|
|
|
NIEUWSSELECTIE Politie Haaglanden
|
'Witwasser' had toestemming OM
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
De Rotterdamse rechercheur Cees de Haan, die de hoofdverdachte M. in de jaren negentig runde als informant, heeft dit afgelopen woensdag bij de Haagse rechter-commissaris verteld. M., die een wisselkantoor in Rotterdam had, heeft steeds gezegd dat hij gedeeltelijk willens en wetens drugsgeld heeft witgewassen en in overleg met de Rotterdamse politie. De Rotterdamse officier van justitie R. van der Hoeven had ,,toestemming gegeven om bepaalde transacties te verrichten mits M. de bedragen en namen waar het over ging, zou noemen'', aldus rechercheur De Haan. ,,Achteraf bleek dat het feitelijk om miljoenen was gegaan.'' De Rotterdamse politie blijkt M. voor eigen drugsonderzoek te hebben ingeschreven als informant, terwijl de Haagse politie in het kader van een onderzoek naar Bouterse vanaf 1 oktober 1992 een gerechtelijk vooronderzoek tegen de geldwisselaar had lopen. De Haagse politie tapte ook de telefoon van M. Rechercheur De Haan is op een gegeven moment door een collega gewaarschuwd dat het Haagse Copa-team (Copa staat voor Colombia-Paramaribo) gesprekken tussen hem en verdachte M. had afgeluisterd. M. beheerde in Nederland een groot aantal bankrekeningen van verdachte Hindoestaanse zakenlieden. Uit financieel onderzoek van het Copa-team is gebleken dat op de bankrekeningen die M. in Nederland tussen 1989 en 1992 gebruikte alleen al aan contante stortingen 81.365.634,47 gulden binnenkwam. Van dat geld - voor een belangrijk deel volgens de politie drugsgeld - werden voor miljoenen guldens cheques gekocht. ,,Uit onderzoek blijkt dat de bankcheques in het algemeen in Zuid-Amerika zijn verzilverd door personen die worden verdacht van de handel in cocaïne'', aldus een proces-verbaal van de Haagse politie. Het Haagse OM wil M. samen met Bouterse en drie andere hoofdverdachten dit voorjaar voor de rechter brengen. Volgens de advocaten van M., G. Szegedi en G.J. Hubers, heeft het openbaar ministerie zijn recht van vervolging verspeeld. ,,De strafwaardigheid is komen te vervallen nu vaststaat dat M. toestemming had van het Rotterdamse OM'', aldus Hubers. In kringen van het Copa-team zegt men dat het informantenbestaan van M. geen consequenties zal hebben. ,,In de periode tussen 1989 en 1992 werkte M. nog niet voor de Rotterdamse politie'', alPikant is dat het Haagse openbaar ministerie in september 1992 met de top van ABN Amro Bank een vrijwaringsovereenkomst heeft gesloten zodat de bank straffeloos zaken kon doen met verdachte M. ,,Het Haagse OM regelt dat de bank crimineel geld mag krijgen en Rotterdam maakt afspraken met de verdachte. Als de bank vrijuit gaat, moet dat ook voor onze cliënt gelden'', zegt Hubers. Rechercheur De Haan zegt dat het contact met informant M. na ,,slechte ervaringen'' is verbroken. M. zou volgens de politie afspraken hebben geschonden. ,,Hij had de onhebbelijke gewoonte om her en der te vertellen dat hij contact met ons had. Hij had altijd een dubbele bodem''. Verdachte M. heeft om zichzelf eventuele strafrechtelijke moeilijkheden te besparen in het geheim een bandopname gemaakt van een gesprek dat hij in het café voerde met de Rotterdamse rechercheurs De Haan en J. Struijs. In dat gesprek zeggen de rechercheurs ook dat ze met de officier van justitie overleg hebben gevoerd over zijn informantenrol. Het bandje is door M. in bezit gesteld van zijn advocaten. De raadslieden hebben tot nu toe geweigerd het bandje te laten horen aan de rechter-commissaris. Ze willen eerst nog Struijs en officier van justitie Van der Hoeven laten horen bij de rechter-commissaris. Het komt overigens vaker voor dat politieteams van elkaar niet weten wie men als informant runt. Als gevolg daarvan blijkt het ene korps een bron van het andere korps aan te pakken. Veel verdachten proberen overigens naast hun criminele activiteiten een bestaan als informant op te bouwen in een poging zichzelf te vrijwaren van vervolging. M. heeft verklaard de Rotterdamse politie een keer hele concrete informatie te hebben gegeven die leidde tot de onderschepping van een transport van 130 kilo cocaïne. Het ging om twee Surinaamse en een Colombiaanse cliënt die in 1992 zo'n 25 miljoen gulden naar zijn wisselkantoor brachten. Dat geld heeft hij naar eigen zeggen pas aangenomen na overleg met de twee rechercheurs van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond. Aan deze transacties verdiende M. 185.000 gulden als provisie. Dat geld heeft hij naar eigen zeggen gehouden omdat het eigenlijk tipgeld was. M. heeft zijn wisselkantoor op 1 januari 1998 van de hand gedaan. Hij is nu bloemenkweker.
|
NRC Webpagina's
9 JANUARI 1999
Domicilie, |
Bovenkant pagina |