U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Documenten in de zaak tabaksindustrie

H O O F D A R T I K E L :
Rookpauze


DE DEAL VAN DE EEUW heette het nog slechts enkele maanden geleden. De machtige tabaksindustrie in de Verenigde Staten maakte zich op om voor een bedrag van enkele honderden miljarden dollars een serie dreigende processen af te kopen.

Bovenop dat bedrag kwam dan nog de belofte van beterschap, met name de toezegging de jeugd met rust te laten. Deze historische schikking was afgedwongen door de ministers van Justitie van een aantal deelstaten die de rekening voor ziekten die uit roken voortkomen bij de industrie neerlegden. Om de afgekochte juridische immuniteit voor de tabaksindustrie tot stand te brengen is echter instemming van de federale wetgever nodig, het Congres en president. Die wilden hun eigen duit in het zakje doen (en in dit geval ook: een lieve duit ontvangen). Maar nu lijken de onderhandelingen in Washington alsnog spaak te lopen. Topmensen van de bedrijfstak klagen dat federale politici de eisen zo opschroeven dat zij er tabak van krijgen. Zij dreigen openlijk de hele deal af te blazen. Het gaat niet alleen om de extra fondsen die Washington claimt voor de federale overheid. Integrerend onderdeel van de schikking is ook een zogeheten look back-boetebeding, een extra financiële straf als het roken onder de jeugd niet omlaaggaat. De gedachte achter deze bepaling is de tabaksindustrie te dwingen om dezelfde energie waarmee zij heeft geprobeerd jongeren aan de sigaret te krijgen, nu aan te wenden om hen ervan af te houden. Op zijn minst moeten de tabaksfirma's stoppen met op de jeugd gerichte reclame.

RECLAMEVERBODEN zijn niet alleen een middel om de greep van de tabak op de mensen los te wrikken. Ze vormen, hoe paradoxaal dat wellicht klinkt, ook een belangrijk wapen in de onderhandelingen voor de Amerikaanse tabaksindustrie. Substantiële inperking van reclame is namelijk gebonden aan de instemming van de betrokkenen. De handen van de overheid zijn verregaand gebonden door het - zeer stellige - eerste amendement op de Amerikaanse grondwet over de vrije meningsuiting. Enkele jaren geleden liet het federale Hooggerechtshof weten zwaar te tillen aan de grondwettelijke vrijheid. Het verklaarde een adverteerverbod van de prijzen van acoholhoudende dranken in de staat Rhode Island ongeldig. Het hof toonde zich uitgesproken sceptisch over ,,regelingen waarbij mensen van de domme worden gehouden en de overheid uitmaakt wat in hun eigen bestwil is''. Zo'n uitspraak maakt de onderhandelingen tussen Washington en de tabaksgiganten er niet makkelijker op. Toch is het evenmin eenvoudig voor de tabaksfirma's eruit te stappen. De dreiging van een staccato van rechtszaken is nog steeds niet uit de wereld en het was deze dreiging die de industrie naar de onderhandelingstafel dwong. De jury van de publieke opinie ziet er intussen steeds grimmiger uit. Het imago van de tabaksindustrie is allerbelabberdst. Vooral door de onthullingen over het gedraai en gelieg van topmensen bij het beantwoorden van de vraag of hun marketingstrategieën er niet altijd op zijn gericht juist jongeren aan de haak te slaan.

STRIKT GENOMEN kan men zich afvragen of het aangaat een bedrijfstak aansprakelijk te stellen omdat deze te lang ontkende wat iedereen intussen al wist, namelijk dat roken slecht is voor de gezondheid. Maar de discussie in de VS lijkt dit stadium voorbij. De tabaksindustrie is een paria, signaleerde de New York Times onlangs. Het is zelfs de vraag of het publiek de handtekening van de tabaksfirma's onder een eventueel akkoord met de overheid nog wel zal vertrouwen. De krant trok een vergelijking met de mafia die zich schaart achter een convenant tegen afpersing. Zo gezien zou tot het laatste moment dwarsliggen voor de tabaksindustrie de enige manier zijn om een vergelijk in de wacht te slepen; te schielijk toegeven is verdacht.

Het haperen van de onderhandelingen doet intussen oude twijfels over de bereikte schikking herleven. Maken draconische tabaksverboden het roken voor rebellerende pubers niet alleen maar aantrekkelijker? Wordt de overheid door een royale bijdrage van de tabaksindustrie niet afhankelijk van tabaksgeld en krijgt zij zo niet een eigen belang bij de consumptie? Niet de minste vraag is of het eigenlijk wel gepast is voor een overheid om de rechtsaanspraken van individuele tabaksslachtoffers te blokkeren.

Het kan nog spannend worden of het historische akkoord alle vragen zal overleven.

NRC Webpagina's
8 MEI 1998



( a d v e r t e n t i e s)
Rabobank Internetbankieren

BMW - huisselectie showroom

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)