder vragen, minder spreektijd, minder interrupties', dan ben ik gauw uitgepraat."

Zie ook:

Onmacht en kippendrift (Zaterdags bijvoegsel, 10 juni 2000)

( a d v e r t e n t i e s )