|
|
|
NIEUWSSELECTIE Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
|
Belg werkt graag als tandarts in Groningen
ROTTERDAM, 25 JAN. In de hal van de faculteit tandheelkunde in sche stad Gent hing een briefje: tandarts gezocht voor een praktijk in Nederland, provincie Groningen. Koen Coudron was vierentwintig, hij was net afgestudeerd, en hij had weinig zin, zegt hij nu, om in België 'slaaf' van zijn patiënten te worden. "Belgen verwachten dat je hen 's avonds helpt, of op zaterdagochtend. En als je net begint, moet je ook op zondagochtend. Doe je dat niet, dan heb je geen klanten. Je moet héél vriendelijk en behulpzaam zijn in België, je moet jezelf verkopen." Vorig voorjaar werd hij tandarts in Veendam, Groningen. In België zijn er te veel tandartsen. Ze lijden, volgens Coudron, armoe - in stilte. Het geld dat ze investeren in een praktijk halen ze er nauwelijks uit. Ook in Duitsland worden er te veel opgeleid. In de deelstaat Noordrijn-Westfalen bijvoorbeeld zijn er zo'n driehonderd werkloze tandartsen. In Veendam heeft Coudron meer patiënten dan hij aan kan, nieuwe weigert hij. En hij vindt dat hij goed verdient. Hoeveel precies weet hij niet, hij moet nog belasting betalen. Volgens de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) verdient een tandarts in Nederland gemiddeld 165.000 gulden bruto per jaar. De Nederlandse tandarts die een collega zocht voor een praktijk in de provincie Groningen had ook briefjes laten ophangen in de universiteit van Leuven, en zelfs in Stockholm. Hij heeft ook een Iraanse tandarts gevonden, opgeleid in België, voor Veendam. In Leeuwarden heeft zich vorige maand ook een Iraniër gevestigd die in België is opgeleid. Een nieuwe praktijk, en vanaf de eerste dag meldden de patiënten zich vanzelf. Hij ziet er nu meer dan twintig per dag, pauzeert nauwelijks, werkt door tot zes of zeven uur 's avonds. Hij wil graag veel verdienen. En in Friesland, zegt hij, heeft hij verder toch niks te doen. Er is in Nederland een groot tekort aan tandartsen, zeventig procent van de tandartspraktijken neemt geen nieuwe patiënten meer aan. In Groningen, Friesland, Drenthe en in Rotterdam ligt dat percentage nog hoger. Het tekort in het noorden ontstond vooral door de sluiting, in de jaren tachtig, van de faculteit tandheelkunde in Groningen. Er waren geen jonge tandartsen meer die bleven wonen in de regio waar ze hadden gestudeerd. Er waren begin jaren tachtig te veel tandartsen, en hun opleiding was duur. Ook de faculteit in Utrecht werd gesloten - de universiteit had net een nieuw gebouw neergezet dat speciaal was ingericht voor tandheelkundestudenten. Dat er in de buurt van Utrecht nog wel relatief veel tandartsen zitten, komt volgens een woordvoerder van de NMT omdat het Gooi voor veel tandartsen aantrekkelijk is om te wonen, aantrekkelijker dan bijvoorbeeld Rotterdam. En, zegt hij: "In die stad heb je veel patiënten uit mediterrane gebieden. Die gaan alleen maar naar de tandarts als het echt nodig is. Dat betekent veel meer werk." De sluiting van twee faculteiten bleek te ingrijpend, Groningen ging weer open. Al eind jaren tachtig werd voorspeld dat er een tekort zou ontstaan. Maar er waren weinig beleidsmakers en tandheelkundig specialisten die in die tijd konden voorzien wat het probleem nog dringender zou maken: meer ouderen in Nederland houden hun eigen tanden en kiezen. Vanaf 2003 wordt het tekort aan tandartsen ernstiger: per jaar gaan er dan zo'n 450 met pensioen en er komen er maar 200 tot 220 afgestudeerde tandartsen bij. Tandartsen die lang niet allemaal voltijds willen werken. Als er niks gebeurt, waarschuwt de NMT, de koepelorganisatie van tandartsen, hebben twee miljoen Nederlanders over tien jaar geen tandarts. En dat noemt de organisatie een 'voorzichtige schatting'. Nu zijn er 7.000 tandartsen, er zal een tekort ontstaan van duizend. Gisteren ondertekenden de NMT, de zorgverzekeraars en het ministerie van VWS 'meerjarenovereenkomsten'. Er zullen extra studenten worden toegelaten tot de opleiding tandheelkunde, twintig per jaar meer dan nu. Tandartsen moeten meer overlaten aan mondhygiënisten, en tandarts- assistenten moeten worden opgeleid om taken van de tandarts over te nemen. De tandarts zelf zal, vindt de NMT, 'manager' moeten worden van een praktijk waarbij ook tandtechnici zijn aangesloten. Maar er zijn ook al te weinig mondhygiënisten en de opleidingen voor tandarts- assistenten trekken ieder jaar minder studenten. Het wordt ook moeilijk nog meer tandartsen op te leiden: universiteiten kunnen al bijna geen docenten vinden voor het vak, tandartsen verdienen veel meer in hun praktijk dan in de collegezaal. Ziektekostenverzekeraar Geové/RZG in Groningen heeft vorig jaar een contract afgesloten met een tandarts over de grens in Duitsland, en het tweede contract in Duitsland is er bijna. De verzekeraar is ook van plan werkloze tandartsen uit Duitsland naar Nederland te halen. Een beetje bang is Geové/RZG wel: Duitse tandartsen zetten graag kronen, ook als een eenvoudige vulling voldoende is. Een vulling kost vijftig of zestig gulden, een kroon zevenhonderd. De Duitsers zeggen dat ze liever geen amalgaan gebruiken, dat spul zou ongezond zijn voor de patiënten. De verzekeraar zal ze in een speciale cursus uitleggen dat dat onzin is, dat wetenschappelijk is aangetoond dat je van een bord eten meer zware metalen binnen krijgt dat van een vulling. En de verzekeraar zal ze ook waarschuwen: in Duitsland verdienen tandartsen twee keer zoveel als in Nederland.
|
NRC Webpagina's
25 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |