U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   S P O R T
( a d v e r t e n t i e )       
InterWad -
Praat mee over het Waddenzeebeleid

NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Meer over de Tour de France 1998
Vrijplaats voor pakkers en slikkers

Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN
CHATEAUROUX, 17 JULI. Sport en doping zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Grieken en Romeinen laafden zich al aan geneeskundige krachten om hun atletische prestaties te verbeteren. In de negentiende eeuw ontdekten de sporters alcohol, cocaïne en ether. Ze konden hun gang gaan, want doping was nog geen vies woord en dopingcontroles waren nog lang niet aan de orde. In de wielerliteratuur wordt het rijgedrag in de Amerikaanse Zesdaagsen, heel populair rond de eeuwwisseling, vergeleken met het Wilde Westen. Alle middelen waren geoorloofd.

De Tour de France is van oudsher een vrijplaats geweest voor pakkers en slikkers. Initiatiefnemer Henri Desgrange had geen bezwaar tegen een tabletje of een injectienaald. Hij roemde de krachtenverslindende prestaties van de renners. Zij zorgden voor een boeiend spektakel en daar mocht best wat tegenover staan. Desgrange begreep dat een renner niet zonder hulpmiddelen door de Alpen en de Pyreneeën kon fietsen. Zijn opvolger Jacques Goddet koesterde lange tijd dezelfde mening. Zoals Gerrie Knetemann ooit verkondigde dat je de Tour niet op een boterham met pindakaas kunt uitrijden.

Lees de biografie over Wim van Est en je begrijpt dat amfetaminen gemeengoed waren in de jaren vijftig. Juist in deze periode begonnen de Franse sportbonden met dopingcontroles. Pas in 1966 volgde de Société du Tour de France het goede voorbeeld. De gezondheid van de renners stond op het spel. De controles hebben ongetwijfeld geholpen, maar de wielrenners en hun begeleiders waren slim genoeg om door de mazen van het net te vissen. Soms met dodelijke afloop, zoals aangetoond door de dood van de Brit Tom Simpson in 1967. Hij overleed aan een combinatie van drugs, alcohol en hitte. De vage televisiebeelden van de uitgeputte renner op de Mont Ventoux vormen een zwarte bladzijde in de Tourhistorie.

Net als Simpson en Knetemann wordt de huidige generatie wielrenners welhaast gedwongen hard te fietsen. Ze moeten de berg over, ze moeten de meest erbarmelijke omstandigheden trotseren. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Als de kijkcijfers omhoog moeten, als de toeschouwers spektakel willen, dan organiseren de wedstrijdleiders loodzware omstandigheden. De renners zijn de dupe, maar ze houden hun mond, mede omdat ze nooit mondig zijn geweest. Ze zijn minder geletterd dan zwemmers, roeiers, schaatsers of langlaufers, van wie sommigen ook stimulerende middelen gebruiken. Wielrenners hebben meer dan die andere groepen sporters de schijn tegen.

Wielrenners zijn de slaven van de weg. Ze vormen de laatste schakel van een lange, dubieuze keten. Ze werken in dienst van de sponsor. Ze zweten zich suf voor de ploegleider. Ze rijden harder als de ploegarts iets nieuws uitvindt of als de verzorger gouden handjes heeft. De commerciële en sportieve belangen zijn zo groot dat de begeleiders grote risico's durven te nemen. De kans dat ze gesnapt worden met hun verboden middelen - dit overkwam de Belgische verzorger Willy Voet van Festina vorige week - is niet erg groot. Daarvoor worden te weinig dopingcontroles uitgevoerd. Daarvoor oefent de douane te weinig 'vliegende controles' uit, zoals vorige week in de buurt van Lille.

In de meeste dopingzaken worden de renners schuldig bevonden en gaan hun begeleiders vrijuit. Joaquim Agostinho, Pedro Delgado, Djamolidine Abdoesjaparov: prachtige namen met een besmeurd wielerverleden. Maar wie waren de mensen die de verboden middelen voorschreven? Gert-Jan Theunisse werd uit koers genomen wegens een te hoog testosterongehalte. Hij had de pech dat zijn ploegleider Jan Gisbers experimenteerde met testosteron. Dezelfde Gisbers die verantwoordelijk was voor de Intralipid-affaire met PDM. Dezelfde Gisbers die verkondigde: 'om te kunnen winnen in de wielersport moet je grenzen overschrijden'.

Sinds de verzorgers op het hoogste medische niveau zijn vervangen door doktoren, zijn de kwakzalvers in de minderheid. Maar of de renners sinds de later jaren tachtig beter af zijn, mag sterk worden betwijfeld. Ze worden wetenschappelijk begeleid, dat zeker, maar de sportwetenschap is meer dan een groepje onschuldige geleerden op een zolderkamer. In de sportwetenschap kennen de artsen geen beroepsgeheim, zo blijkt deze week in de Franse media. Ze praten honderduit over hun patiënten. De gezondheid van de patiënt is niet hun eerste prioriteit. ,,Ze zijn veredelde fans'', zei de Rotterdamse dopingdeskundige Emile Vrijman begin dit jaar in deze krant.

De renners zijn de proefkonijnen in het laboratorium, zoals de Zwitserse sportarts Daniel Blanc deze week in het Franse dagblad Le Matin volmondig toegaf. Richard Virenque en Laurent Dufaux, twee renners van Festina, zouden vrijwillig meedoen aan experimenten met bloeddoping. Het onderzoek van Blanc wordt nota bene betaald door de Zwitserse farmaceutische multinational Novartis. Want de combinatie sport en commercie reikt verder dan een sponsornaam op een gele trui.

Tot verdriet van de wielerliefhebbers werd de eerste Tourweek overschaduwd door de arrestaties van verzorger Voet, ploegleider Bruno Roussel (tevens geschorst door de UCI) en ploegarts Eric Ryckaert. Het is jammer dat de ritzege van Jeroen Blijlevens naar de achtergrond is verdrongen. Het is te hopen dat de begeleiders van de concurrerende ploegen gaan beseffen dat ze hun gevaarlijke werkmethodes moeten aanpassen. In elk geval heeft de zaak-Festina een lichtpuntje opgeleverd. Niet de renners maar hun begeleiders zitten in de verdachtenbank. Een vorm van gerechtigheid.

NRC Webpagina's
17 JULI 1998



    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)