|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Economische Zaken
|
Tussen staat en markt
Op zichzelf was dat al enigszins ahistorisch. Ooit waren de nutsbedrijven inderdaad in private handen. Maar in de vorige eeuw werden ze niet toevallig genaast, niet eens door socialisten maar door liberalen en conservatieven die daarmee vooral de publieke integriteit (corruptie), de volksgezondheid (water) of de openbare veiligheid (gas) op het oog hadden. In die zin is de openbare discussie over de verkoop van water- en energiebedrijven, die nu in de boezem van het kabinet wordt gevoerd, een interessante correctie. Problematischer was echter dat ook voor de schaduwzijde van deze afslanking amper belangstelling bestond. Een goede marktwerking in de nieuwe domeinen, die zo direct of indirect door de staat werden betreden, was geen prioriteit. "Vrijwel nergens is systematisch aandacht besteed aan maatregelen ter waarborging van gelijke concurrentieposities", stelde een evaluatiecommissie van het ministerie van Economische Zaken vorig jaar vast.
DE GEVOLGEN van deze onverschilligheid laten zich nu gelden. Er gaat geen week voorbij of er komt een (voormalig) staatsbedrijf of publiek orgaan in het nieuws, omdat het zijn klanten het vel over de oren trekt, zich uit kortzichtig winstbejag in de financiële nesten heeft gewerkt of anderszins niet voldoet aan de eisen waaraan het zou moeten voldoen. Geprivatiseerde overheidsondernemingen, die misbruik maken van hun nog altijd bestaande monopolie, vormen daarbij niet het grootste probleem. De Europese concurrentieregels en nieuwe nationale controleorganen (zoals de NMA en de Opta, die op de telecommunicatie- industrie toezicht houdt) hebben tijd nodig, maar zullen vermoedelijk op termijn effect sorteren. Ernstiger is het gesteld met de talloze verzelfstandigde of autonome staatsbedrijven die het openbaar bestuur vorm geven zonder concurrentie te hoeven duchten. Circa zeshonderd 'zelfstandige bestuursorganen' en agentschappen 'runnen' zo Nederland. Studiefinanciering, gevangenissen, kadaster, immigratiebeleid - om een paar min of meer cruciale staatstaken te noemen - worden tegenwoordig 'op afstand' uitgevoerd. Grof gezegd hebben deze 'quango's' (quasi autonome non-gouvernementele organisaties) sluipenderwijs de machtspositie overgenomen van het verzuilde maatschappelijke middenveld van weleer. Hier nu wringt de schoen. Deze verzelfstandiging van overheidstaken naar autonome uitvoeringsorganen is namelijk vlees noch vis. Ze dreigt uit te draaien op monopolisme en expansionisme. Ten koste bovendien van de burger, die nog steeds niet weet bij welk loket hij moet zijn voor zijn eventuele klachten of wensen en aldus bekneld raakt tussen kastje en muur. Drie voorbeelden ter illustratie. De NS hoeft zich weinig gelegen te laten liggen aan het algemeen belang, hoewel nagenoeg iedereen er van overtuigd is dat een goed openbaar vervoer het dagelijkse autogebruik effectiever terugdringt dan rekeningrijden of welk spitsvignet dan ook. De Informatiebeheergroep (IBG), die lesgelden incasseert en studiebeurzen uitdeelt, krijgt wat minder klachten aan de broek, is desondanks nog altijd geen gestroomlijnde organisatie maar zou haar gigantische database graag exploiteren voor andere lucratieve uitvoeringstaken. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) ten slotte kan wetgeving zo uitleg gen dat ze pas na lange tijd - en vele bezwaarschriften en rechterlijke procedures later - gecorrigeerd wordt.
DE CONCLUSIE laat zich raden. Er heeft zich het afgelopen decennium een grijs gebied tussen staat en markt ontwikkeld. In deze schemerzone opereren de bureaucratische molochs van vroeger, maar nu zonder politieke aanspreekbaarheid. In het verzuilde bestel was de democratische aansprakelijkheid, zoals we het vandaag zouden definiëren, indertijd ook ver te zoeken, De burger kon zich toen maar het best tot dominee, pastoor of partijgenoot wenden. Nu ontbreken dergelijke informele tussenschakels. De ontzuiling heeft het middenveld daarom niet verzwakt, maar hooguit geseculariseerd. De verzelfstandiging heeft het vervolgens verduisterd. Noch de markt noch het openbaar bestuur heeft greep op deze semi-overheid. De controle, privaat én publiek, is zoek.
|
NRC Webpagina's
4 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |