M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Openbaar Ministerie in cassatie tegen vrijspraak van
Waterdrinker
'Creatieve vrijheid is in geding'
AMSTERDAM, 25 JAN. "Mijn naam is door het slijk gehaald. Pieter Waterdrinker - daar kleeft nu een geur aan van 'fout', 'antisemitisch'. Verwijzingen naar mijn boek helpen daar niet tegen, want mensen praten elkaar na zonder het eerst zelf te lezen." Schrijver-journalist Pieter van der Sloot, die voor De Telegraaf als correspondent in Moskou werkt, is een paar dagen in Nederland. Wegens problemen met zijn computer, maar ook om zijn zegje kunnen te doen in de affaire die is losgebarsten rond zijn debuutroman uit 1998, Danslessen. Vorige week werd bekend dat het Openbaar Ministerie cassatie instelt tegen de vrijspraak van Van der Sloot alias Pieter Waterdrinker belediging. Kort na de verschijning van Danslessen in april 1998 hoorde Van der Sloot dat de burgemeester van Zandvoort, M. van der Heijden, zich persoonlijk beledigd voelde door de manier waarop hij in het boek voorkwam, en een klacht tegen de schrijver had ingediend. Van der Sloot: "Volgens mij had hij het boek op dat moment nog niet eens uit. Ik heb hem meteen opgebeld en gezegd dat er sprake was van een afschuwelijk misverstand, dat ik aan zijn kant stond, maar de man was al volledig te kwader trouw. 'De zaak ligt nu in handen van justitie', zei hij alleen maar, en hing op. Van anderen vernam ik dat hij in zijn 4 mei-lezing zijn toehoorders gewaarschuwd heeft tegen 'mensen zoals Pieter Waterdrinker'." Een jaar later hoorde Van der Sloot in Moskou van zijn veroordeling door de Haarlemse politierechter tot een boete van 500 gulden, waarvan 250 voorwaardelijk, wegens persoonlijke belediging van Van der Heijden. Op de beschuldiging van belediging van de joden als groep was hij vrijgesproken. Van der Sloot: "Bij verstek veroordeeld, heet dat. Justitie heeft een fout gemaakt bij het verzenden van de dagvaarding, waardoor ik nooit iets heb ontvangen. Ik wist niet eens dat het tot een strafzaak gekomen was." Van der Sloot nam advocaat H. Doeleman uit Amsterdam in de arm, ging in hoger beroep en werd door de Amsterdamse rechtbank op alle punten vrijgesproken. De zaak leek voorbij, totdat het OM bekend maakte cassatie tegen het vonnis in te stellen. Van der Sloot: "Als ik alsnog word veroordeeld, heeft dat vergaande consequenties voor de creatieve vrijheid van Nederlandse schrijvers. Je kunt je personages dan niet meer laten zeggen wat je wilt. Een auteur mag niet onder het mom van fictie zijn foute denkbeelden ventileren, dat vind ik ook, maar daarvan is in mijn geval geen sprake." ,,Danslessen is geen sleutelroman. Ik heb de geuren en kleuren van het Zandvoort van mijn jeugd als decor gebruikt en Boebie, de hoofdpersoon, heeft wel wat weg van mijzelf als twaalfjarige jongen. Maar het verhaal is van begin tot eind aan mijn fantasie ontsproten. Sommige namen van winkels en mensen zijn echt, andere niet. Ik heb er bij het schrijven niet op gelet en ook geen archiefonderzoek gedaan. De echte Zandvoortse burgemeester uit de jaren zeventig schijnt Nawijn te hebben geheten, een VVD-er; ik zou het niet weten, ik was te klein. De schaatsrace die in Danslessen wordt gereden om over het lot van het oude postkantoor te beslissen, heeft nooit plaatsgehad. Die scène is de verbeelding van een van mijn hoofdthema's: de teloorgang van het landschap van vroeger, alle oude gebouwen die in Nederland worden gesloopt omwille van de vooruitgang." Het nu zo beruchte 'Wat wil je ook, met zo'n joodje aan het hoofd', een door een bijfiguur uitgesproken opmerking die de oorzaak was van Van der Heijdens aanklacht, is volgens Van der Sloot wél uit het leven gegrepen. "Ik heb het boek in 1995 in Zandvoort geschreven, en hoorde mensen toen op die manier over hun joodse burgemeester praten. De oorlog is hier nog altijd niet voorbij, dacht ik toen. Het klimaat in Zandvoort, dat in de jaren dertig het hoogste percentage NSB-ers van Nederland kende, is kennelijk nog steeds antisemitisch en xenofoob. Die gedachte kreeg zijn weerslag in het boek. Elke roman heeft zenuwbanen naar de werkelijkheid." Als Van der Sloot al een controverse rond zijn debuutroman verwacht had, lag die op geheel ander terrein. In het boek raakt hoofdpersoon Boebie Waterman zonder het te weten verstrikt in een netwerk van kinderporno. In augustus 1998, vier maanden na de verschijning van Danslessen, werd Zandvoort opgeschrikt door een werkelijke kinderporno-affaire, waarin Van der Sloots Duitse bovenbuurman als verdachte werd aangehouden. "Krankzinnig was dat. De werkelijkheid overtrof elke fantasie." "Ik heb geen idee wat justitie nu zal doen. De uiteindelijke beslissing is van stemmingen afhankelijk. Zelf wil ik vooral verder als serieus schrijver. Mijn volgende boek, Liebmans ring, is bijna af; het is een kafkaësk verhaal geworden, over een ten onrechte beschuldigde man. De zaak Brusselmans heb ik vanuit Moskou slecht kunnen volgen. Waarom schrijvers als Connie Palmen en Gerrit Komrij het wel voor hem opgenomen hebben en niet voor mij, weet ik niet - misschien omdat Brusselmans beroemd is. Ik ben er niet rouwig om. Ik verdedig mezelf wel. Waar ik niet tegen kan is hypocrisie, intellectuele luiheid. Na mijn veroordeling hebben Wim T. Schippers en Rudy Kousbroek bij Max Pam op de televisie mijn boek afgedaan als pulp, waarover dus niets belangrijks te zeggen viel. Misschien is het wel pulp, maar daar gaat het niet om." Zelfs als hij wordt veroordeeld zal Van der Sloot nooit een geldboete betalen: "Dan ga ik nog liever een paar dagen de gevangenis in. Ik weiger de Nederlandse staatskas te spekken voor iets dat ik niet heb gedaan."
|
NRC Webpagina's
25 JANUARI 2000
|
Bovenkant pagina |