M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Spanje niet verbaasd over sluiting dagblad
Door onze correspondent STEVEN ADOLF
MADRID, 17 JULI. Het is voor het eerst sinds de invoering van de democratie dat in Spanje een dagblad uit de roulatie is genomen. De grote meerderheid van de Spanjaarden is niet verbaasd. Egin, dat in 1977 werd opgericht en sindsdien onafgebroken in de kiosken heeft gelegen, is vanouds het lijfblad van ETA-sympathisanten. Afgelopen woensdag verzegelde de Spaanse justitie de persen, nam de administratie in beslag en arresteerde elf directieleden van de uitgeverij Orain S.A., die het dagblad exploiteert. Volgens bronnen rond onderzoeksrechter Baltasar Garzón is uit documenten gebleken dat Egin een informatienetwerk financierde dat rechtstreeks ten dienste stond van de terroristen van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Het dagblad zou ook gebruikt zijn om opdrachten aan ETA-commando's door te seinen. Bij de documenten die in beslag genomen zijn zat een codeboek. Vooral via ingezonden mededelingen werd informatie doorgespeeld. Wie bereid was de marxistische dialectiek voor lief te nemen kon via het blad een aardig beeld krijgen hoe de vlag erbij hing in radicaal linkse en nationalistische kringen in Baskenland. Het proza was doorgaans niet fraai. ,,Ortega gaat terug naar de cel'', kopte het dagblad cynisch op de voorpagina toen gevangenismedewerker Ortega Lara, na 532 dagen door ETA-terroristen te zijn vastgehouden in een onderaardse kast, half gek werd vrijgelaten. De moordaanslagen van ETA zijn volgens de krant steevast ,,het gevolg van de sociaal-politieke realiteit in Baskenland''. En kritische politici, journalisten en schrijvers die het ongeluk trof in de kolommen uit naam van het Baskische volk voor de laatste maal gewaarschuwd te worden, konden er vrijwel zeker van zijn dat zij op de dodenlijst van ETA stonden. In Egin, al jaren met een oplage van 50.000, worden aanslagen opgeëist en goedgepraat. In het licht van het al dan niet in bedekte termen uiten van dreigementen via de redactionele kolommen, was een verschijningsverbod wegens het oproepen tot geweld wellicht al eerder op zijn plaats geweest. Het optreden van justitie tegen Egin bleef tot dusver echter beperkt tot de arrestatie van drie medewerkers wegens het doorspelen van informatie die later door ETA werd gebruikt om ondernemers af te persen. Twee van hen werden veroordeeld wegens lidmaatschap van een ETA-commando. Ook de actie van de justitie deze week richtte zich expliciet niet op de inhoud van Egin, maar op de imbedding van de uitgeverij in de structuur van de terreurorganisatie. Voor de harde kern van de ETA-aanhang is er geen verschil tussen directe betrokkenheid bij de organisatie en de inhoud van de krant. Sympathisanten die niet schromen om het afpersen, ontvoeren en vermoorden van politieke tegenstanders als legitieme daden te verdedigen, hangen nu in de gordijnen omdat het grondrecht van vrije meningsuiting met voeten is getreden. Hoe onfris de luchten ook zijn die uit de Egin opwalmen, de afgelopen dagen zijn ook elders vraagtekens gezet bij de sluiting van het dagblad. Het betreft hier immers geen gelegenheidspamflet, maar een krant die de mening van een belangrijke nationalistische minderheid in Baskenland vertolkt. De preventieve sluiting van een uitgeverij staat op gespannen voet met de grondwet, zo betoogden hoofdartikelen in Spanjes grote kranten. Het strafrechtelijk rechtsartikel op basis waarvan justitie heeft ingegrepen - het ontmantelen van een bedrijfstructuur die rechtstreeks betrokken is bij criminele acties - vereist een nauwgezette bewijslast. Als Egin en uitgever Orain fungeren als de filialen van ETA, is sluiting gerechtvaardigd, meende het dagblad El País. Want journalistiek is geen vrijbrief voor onschendbaarheid. Anderzijds drong het dagblad aan op een zo snel mogelijke openbaring van de bewijzen die de sluiting van Egin rechtvaardigen. Politiek gesproken heeft de sluiting van Egin de atmosfeer voor de regioverkiezingen in Baskenland, komende oktober, verder opgewarmd. Terwijl de niet-nationalistische partijen, links zowel als rechts, de sluiting van het blad verwelkomden, vergeleek de Baskisch-nationalistische leider Xavier Arzalluz de sluiting met de censuur onder het voormalige Franco-bewind. De vaste lezers van Egin konden sinds gisteren evenwel al weer terecht bij de uitgave Euskadi Información. Het dagblad heeft zo op het eerste gezicht dezelfde opmaak en dezelfde redacteuren als de Egin. Wie de vinger aan de pols wil houden in ETA-kring, lijkt vooralsnog verzekerd van een dagelijkse, openbare publicatie. Minister van Binnenlandse Zaken Mayor Oreja waarschuwde gisteren voor wraakacties van ETA, die zijn boosheid wel eens op een belangrijke persoonlijkheid zou willen botvieren, zoals premier Aznar of de Spaanse koning. Hij vertrouwde erop dat de constante bewaking van deze twee potentiële slachtoffers ETA van een poging zou weerhouden.
|
NRC Webpagina's
17 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |