|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ethiopië
|
Ethiopiërs verdedigen verbeten land en
waardigheid
ADDIS ABEBA, 15 MEI. Tesfai Gabre Haile excuseert zich voor zijn emoties. "Wij Ethiopiërs kennen nu eenmaal sterke nationalistische gevoelens", zegt hij. Geagiteerd ijsbeert hij door zijn advocatenkantoor in de hoofdstad Addis Abeba. "Wat denken die Eritreeërs wel? Al pikken ze maar één meter van ons grondgebied in, we zullen ons land verdedigen." Tesfai gaat een stap verder en pleit er voor een deel van Eritrea te veroveren. "Deze oorlog duurt voort tot we weer over een uitweg naar zee beschikken door de havenstad Assab te veroveren. Je kan niet ongestraft 60 miljoen Ethiopiërs de strot afknijpen." Ethiopië deed dit weekeinde een eeuwenoude traditie eer aan: het is een natie waar de heersers barbaarse oorlogen voeren en de bevolking honger lijdt. Het gesprek van de dag in de hoofdstad is de hervatting van het conflict met Eritrea. De verkiezingen die dit weekend in Ethiopië werden gehouden - de eerste meerpartijenverkiezingen in de historie - krijgen nauwelijks aandacht. Iedereen praat alleen over de heroïsche strijd. "De glorie voor onze strijdkrachten past zonder twijfel in de traditie van het land en zijn bevolking", vermeldt een oorlogscommuniqué. Verontwaardigd reageert de Ethiopische premier Meles Zenawi op de vraag van buitenlanders waarom er oorlog wordt gevoerd over een stuk onvruchtbare woestijn op een moment dat miljoenen Ethiopiërs door droogte honger lijden. "Moeten we wachten tot onze magen gevuld zijn alvorens we onze soevereiniteit mogen verdedigen?" Na afloop van een mislukte vredesmissie verweet de Amerikaanse VN- gezant Richard Holbrooke de leiders van Ethiopië en Eritrea vorige week een gruwelijk gebrek aan aandacht voor de belangen van hun burgers. Zijn uitspraak vond geen gehoor want Holbrooke negeerde de nationalistische gevoelens die het conflict aanwakkeren. In beide landen staan de bewoners pal achter hun leiders in de oorlog. "We moeten niets van Meles en zijn regering hebben", geeft een inwoner van Addis Abeba een algemeen gevoelen jegens de premier weer, "maar in deze oorlog steunen we hem. Hij toont zich een echte nationalist en een groot Ethiopisch leider." De inwoners blijken bereid grote offers te brengen. Sinds het uitbreken van de oorlog twee jaar geleden verloren tenminste 50.000 soldaten het leven, vooral Ethiopiërs. Aan Ethiopische zijde worden op grote schaal arme boertjes en werkloze stadsjongeren gerecruteerd. Ze worden vervolgens na een snelle training in golven door de mijnenvelden op de loopgraven van de Eritrese soldaten afgestuurd. Met honderden tegelijk worden ze afgeschoten. In vrijwel ieder Afrikaans land zou een zo hoog aantal slachtoffers tot oorlogsmoeheid en een oppositiebeweging tegen de regering leiden. Niet in Ethiopië. "We moeten ons land en onze waardigheid verdedigen", zegt Tesfai. Jong en oud in Ethiopië accepteren de verliezen en willen tot de laatste bloeddruppel doorvechten. Ethiopië begon vrijdagochtend de nieuwe ronde van gevechten. Op verscheidene fronten valt het massaal de Eritreeërs aan. Het zegt 60.000 van hen te hebben 'uitgeschakeld'. Eritrea zegt 25.000 Ethiopiërs te hebben gedood en gewond. De Ethiopische regering probeert Eritrea op een van de drie fronten een zware nederlaag toe te brengen. Het enige Ethiopische gebied dat Eritrea nog bezet sinds de invasie waarmee de grensoorlog twee jaar geleden begon, ligt bij de stad Zalambessa. Het eerder door Eritrea veroverde gebied bij het westelijker gelegen front rond Badme werd vorig jaar februari al door Ethiopië heroverd. Toch zal Ethiopië vermoedelijk op dat westelijke front zijn inspanningen concentreren omdat het door de hoge bergen rond Zalambessa moeilijk vechten is. "Ethiopië wil de Eritrese president Issayas Aferworki bovenal een psychologische slag toebrengen, het gaat al lang niet meer om louter betwist grondgebied", meent een diplomaat. De mogelijkheid dat daarbij bombardementen op grote steden buiten de gevechtzones gaan plaatsvinden, kan niet worden uitgesloten. Aan Ethiopische kant staan 350.000 soldaten opgesteld, aan Eritrese zijde 250.000. Beide landen deden de afgelopen maanden militaire inkopen ter waarde van miljoenen dollars. Ethiopië had vóór het uitbreken van de oorlog twee jaar geleden juist zijn defensie uitgaven teruggebracht van 1,3 miljard dollar in 1991 tot 124 miljoen dollar in 1996. Aan deze ontwapening kwam met het uitbreken van de oorlog abrupt een einde. De Eritrese militairen zijn beter getraind maar Ethiopië is een veel groter land. Op de lange termijn is het vrijwel onvermijdelijk dat de zege aan Ethiopië toevalt. De oorzaak van de ruzie tussen beide landen gaat terug tot de samenwerking van de guerrillabewegingen van de huidige regeringshoofden, Meles en Issayas, in de jaren zeventig en tachtig tegen de toenmalige regering van president Mengistu. Met medewerking van Meles kreeg Eritrea na de val van Mengistu in 1993 zijn onafhankelijkheid. Vele Ethiopiërs hebben de pijn van deze scheiding met Eritrea nooit kunnen verwerken en hopen dat deze oorlog leidt tot de verovering van Eritrea of ten minste de havenstad Assab. Dat is niet het doel van Meles maar hij laat geen gelegenheid onbenut op te verklaren hoe hij zich in zijn rug gestoken voelt door zijn oude strijdmakker Issayas. Meles Zenawi en Issayas Aferworki hebben dezelfde handicap: ze slagen er onvoldoende in zich te ontdoen van hun verleden als guerrillastrijder en uit te groeien tot staatslieden en politici. Krijgshaftige gevoelens van eer en arrogantie zijn bij hen sterk ontwikkeld. Vooral Issayas heeft de neiging eerst stevige klappen uit te delen om vervolgens te gaan praten. Issayas wilde het conflict twee jaar geleden aanwenden om de positie van Meles te ondermijnen. Door een snelle militaire actie hoopte hij dat een gedemoraliseerde Ethiopische bevolking zich van de impopulaire Meles zou ontdoen. Verder moest het Ethiopische nationalisme worden verzwakt, zodat Eritrea zijn politieke hegemonie kon vestigen in de regio. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Meles heeft zijn positie versterkt en is nu uit op de ondergang van Issayas, waarna hij een verzwakt Eritrea zijn voorwaarden kan opleggen. Tesfai heeft zijn zenuwachtige loopje in zijn kantoor gestaakt. "Misschien is onze houding irrationeel maar wij laten ons sinds mensenheugenis leiden door nationalistische gevoelens", besluit hij. Het historisch besef van Ethiopiërs is groot. "Weet je wie ik waardeer', zegt hij. "Willem van Oranje, die verdedigde de waardigheid van de Nederlanders. Ik weet dat daarom de Nederlanders begrijpen waarom wij Ethiopiërs vechten."
|
NRC Webpagina's
15 MEI 2000
|
Bovenkant pagina |