|
|
|
NIEUWSSELECTIE Government of Sierra Leone |
Aan Afrikaanse diamanten kleeft bloed
NAIROBI, 19 JAN. Het was het eerste bezoek van vreemdelingen aan Koidu sinds de rebellen van Sierra Leone de stad in het hartje van het diamantengebied een jaar geleden hadden ingenomen. Ze troffen er afgelopen weekeinde een vernietigde stad aan. Van de oorspronkelijke 50.000 inwoners waren nog slechts 1.500 verwilderde ouderen en kinderen over. Koidu bleek echter niet veranderd in een spookstad. Tijdens dood en verderf van de burgeroorlog bleef er een levendige handel in diamanten. Pas gegraven kuilen in de omgeving getuigden van de grootschalige winning. De oorlog in Sierra Leone draait om diamanten. "De regeringsinkomsten deze maand bedroegen 2.000 dollar", zei met een sip gezicht de minister van Financiën, James Jonah, in november in de hoofdstad Freetown, "al onze rijkdom verlaat illegaal het land via Liberia." In dezelfde maand verdiende de rebellenbeweging miljoenen dollars. Want zij controleerde de diamantgebieden. Sierra Leone heeft de allerbeste diamanten van Afrika en had daarom het Koeweit van Afrika kunnen worden. Maar na de onafhankelijkheid ontfermde een kleine elite zich over de rijkdom. Uit onvrede hierover ontstond begin jaren negentig een rebellenbeweging. Deze werd bijgestaan door de Liberiaan Charles Taylor, destijds krijgsheer, inmiddels president van Liberia. De oorlog trok allerlei dubieuze buitenlandse zakenlui, wapenhandelaren en huurlingen die niet geïnteresseerd waren in de opstand maar in de diamanten. De rebellenbeweging verloor al snel haar idealen en de opstandelingen werden terroristen. Hun leiders lieten zich alleen nog inspireren door materieel gewin. Sierra Leones buurlanden Equatoriaal Guinee en Liberia blijken plotseling grote exporteurs van diamanten, net als Ivoorkust. Liberia produceerde in 1998 honderd- tot honderdvijftigduizend karaat, maar exporteerde dat jaar zes miljoen karaat naar België. Ivoorkust heeft geen enkele productie maar verkoopt aan slijpers in Antwerpen jaarlijks gemiddeld anderhalf miljoen karaat. Zakenlui stropen de regio af om gesmokkelde diamanten te kopen, in ruil voor geld of wapens. Zoals de Zuid-Afrikaan Fred Rindle, Leonard Minin uit de Oekraïne en de Israeliër Yair Klein, wier namen al eerder vielen in verband met smokkel in andere delen van Afrika. De omstreden Zuid-Afrikaanse huurlingenorganisatie Executive Outcome sloot in 1995 een contract met de regering van Sierra Leone om tegen de rebellen te vechten. De regering controleerde toen nog de diamantgebieden. Het bedrijf werd gedeeltelijk met concessies betaald. Zonder een akkoord over de exploitatie van de diamanten lijkt permanente vrede in Sierra Leone een illusie. In een gecriminaliseerde oorlogseconomie valt voor menigeen meer te verdienen dan in vredestijd onder een democratisch bestuur. Diamanten zijn in Afrika zo gemakkelijk te winnen omdat een groot deel van de glinsterende steentjes aan de bodemoppervlakte wordt gevonden en niet diep onder de grond. Er is dus geen speciale apparatuur nodig om de diamanten te vinden. Volgens Amerikaanse schattingen is tien tot vijftien procent van de diamanten die jaarlijks op de markt komen, Afrikaanse smokkelwaar. Met de gigantische inkomsten kunnen presidenten hun kleptocratische regimes in stand houden en rebellenleiders hun strijd financieren. Wijlen president Mobutu van Zaïre (nu Congo) financierde zijn heerschappij voor een belangrijk deel met diamanten. Het centrum van Congo's diamantwinning lag rond de stad Mbuji-Mayi. Jonas Mukamba, toenmalige hoofd van het staatsbedrijf Miba in Mbuji- Mayi, behoorde tot de belangrijkste politici van Mobutu's regime. Zijn steunverklaring in maart 1997 aan de oprukkende rebellen van Laurent Kabila sloeg in als een bom in Kinshasa. Mobutu was de inkomsten kwijt die zijn corrupte machine draaiende hielden. Twee maanden later kwam zijn heerschappij ten einde. Angola is in Afrika vermoedelijk het land dat het rijkst aan grondstoffen is. Het passeert Nigeria de komende jaren mogelijk als grootste Afrikaanse olieproducent en het beschikt vermoedelijk over meer diamantreserves dan Sierra Leone. Toch behoren de Angolezen tot de meest verarmde Afrikanen, zonder behoorlijk onderwijs en goede gezondheidszorg. De gigantische opbrengst van de bodemschatten ging op aan wapentuig. De regering gebruikte de olie om haar oorlogsvoering te financieren, de rebellenbeweging Unitá had de illegale diamantwinning als inkomstenbron voor haar strijd. Enkele Europese actiegroepen voeren sinds oktober actie tegen de illegale handel vanuit Angola onder het motto 'er kleeft bloed aan deze diamanten'. Het verontruste Zuid-Afrikaanse De Beers-concern, het grootste diamantbedrijf ter wereld, stelde daarop een algeheel embargo in op de aankoop van alle Angolese diamanten. "Dit is het Wilde Westen, dit is het gangsterland van Angola", vertelde enkele jaren geleden een diamanthandelaar, "hier in het noordoosten van Angola is een mensenleven niets waard." In de noordoostelijke provincies vechten ze allemaal om de buit: privé-legertjes van hoge regeringsmilitairen, Unitá-soldaten, West-Afrikaanse en Libanese avonturiers, Zuid-Afrikaanse huurlingen en rebellen uit buurlanden. Moord en doodslag zijn aan de orde van de dag. Een voor velen zeer winstgevende anarchie. Westerse landen die Unitá jarenlang steunden, hebben de rebellenbeweging nu tot de schurk uitgeroepen. De regering van president Dos Santos behandelen ze als het wettelijke gezag waarmee zaken kan worden gedaan. De Verenigde Naties vaardigden sancties uit tegen Unitá en proberen greep te krijgen op de verkoop van diamanten door rebellen. De werkelijkheid van de lucratieve diamantwinning is ingewikkelder. Unitá heeft met zijn inkomen uit de diamanten niet alleen wapens in Oost-Europa gekocht maar eveneens van corrupte officieren in het regeringsleger. De rebellen slaagden erin diamanten te 'legaliseren' door een certificaat te kopen van officiële diamantbedrijven in regeringsgebied. Eén van die opkoopbureaus is eigendom van de dochter van president Dos Santos. De illegale handel in diamanten zal blijven bestaan zolang eerwaardige hoogwaardigheidsbekleders in Afrika en zakenlui elders in de wereld er bij betrokken blijven. Afrika levert leeuwendeel stenen
Afrika speelt een hoofdrol in de diamanthandel. Het continent levert meer dan tweederde van de wereldproductie aan ruwe diamanten. Het Zuid- Afrikaanse concern De Beers Consolidated Mines is het grootste diamantconcern ter wereld. Zeven landen zorgen voor tachtig procent van de wereldproductie. Daarvan liggen er vijf in Afrika: Botswana, Zuid-Afrika, Congo, Angola en Namibië. De twee andere hoofdleveranciers zijn Rusland en Australië. Verder worden er in Afrika nog diamanten gedolven in Equatoriaal Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ghana, de Centraal Afrikaanse Republiek en Tanzania. De Beers levert bijna de helft van de wereldproductie. Het bedrijf exploiteert 24 mijnen in Zuid-Afrika, Angola, Congo, Equatoriaal Guinee en Tanzania. Via een dochterfirma in Londen, de Central Selling Organisation (CSO), controleert De Beers 75 tot 80 procent van de wereldmarkt. Door het aanbod te reguleren houdt CSO de diamantprijs op een stabiel en hoog niveau. Met de verkoop van ruwe diamanten was vorig jaar een bedrag gemoeid van tussen de zeven en acht miljard dollar. Maar als de diamanten zijn geslepen in Antwerpen, Tel Aviv, New York, Bombay of in één van de kleinere verwerkingscentra, worden ze een veelvoud waard. De markt voor bewerkte diamanten bedroeg vorig jaar naar schatting vijftig miljard dollar. Alleen al in Antwerpen werd voor twintig miljard dollar verhandeld. ABN AMRO is mondiaal de grootste financier van de diamantindustrie.
|
NRC Webpagina's
19 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |