R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
B E E L D :
Tempo Doeloe
Maarten Huygen
De jaren-vijftig-setting biedt kinderen een eigen wereld zonder inmenging van volwassenen. Gelukkig missen De Daltons de zoetigheid van nostalgie. Ik heb kleuters en kinderen zelden zo naturel zien spelen. Meestal krijgen ze iets opdreunerigs. Gisteren wilden ze een hamster en moeder had daar de gebruikelijke bezwaren tegen. Je moet zo'n dier verzorgen, schoonmaken. "Je ruimt niet eens je eigen kamer op", zegt ze. "Maar ik ben ook geen hamster", antwoordt het jongetje. Hoogtepunt vond ik de strijd tussen rivaliserende clubs, die ik me zelf nog herinner. Kinderen zijn minder naïef dan ze zich voordoen. Het oudere broertje had een club opgericht en dus ging het jongere broertje met zijn buurjongetje, in welpenuniform, een tegenclub oprichten. Met een eigen wachtwoord. Het oudere broertje wist het welpje tot zijn club over te halen maar het werd gedwongen om bij wijze van ontgroening in een hoge boom te klimmen. Daar bleef het welpje zitten want het durfde er niet meer uit. Hard en realistisch. De brandweer moest er aan te pas komen. Het was in schaduwrijk zomerlicht gefilmd. Ach, de geboortengolvers lazen Pietje Bell. Zo wordt iedere generatie opgevoed met de jeugd van de generatie daarvoor. Omdat het voor een scenarioschrijver makkelijker is de eigen jeugd op te roepen dan zich de huidige voor te stellen. Wie zich in de jeugd van tegenwoordig inleeft, doet dat als opvoeder, als moralist. Daar vallen volwassen prijzen mee te winnen. Onsentimentele heimwee was ook te vinden in De Gordel van Smaragd van regisseur-scenarist Orlow Seunke. De speelfilm uit 1997 was als driedelige televisieserie geslaagd. Het ging over Indië, vlak voor, tijdens en na de Japanse bezetting. Het drama werd aangevuld met zwart-witte archieffilms van de Japanse bezetting, de politionele acties. Ik begon me die tijd echt voor te stellen, de onderdrukking in de plantage, de vogelvrijheid van mensen met een blank uiterlijk in de Japanse bezetting. De hoofdfiguren en geliefden, Theo (Pierre Bokma) en Ems (Esmée de la Bretonière), waren geen helden of schurken maar sloegen zich er doorheen en dat maakte het zo tragisch. Keuzes waarop wroeging volgt. Theo verraadde tijdens martelingen zijn medesaboteurs van de Japanse bezetter. Die werden ter dood gebracht, maar hij niet, want zijn vriendin, de Indonesische Ems, verleidde een Japanse officier om hem te redden. Theo moest naar het kamp. Na de oorlog proberen ze hun bestaan op de plantage bij elkaar te rapen, tevergeefs. Tempo doeloe komt niet terug.
|
NRC Webpagina's
20 DECEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |