M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Bestuursleden van trustfonds van IPS sluisden geld
weg
Persbureau eist miljoenen op
Door onze redacteur GEERT VAN ASBECK ROTTERDAM, 1 JUNI. IPS, het Derde Wereld-persbureau, gaat deze week het gerechtshof in Amsterdam vragen vervolging in te stellen tegen de gewezen bestuursleden van het IPS Trust Fund. Het persbureau beschuldigt de bestuursleden van diefstal en verduistering. Zij hebben vijf jaar geleden tien miljoen gulden uit het trustfonds (afkomstig van de Postcodeloterij) weggesluisd naar een stichting in Liechtenstein. "De manier waarop die bestuurders geld uit de invloedsfeer van IPS hebben gehaald, wekt de indruk dat het boeven zijn", zegt Remmert Sluijter, de Nederlandse advocaat van IPS. "We weten bijvoorbeeld nog steeds niet of de tien miljoen gulden er nog wel zijn. Een van de bestuursleden is ooit veroordeeld wegens fraude." IPS werd in de jaren zestig in Rome opgericht door de Italiaan Roberto Savio. Het vormt een alternatief voor de grote internationale persbureaus die in de ogen van IPS te westers georiënteerd zijn en te weinig aandacht besteden aan de ontwikkelingslanden. IPS wil de 'stem van het zuiden' laten horen. Het opende kantoren in Latijns- Amerika, Azië, Afrika en Europa. IPS had ook jarenlang kantoor in Amsterdam. Boudewijn Poelman was er directeur. Toen Poelman eind jaren tachtig met succes de Nationale Postcodeloterij startte, kon IPS rekenen op miljoenen guldens steun van deze succesvolle loterij-voor- goede-doelen. Maar Poelman en de Nationale Postcodeloterij keerden IPS in de eerste helft van de jaren negentig de rug toe toen het plan van Poelman om met IPS het veel grotere noodlijdende persbureau UPI over te nemen, stukliep op de onwil van IPS-baas Savio. Als afscheidscadeau kreeg IPS nog wel twintig miljoen gulden mee van de Postcodeloterij. Een appeltje voor de dorst. Het geld werd in een trustfonds gestort, IPS Trust Fund. Het fonds werd beheerd door drie door IPS aangezochte onkreukbaar geachte heren: De Noor Helge Simonsen, de Argentijn Ignacio Alvarez en de inmiddels overleden Duitser Joachim König. De Nederlandse medefinancieringsorganisatie Novib werd op verzoek van Poelman (oud- Novib-medewerker) toezichthouder. IPS mocht echter, zeker tot 1997, alleen het kapitaal van het trustfonds aanspreken als het persbureau in hoge nood verkeerde, zo was de afspraak. Voor de rest moest het zich tevreden stellen met de rente- inkomsten. Tot twee maal toe wist IPS de bestuursleden van het fonds van de hoge nood te overtuigen en werd totaal een kleine tien miljoen gulden van het geld van de Postcodeloterij naar het persbureau overgemaakt. Toen IPS een derde keer aanklopte, bleek het bestuur van het trustfonds het overgebleven geld (circa tien miljoen gulden) te hebben weggesluisd naar Lichtenstein - tot ontsteltenis van toezichthouder de Novib. De drie bestuursleden van het trustfonds vonden dat IPS, tegen de afspraken in, veel te gretig en gemakkelijk aanspraak maakte op het geld. Ze vonden dat het persbureau de onafhankelijkheid van het trustfonds aantastte. En ze waren bovendien niet tevreden over de financiële verantwoording van IPS. De bestuursleden zouden het geld pas weer vrijgeven als IPS garanties gaf voor de onafhankelijkheid van het trustfonds en de financiële accountability van het persbureau zelf, zo luidde hun boodschap. Het vormde het startschot voor een reeks rechtszaken in Nederland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein. (De omstreden bestuursleden werden uit het trustfonds gezet.) Even leek de overwinning van IPS in zicht, toen de Amsterdamse rechtbank in 1996 bepaalde dat de bestuursleden het geld moeten terugstorten. Maar de uitspraak bleek buiten Nederland van nul of generlei waarde. IPS heeft volgens eigen zeggen nog steeds geen spijkerhard bewijs dat het geld onaangetast in Liechtenstein staat. De jarenlange juridische procedures (met totaal meer dan een miljoen gulden aan advocatenkosten) hebben een oplossing niet dichterbij gebracht. Het Noorse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking onderneemt nu een bemiddelingspoging. De Noren vinden het Derde Wereld- persbureau te dierbaar (ze steken er jaarlijks een half miljoen dollar in) om het ondergraven te zien worden door dit "absurde conflict" dat veel energie, tijd en geld verslindt, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Oslo. De Noorse minister van Ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten, Leiv Lunde, heeft in april zijn eerste gesprekken gehad met de strijdende partijen. De uitkomst van de bemiddelingspoging zou weleens van invloed kunnen zijn op de Noorse steun aan IPS. "Het is moeilijk om geld te geven aan IPS als er vijf miljoen dollar voor IPS op een bankrekening in Liechtenstein ligt niets te doen", zegt Terje Vigtel desgevraagd, directeur van Norad, de organisatie voor ontwikkelingssamenwerking van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Noor Helge Simonson, een van de drie gewezen bestuursleden van het IPS Trust Fund, noemt de bemiddelingspoging van zijn regering "een zeer constructief initiatief". Hij zal echter nieuwe juridische procedures tegen IPS in gang zetten als de vrede onverhoeds niet wordt getekend. "Dan gaan we de vier miljoen dollar die het trustfonds aan IPS destijds heeft geleend via de rechter terugvorderen." En dan kan IPS schadeclaimprocedures tegemoet zien wegens smaad. Want IPS schildert hem en zijn medebestuursleden ten onrechte af als boeven. Het gaat hen niet om het geld, het gaat hen om principes, aldus Simonson. De Nederlandse advocaat van de trustbestuurders, Peter Roos, erkent dat zijn cliënten "wat te ver zijn doorgeschoten". "Door de manier waarop ze uitvoering hebben gegeven aan hun principes is er discussie ontstaan over de vraag of ze al of niet boeven zijn. En dat is onplezierig."
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |