U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B I N N E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Ministerie van Buitenlandse Zaken

Profiel Indonesië


'Indonesië een belangrijke machtsfactor'


De president van Indonesië, Abdurrahman Wahid, heeft grote indruk gemaakt op minister Van Aartsen. "Een fantastische gesprekspartner." En Indonesië? Dat is "één van de belangrijkste landen in de wereld".

Door onze correspondent DIRK VLASBLOM

JAKARTA, 19 JAN. Minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) geeft, halverwege zijn bezoek aan Indonesië, toe "verrast" te zijn door het verzoek van president Wahid aan oud-premier Lubbers om op te treden als bemiddelaar in Molukse zaken. Van Aartsen: "Dat de president dit denkbeeld naar voren zou brengen, had ik niet verwacht, maar ik kon het verzoek wel meteen plaatsen. Voordat Wahid president werd, had hij, als voorzitter van de moslimbeweging Nahdlatul Ulama, tal van contacten, ook met rooms-katholieke organisaties. Destijds dacht hij dat Lubbers een positieve rol zou kunnen spelen bij het verzoeningsproces in Oost- Timor. De heer Lubbers heeft mij destijds over dat verzoek benaderd en gevraagd: kan ik dit doen? Gezien de ontwikkelingen in Oost-Timor was dat niet meer nodig. De heer Lubbers stond dus op een lijst van de president en daarom kon ik dit verzoek plaatsen. Ik hou zelf wel van die laterale aanpak." Over de concrete invulling van Wahids voorstel kon Van Aartsens collega Alwi Shihab hem niet wijzer maken: "Ook voor hem was dit een verrassing. Als de heer Lubbers beschikbaar is - en dat weet ik nog niet - zal zijn taakomschrijving begin februari besproken moeten worden, tijdens het bezoek van Wahid aan Den Haag. Ik denk dat de president zich voorstelt dat Lubbers zowel een rol gaat spelen in de verhouding tussen de Molukse gemeenschap in Nederland en de Indonesische Molukkers alsook in het verzoeningsproces op de Molukken zelf. Maar precies weet ik dat nog niet, we moeten hier een weg in zien te vinden."

Van Aartsen vindt dat de Europese Unie "te snel" heeft besloten het in september 1999, na de geweldsuitbarsting in Oost-Timor, ingestelde wapenembargo tegen Indonesië te laten verlopen. Hij had liever gezien dat deze kwestie politiek was gewogen in de Algemene Raad van ministers van Buitenlandse Zaken, die op 24 januari bijeenkomt. Overigens heeft Van Aartsen zich door president Wahid laten overtuigen dat het maandag verlopen wapenembargo "deze regering hinderde bij het doorvoeren van haar politieke lijn, ook in de richting van het leger". Van Aartsen wil in het kabinet en volgende week bij zijn Europese collega's pleiten voor een 'smart package', dat onder meer trainingen zou moeten bevatten om Indonesische militairen te leren zich te voegen naar democratische verhoudingen. Van Aartsen is zichtbaar onder de indruk van de nieuwe machthebbers in Jakarta, vooral van president Abdurrahman Wahid. Die karakteriseert hij als "geestig, scherp, heel vitaal en een fantastische gesprekspartner". Dat de president slecht kan zien, wordt volgens Van Aartsen ruimschoots goedgemaakt door " scherpzinnige mensen om hem heen, zoals Alwi Shihab". Ook de andere leden van Wahids kabinet zijn "zonder uitzondering enthousiaste mensen die diep doordrongen zijn van hun missie om van Indonesië een goed functionerende democratie te maken". De minister rept in dit verband van " een methodische opbouw". Die weg gaat niet over rozen, aldus Van Aartsen. " Het is een taai gevecht met een bureaucratie die niet gewend is aan de nieuwe normen."

Het onderhoud met de minister van Defensie, professor Juwono Sudarsono, noemt Van Aartsen "indrukwekkend". De eerste burgerminister op die post in ruim veertig jaar is herstellende van een herseninfarct. Van Aartsen: "In dat gesprek kwam heel scherp naar voren dat het leger, na 1965 de sturende kracht in de maatschappij, een rol die niet past bij een modern leger in een democratie, zich dient terug te trekken op de landsverdediging." De minister sprak ook met Wiranto, de coördinerende bewindsman van Politiek en Veiligheid, die hij omschrijft als een "scherpzinnige generaal". Naar diens rol bij een recente reeks excessen door militairen loopt een onderzoek en er zijn aanwijzingen dat zijn verhouding met de president ernstig is verstoord. Van Aartsen, gevraagd naar accentverschillen in de gesprekken met Wahid en Wiranto: "Ook de generaal benadrukte dat het leger zich aan de wetten en regels van humanitair recht moet houden."

Indonesië verandert, maar wat is er eigenlijk veranderd in de relatie met Nederland? Ministeriële bezoeken werden ook afgelegd onder Soeharto, die, tot hij daar in 1992 zelf een einde aan maakte, ontwikkelingshulp kreeg van Den Haag.

Van Aartsen: "Sinds het begin van de jaren negentig - de huidige collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Jan Pronk, red.) heeft daar een rol in gespeeld - was er sprake van verkoeling. De betrokken departementen zijn er de laatste jaren niet intensief mee bezig geweest. Paars II heeft na de machtswisseling in mei 1998 bewust gekozen voor een zekere afstand."

Merkwaardig: zolang wat u zelf een dictatuur noemt stabiel was, werden er zaken gedaan, en toen die op de helling ging, trokken we ons terug. Uw voorganger, Van Mierlo, kwam in februari 1998 nog op bezoek, daarna niet meer.

"Dat laatste was maar een heel kort bezoek en het heeft in ieder geval niet geleid tot een duidelijke gezamenlijke agenda. Die willen wij nu, de komende jaren, met Indonesië afwerken. Habibie was nog een erfgenaam van de oude verhoudingen en ik heb altijd gedacht dat er na hem een nieuw stadium zou aanbreken. We hebben de bevroren ontwikkelingsrelatie terstond na het aantreden van deze regering hersteld. Na de breuk in die relatie heeft Nederland nooit erg zijn best gedaan om daar verandering in te brengen. Nu wel. Behalve het gegeven dat we een geschiedenis hebben met Indonesië - en dat is een voordeel, want we kennen elkaar - wordt dit één van de belangrijkste landen ter wereld. Een democratisch Indonesië kan in dit deel van de wereld, naast China, een enorme machtsfactor worden, met een grote uitstraling in Azië en de wereld. Het kan invloed hebben op andere landen in verandering, in de toekomst wellicht ook in Afrika. We kunnen er als EU, en ook als Nederland, alleen maar bij winnen als we met dit land goede contacten hebben. Mits de binnenlandse verhoudingen dat mogelijk maken, en president Wahid maakt dat mogelijk."

NRC Webpagina's
19 JANUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)