NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Dossier Suriname

Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 18 JULI. De ministers Sorgdrager (Justitie) en Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) hebben vorig jaar niet een keer, zoals eerder uitlekte, maar driemaal het Haagse openbaar ministerie verboden in Brazilië de arrestatie te gelasten van drugsverdachte D. Bouterse.

Dit heeft de officier van justitie C. van der Voort, die jarenlang het drugsonderzoek tegen de Surinaamse ex-legerleider heeft geleid, eergisteren verklaard bij een verhoor voor de Haagse rechter-commissaris I. de Vries. Vorig jaar werd bekend dat op 18 juli 1997 door interventie van Van Mierlo de aanhouding van Bouterse werd afgeblazen. Maar ook in januari van dat jaar wilde justitie Bouterse in Brazilië oppakken. Het OM, dat aan Brazilië een getekend verzoek tot aanhouding had gestuurd, vroeg arrestatie na ,,een goed voorbereid traject waarvoor zowel in 1995 als in 1996 in Brazilië overleg was gevoerd. Ook op diplomatiek niveau was die zaak ingestoken''.

Via procureur-generaal A. Docters van Leeuwen kreeg het OM te horen dat na ,,intern overleg'' van de ministers er geen toestemming kwam Bouterse aan te houden. In juni deed zich volgens Van der Voort dezelfde situatie voor. Docters van Leeuwen bevestigt desgevraagd deze lezing.

Nadat in augustus vorig jaar de in juli verhinderde arrestatie van Bouterse was uitgelekt, verklaarde Van Mierlo nog dat er geen gelegenheid was geweest de Brazilianen succesvol op een aanhoudingsverzoek voor te bereiden. ,,Het zou buitengewoon frustrerend zijn geweest als de eerste gelegenheid op een mislukking was uitgelopen'', aldus Van Mierlo toen. Bij het Haagse OM bestaat groot ongenoegen dat er sinds 1995, toen het drugsonderzoek naar Bouterse was afgerond, voortdurend door de ministerraad op politieke gronden is geïntervenieerd in de afwikkeling van de strafzaak. Betekening van gerechtelijke stukken aan Bouterse mocht in 1995 bijvoorbeeld pas gebeuren ,,na de feestelijkheden die plaatsvonden ter viering van de onafhankelijkheid (25 november, red.) van Suriname''. In het voorjaar van 1996 kreeg het OM een ,,tijdelijke aanwijzing'' dat er ,,met betrekking tot de aanhouding van Bouterse niets gedaan mocht worden'' met het oog op de Surinaamse verkiezingen, aldus Van der Voort. Officieel heeft Van Mierlo steeds verklaard dat de vervolging van Bouterse een zuiver justitiële aangelegenheid is.

Van der Voort heeft tegenover de rechter-commissaris ook verklaard dat de minister van Justitie teleurgesteld was toen haar bleek dat het OM ,,een harde zaak'' had tegen Bouterse. ,,Ik kreeg de indruk dat dat haar eigenlijk niet zo goed uitkwam in verband met de complicaties van de zaak.''

De advocaat van Bouterse, A. Moszkowicz, zegt niet verbaasd te zijn dat nu blijkt dat tot drie keer toe arrestatie van zijn cliënt is tegengehouden. Hij heeft ,,een sterk vermoeden'' dat de handelwijze van Van Mierlo wordt ingegeven door ,,belastende schaduwdossiers'' die Bouterse over Van Mierlo heeft. Van Mierlo was gisteravond niet voor commentaar bereikbaar.

Zie ook:
Dossier Suriname

( a d v e r t e n t i e )

Domicilie,
voor wie zich vestigt in het buitenland.