U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
De strijkstok van schilder Moesman

MARTIJN MEIJER
Na zijn dood is de Utrechtse surrealistische schilder J.H. ('Jopie') Moesman de erkenning ten deel gevallen die hij tijdens zijn leven ontbeerde. Tot de jaren zestig werd zijn werk, veelal sado-masochistisch getinte voorstellingen van naakte vrouwen, 'pervers' en 'obsceen' geacht. Na de seksuele revolutie stond niets de grote erkenning in de weg - niets dan Moesman zelf, een lastig man, die zo zijn eigen ideeën had.

Door die eigenzinnigheid ging in de jaren zeventig een grote tentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijk Museum niet door. Pas nu, tien jaar na zijn dood, zijn voor het eerst bijna al zijn veertig schilderijen te zien in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem, en is er een uitgebreide monografie verschenen. In Moesman en de vrouwen van Claas Hille wordt vooral de biografische achtergrond van het werk onderzocht, aan de hand van interviews met enkele vrouwen uit zijn leven. Een benadering waar Moesman fel tegen zou zijn geweest. De strijdvraag waar de duiding nu zo'n beetje om draait, is: was Moesman nu impotent of niet?

Volgens Bella Bomer, de dochter van zijn eerste vrouw, was dat het geval. Ze baseert het op uitspraken van de psychiater die Moesman en zijn echtgenote wegens de kinderloosheid van het huwelijk consulteerden. Bovendien zou Moesman 'onbewuste verkrachtingsneigingen' bezitten, die hij 'sublimeerde' in zijn schilderijen. De schrandere psychiater merkte verder op dat bij de viool op de bagagedrager van de fietsende, naakte vrouw (Moesmans bekende schilderij Het gerucht) een strijkstok ontbrak. Volgens Moesmans tweede vrouw Erika Visser was hij helemaal niet impotent maar seksueel onbevredigd; de kast met martelwerktuigen in de slaapkamer bleef doorgaans gesloten. Ze vertelt dat Moesman opgroeide tussen twee vrouwen, een depressieve moeder en een dominante tante. Zijn moeder hield de jonge Moesman regelmatig voor dat alle vrouwen hoeren waren. Vandaar dat hij af en toe veranderde in ,,een wild beest waar je bang van kon zijn'', zegt Erika Visser.

Uit de film komt een deprimerend beeld naar voren, van een kunstenaar die een dubbelleven leidde: 43 jaar dienstregelingen tekenend bij de NS en in zijn eenzame vrije uren verwoed zijn fantasieën schilderend.

Van Freudiaanse interpretaties moest Moesman zelf niets hebben. Hij deed ze af met verklaringen die zo gewoon klinken dat ze ongelooflijk worden. De gemaskerde vrouw met ontbloot bovenlijf en een mes voor zich op tafel in Avonduur (1962) zou volgens hem helemaal niet van plan zijn zich een borst af te snijden. ,,Ze wacht op een biefstukje.''

Het heeft iets tragikomisch dat iemand wiens leven en werk zich zo sterk lenen voor psychologiserende interpretaties, zich daar toch zo fel tegen verzet. Maar terecht. Want waar het uiteindelijk om gaat is of de schilderijen op zichzelf waarde hebben; een vraag waar deze film helaas geen antwoord op geeft.

Moesman en de vrouwen. Morgen, Ned.2, 0.35-01.28u.

NRC Webpagina's
8 MEI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)