M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
NOS heeft
Servische tv nodig
Hans Laroes
Van Zwol heeft gelijk. Of beter gezegd: als ik zou hebben beweerd wat hier boven staat, dan zou hij gelijk hebben. Maar Van Zwol fantaseert. Ik heb de argumentatie die hij mij toedicht niet gebruikt. Vrijdag jl. heeft het NOS-Journaal minister De Grave van Defensie een brief geschreven om een kanttekening te plaatsen bij de bombardementen op het gebouw van de staatstelevisie. We grijnsden zelf een beetje en aarzelden: dat zou wel indruk maken, een brief. Maar toch, als je iets vindt, dan moet je daar voor uitkomen. Wij hadden en hebben slechts één argument: de technische infrastructuur van de Servische televisie wordt gebruikt om de verslagen van Westerse journalisten - Gerri Eickhof van ons, John Simpson van de BBC, Steven Blommaert van de VRT e.a. - naar ons toe te krijgen. Dat kan alleen bij de staatstelevisie. Zoals een cynische dictator betaamt heeft Milosevic eerst de televisiefaciliteiten van de persbureaus en die van de samenwerkende publieke omroepen in Europa, de European Broadcasting Union, het land uitgezet. Toch vinden wij het van groot belang om onze eigen verslagen Belgrado uit te krijgen, om de observaties van onze eigen mensen te kennen. Dat kleine groepje daar werkt in moeilijke omstandigheden. Er is een lichte vorm van censuur: soms moeten bandjes worden getoond, soms ook niet. Directe interviews tussen Hilversum en Belgrado vinden plaats zonder inmenging. Natuurlijk is vrijelijk opereren niet mogelijk. Dat kon al niet voor de NAVO-aanvallen, dat kan nu helemaal niet. Wat je vooral van de Westerse journalisten mag vragen is dat men met eigen ogen waarneemt, geen enkel praatje zomaar slikt, de mechanismes van de propaganda onderkent en op een integere, vakkundige manier rapporteert. Van Zwol doet daar wat simpel over: Westerse journalisten worden getolereerd zolang ze voor het regime nuttig zijn, zegt hij, aldus zijn eigen collega's reducerend tot marionetten die dansen als Milosevic' vingers tintelen. Het lijkt mij een Westers belang - een belang van de NAVO ook - om juist in gebieden met wie we een conflict uitvechten eigen, onafhankelijke berichtgeving mogelijk te maken. Televisiejournalisten hebben daar televisieverbindingen voor nodig. Als die worden vernietigd, dan zijn hun mogelijkheden om materiaal het land uit te krijgen er niet meer. We hebben slechts aan minister De Grave gevraagd om over dat aspect nog eens na te denken. Niet meer, niet minder. Dat is iets heel anders dan een pleidooi voor de bescherming van Servische journalisten. Voorzover die onderdeel zijn van het mechanisme-van-de-haat zal het mij eerlijk gezegd een zorg zijn. Hans Laroes is adjunct-hoofdredacteur van het NOS-Journaal.
|
NRC Webpagina's
28 APRIL 1999
|
Bovenkant pagina |