B U I T E N L A N D
|
Vaticaan 'We Remember: A Reflection on the Shoah'
|
Vaticaan "buigt, maar laat en zwak"
Door een onzer redacteuren
Zijn liberale collega A. Soetendorp was van oordeel dat het Vaticaan de medeverantwoordelijkheid van de Rooms-katholieke kerk voor de Holocaust duidelijker had moeten uitspreken. ,,Zonder de zogeheten catechese der verguizing, de anti-joodse uitleg van het Nieuwe Testament, was de vervolging van joden op zo'n grote schaal niet mogelijk geweest.''
De orthodoxe rabbijn L. van de Kamp zei na lezing van het document nog vragen te hebben. ,,Wil de Kerk verantwoordelijkheid dragen voor twintig eeuwen anti-semitisme of niet?'' Hij vond de verklaring te terughoudend. ,,Als de situatie in de RK Kerk kennelijk nog zo veel behoedzaamheid nodig maakt, was het dan wel zinvol om met zo'n document te komen?''
De critici veroordeelden in het bijzonder de verdediging van paus Pius XII. ,, Teleurstellend'', vond Soetendorp. ,,Pius XII had veel meer kunnen en moeten doen'', aldus Evers. Zij vonden bovendien dat het Vaticaan het nazisme te veel losmaakt van het kerkelijke anti-joodse erfgoed. Bisschop Van Luyn van Rotterdam, voorzitter van de bisschoppelijke commissie voor betrekkingen met het jodendom, wil een ,,open dialoog'' met de joodse gemeenschap in Nederland over het document. Van Luyn meent dat het document de verklaring van de Nederlandse bisschoppen uit 1995 over de Holocaust ondersteunt. Daarin erkennen zij de medeverantwoordelijkheid van de RK-Kerk voor de jodenvervolging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In Israel heeft professor David Flusser, een specialist op het gebied van de betrekkingen tussen christendom en jodendom, wel waardering voor het ,,moedige besluit van de paus''. Volgens hem zal het Vaticaanse document een positieve invloed hebben op de betrekkingen tussen beide godsdiensten in zowel menselijk als politiek opzicht. ,,Het document kan echter niet het hele joodse volk kalmeren, omdat de joden altijd een volledige capitulatie van de christenen eisten en dat is niet haalbaar.'' Dr Yitzhak Minervi, ex-gezant in Rome, betreurt het dat de kerk niet de moed heeft gehad om de morele verantwoordelijkheid voor haar houding jegens de joden op zich te nemen en deze op de gelovigen afwentelt.
Citaten Vaticaan Het feit dat de Shoah heeft plaatsgevonden in Europa, dat wil zeggen in de landen met de oude christelijke beschaving, roept de vraag op naar de relatie tussen de nazi-vervolging en de houding die christenen in de loop der eeuwen hebben ingenomen tegenover joden. [...] Wij kunnen niet het verschil negeren dat er bestaat tussen het antisemitisme, dat berust op theorieën die ingaan tegen de leer van de kerk over de eenheid van de menselijke soort en de gelijkwaardigheid van alle rassen en alle volken, en de gevoelens van wantrouwen en vijandschap die wij anti-judasme noemen en waaraan christenen helaas in gelijke mate schuldig zijn. De Shoah is het werk geweest van een neo-heidens regime. Het antisemitisme van dit regime vindt zijn wortels buiten het christendom en heeft bij het nastreven van zijn doelen niet geaarzeld om zich te keren tegen de katholieke Kerk en eveneens zijn leden te vervolgen. In de gebieden waar de nazi's massale deportaties hebben georganiseerd, had de wreedheid waarmee deze gedwongen verplaatsing van wanhopige mensen gepaard is gegaan, ertoe moeten leiden het ergste te denken. Hebben de christenen alle mogelijke hulp gegeven aan degenen die werden vervolgd, in het bijzonder aan de joden die werden vervolgd? Velen hebben het gedaan, maar anderen niet. [...]
Tijdens en na de oorlog hebben joodse gemeenschappen en joodse leiders hun dank uitgesproken voor alles wat voor hen is gedaan, in het bijzonder voor wat paus Pius XII persoonlijk of via zijn vertegenwoordigers heeft gedaan om het leven van honderdduizenden joden te redden. Een groot aantal bisschoppen, priesters, religieuzen en leken zijn om deze reden geÀ-Àerd door de staat Israel. Desalniettemin, zoals paus Johannes Paulus II heeft erkend, is [...] het spirituele verzet en de concrete actie van andere christenen niet geweest wat men van de leerlingen van Christus had kunnen verwachten. [...] Wij betreuren diep de vergissingen en de fouten die zijn gemaakt door de zonen en dochters van de Kerk.''
Passages Vaticaans document [...]Deze eeuw is getuige geweest van een onuitsprekelijke tragedie, die nooit vergeten kan worden: de poging van het nazi-regime het joodse volk uit te roeien met de daaruit voortvloeiende moord op miljoenen joden. Vrouwen en mannen, jong en oud, kinderen en zuigelingen werden vervolgd en gedeporteerd met als enige reden hun joodse afkomst. Sommigen werden onmiddellijk vermoord, terwijl anderen werden vernederd, mishandeld, gemarteld en beroofd van hun menselijke waardigheid en daarna vermoord. Slechts heel weinigen van hen die de kampen binnenkwamen overleefden en zij bleven voor hun leven verminkt. [...]De enorme omvang van de misdaad doet veel vragen rijzen. Historici, sociologen, politieke filosofen, psychologen en theologen proberen allen meer te weten te komen over de werkelijkheid van de Shoah en haar oorzaken. Veel wetenschappelijk onderzoek moet nog gedaan worden. Maar een dergelijk gebeuren kan niet gemeten worden aan de gewone criteria van historisch onderzoek alleen. Ze is een oproep tot ,,morele en religieuze herinnering'' en, speciaal onder christenen, een zeer ernstig nadenken over de oorzaak ervan. Het feit dat de Shoah zich voltrok in Europa, dus in landen met een langdurige christelijke beschaving, doet de vraag rijzen naar de relatie tussen de nazi-vervolging en de houding van christenen tegenover joden door de eeuwen heen. [...]Paus Pius XI veroordeelde het nazi-racisme ook op een plechtige manier in de pauselijke rondzendbrief. Mit brennender Sorge, die op Paaszondag 1937 in de Duitse kerken werd voorgelezen, een stap die leidde tot aanslagen en tot strafmaatregelen tegen leden van de geestelijkheid. In een toespraak tot een groep Belgische pelgrims op 6 september 1938 zei Pius XI: ,,Antisemitisme is onaanvaardbaar. Geestelijk gezien zijn we allemaal semieten.'' Pius XII waarschuwde in zijn eerste encycliek, Summi Pontificatus, van 20 oktober 1939, tegen theorieën die de eenheid van het menselijk ras ontkenden en tegen de vergoddelijking van de staat, dat allemaal naar zijn oordeel zou leiden tot een werkelijk ,,uur van duisternis''. We kunnen daarom niet het verschil veronachtzamen dat bestaat tussen antisemitisme, dat gebaseerd is op theorieën die strijdig zijn met het constante onderwijs van de kerk over de eenheid van het menselijk ras en de gelijkwaardigheid van alle rassen en volken, en de langdurige gevoelens van wantrouwen en vijandigheid die we anti-judaïsme noemen, waaraan helaas ook christenen zich hebben schuldig gemaakt. [...] Men moet zich afvragen of de nazi-vervolging van de joden niet makkelijker gemaakt is door de anti-joodse vooroordelen in de harten en geesten van sommige christenen. Maakte anti-joods sentiment hen minder gevoelig, of zelfs onverschillig voor de vervolgingen die door het nationaal-socialisme tegen de joden op touw werden gezet toen het aan de macht kwam? [...] Een antwoord moet geval voor geval gegeven worden. Daartoe is het noodzakelijk precies te weten wat mensen in een bijzondere situatie precies motiveerde. [...] In de landen waar de nazi's hun massadeportaties uitvoerden moet de wreedheid waarmee deze gedwongen transporten van hulpeloze mensen werden uitgevoerd het ergste hebben doen vermoeden. Hebben christenen alle mogelijke bijstand gegeven aan degenen die werden vervolgd en in het bijzonder aan de vervolgde joden? Velen hebben dat gedaan, maar anderen niet. Degenen die joodse levens zo veel als in hun vermogen lag hielpen redden, waarbij zelfs hun eigen leven gevaar liep, moeten niet vergeten worden. Tijdens en na de oorlog hebben joodse gemeenschappen en joodse leiders hun dank betuigd voor alles wat voor hen is gedaan, inclusief wat paus Pius XII persoonlijk of door zijn persoonlijke vertegenwoordigers deed om honderdduizenden joodse levens te redden. Veel katholieke bisschoppen, priesters, religieuzen en leken zijn daarom geëerd door de staat Israel.
Toch was, zoals paus Johannes Paulus II heeft erkend, ondanks zulke dappere mannen en vrouwen, het geestelijk verzet en de concrete actie van christenen niet wat men van de volgelingen van Christus zou hebben mogen verwachten. We kunnen niet weten hoeveel christenen in landen die bezet en beheerst werden door de nazi's of hun bondgenoten verbijsterd waren over het verdwijnen van hun joodse buren en gewoon niet sterk genoeg waren om hun stem in protest te verheffen. Voor christenen moet deze zware gewetenslast van hun broeders en zusters uit de Tweede Wereldoorlog een oproep tot berouw zijn.
[...]Aan het eind van dit millennium wenst de katholieke kerk haar diepe droefenis uit te spreken voor de fouten van haar zonen en dochters uit elk tijdperk. Dit is een daad van berouw (teshoewa) aangezien wij, als leden van de kerk zowel met de zonden als met de verdiensten van haar kinderen zijn verbonden.
,,De kerk mag zich niet vrij pleiten''
Kardinaal Edward Cassidy spreekt in de inleiding tot het document de hoop uit op ,,een bijdrage tot een helen der wonden, veroorzaakt door misverstanden in het verleden en door onrechtvaardigheden. Hoop dat het joodse volk zijn hart opent om naar de rooms-katholieke gelovige te luisteren met betrekking tot de inhoud van deze verklaring.'' Het is deze inleiding die mij onmiddellijk confronteert met de vraag tot wie deze verklaring eigenlijk is gericht. Is zij geschreven voor de katholieke gelovige of is zij geschreven voor de joodse overlevenden van de Shoah? Uit de verklaring van de kardinaal lijkt het laatste het geval. De inhoud echter doet geloven dat de Commissie voor Religieuze Relaties met het joodse volk zich in eerste instantie richt op de katholieken. De rooms-katholieke kerk bereidt zich immers voor op "het derde millennium christendom en spoort haar zonen en dochters aan hun harten te zuiveren, door berouw over fouten in het verleden en ontrouw. Ook de wijze waarop de verklaring inhoudelijk omgaat met de Shoah en de gevolgen daarvan voor de joodse gemeenschap is van dien aard dat de boodschap inhoudelijk nauwelijks iets van doen lijkt te hebben met de joodse lezer daarvan. Een enkel voorbeeld. De verklaring spreekt "slechts' over de Shoah, over de gebeurtenissen van de twintigste eeuw. Over de negentien eeuwen van christelijk anti-judaïsme wordt wel gerept maar die worden onmiddellijk ook weer losgekoppeld van hetgeen het "heidens-nazisme' heeft aangericht. De jood, en met hem vele anderen, weet beter. De Shoah die in de woorden van de verklaring een "catastrofe was die het joodse volk heeft getroffen', alsof het een natuurramp was, was wel degelijk het sluitstuk van tweeduizend jaar kerkelijk anti-judaïsme. De kerk, met haar religieus-ideologische geschiedenis van vervolging en verwoesting van joodse gemeenschappen in zowel Oost- als West-Europa, heeft de bouwstenen aangedragen voor de methodiek en de ideologie van het heidens nazisme dat ook gesteund werd door vele christenen. Schrijnend is dat het Adolf Hitler zelf was die zich meerdere keren verdedigde door te zeggen dat hij slechts uitvoerde wat de kerk al eeuwenlang had verkondigd.
Ook zal de joodse lezer veel moeite hebben met het feit dat de verklaring spreekt over het individueel falen van christenen terwijl het instituut "kerk' zelf op geen enkele wijze wordt belast. De slachtoffers en de nabestaanden van de Shoah weten beter. Ook ambtsdragers binnen de kerk, de goeden niet te na gesproken, hebben in naam van hun kerk hun steun aan de Shoah betuigd. Dit blijft in de verklaring onbesproken. Ja, Paus Pius XII komt ter sprake. Maar dan ook alleen binnen het kader van zijn verzet tegen de Shoah zonder overigens opnieuw met inhoudelijke feiten te komen over de aard en het resultaat van zijn verzet. Wat dit laatste betreft blijft het voor de kerk een opboksen tegen de historische feiten die een totaal ander licht werpen op deze paus tijdens de oorlog. Ook aan de woordkeus zal de joodse lezer zich storen. ,,Sommigen werden onmiddellijk vermoord, anderen werden vernederd, gemarteld, beroofd van hun menselijke waardigheid en dan vermoord''. "Sommigen'? De jood weet niet beter dat wanneer gesproken wordt over de Shoah het woord "sommigen' geschiedvervalsing is. Hele treinen met duizenden vervolgden werden onmiddellijk na aankomst in de vernietigingskampen vergast. De verklaring doet hetzelfde met de gebeurtenissen gedurende de eeuwen van anti-judaïsme. ,,In tijden van crises zoals hongersnood, oorlog of pestepidemieÀ-Àn werd de joodse minderheid
Over de vraag of het anti-joodse sentiment onder christenen hen minder gevoelig of zelfs onverschillig maakte ten opzichte van de vervolgingen is de verklaring afstandelijk: ,,Bij het beantwoorden van deze vraag moeten we wel rekening houden met de geschiedenis van de houding en het gedachtegoed van de mensheid. Daarnaast waren velen onbekend met de Endlösung''. Het zou mij wel wezen wanneer juist dit excuus achterwege was gebleven. Misschien vindt de lezer dat ik te veel nadruk leg op de details van deze verklaring. Een verklaring die echter meer dan vijftig jaar na de Shoah het licht ziet, nog net op tijd voor de eeuwwisseling en waar kennelijk jaren op gestudeerd is, kan wat mij betreft niet zorgvuldig genoeg worden geformuleerd. Zeker wanneer zij is gericht tot de jood als de overlevende van de Shoah.
Maar hoe moeten wij de verklaring lezen wanneer zij is gericht tot de katholieke kerkganger? Een oproep tot "teshoewa', tot inkeer. Een terugblik op het verleden toen zoveel christenen hebben gefaald. Deze verklaring lezend vanuit die invalshoek word ik getroffen door een meer dan gewone behoedzaamheid. Behoedzaam jegens de paus in oorlogstijd, Paus Pius XII. Behoedzaam jegens het instituut van de kerk zelf. Zij heeft niet gefaald, slechts individuele christenen hebben gefaald. En ook die individuele christenen hebben "slechts' gefaald. Aan het daadwerkelijk bedrijven van oorlogsmisdaden, het daadwerkelijk steun betuigen aan het nazi-regime worden geen woorden gewijd. "Nazisme was immers heidendom'. Dat ook SS-ers naar de kerk gingen, dat ook kampbewakers welkom waren in de kerken voor de communie vormt geen onderdeel van deze verklaring. Het was slechts een falen.
De behoedzaamheid is te begrijpen. Het Vaticaan en de rooms-katholieke kerk is een machtig instituut, wereldwijd, waar vele stromingen in vertegenwoordigd zijn. Stromingen waarvan er ongetwijfeld sommige zijn die nog niet zover in de geschiedenis gevorderd zijn dat zij deze daad van inkeer kunnen meemaken. Een minder behoedzame verklaring zou hen slechts verder verwijderen van een reflectie op het duistere verleden. Behoedzaamheid met een verklaring als deze is dan ook geboden.
En juist dat baart mij zorgen. Meer dan een halve eeuw na de verschrikkingen van de Shoah waarin ook de rooms-katholieke kerk een rol heeft gespeeld, zowel historisch als daadwerkelijk, blijkt het nog steeds niet mogelijk om de echte waarheid onder ogen te zien. Een geloofsinstituut dat met zichzelf voor het begin van het derde millennium christendom in het reine wenst te komen, is nog steeds niet in staat om zich los te maken van de banden met het belastende verleden. Juist dat gegeven roept bij mij vragen op over de validiteit van deze verklaring. De behoedzaamheid tast de waarde van dit document op een zodanige wijze aan dat het daarom aan geloofwaardigheid verliest.
Vorig jaar was ik in Polen. Met een klein groepje bezochten wij de duistere oorden waar de Shoah plaatsvond. Het was pinkstermorgen. De bewoners van het kleine dorpje kwamen juist uit de kerk. De rooms-katholieke kerk. Sommigen van de kerkgangers keken ons aan. Een enkeling maakte een opmerking die alles te maken had met antisemitisme. Of een gebaar dat voor onze groep, zo duidelijk als joods-zijnde herkenbaar, niet erg aangenaam was. Zo uit de kerk en zo bejegent men de jood op straat in het land dat doordrenkt is van joods bloed.
Enkele weken later was in ons land een documentaire op de televisie. Op het bordes van de kerk, eveneeens in Polen, werd een oudere kerkganger ondervraagd over het antisemitisme: ,,Maar natuurlijk! De joden hebben toch Jezus vermoord!'' Inderdaad voor de katholieke burger hier in Nederland heeft deze verklaring niet zoveel inhoud. De kerk in Nederland heeft de afgelopen decennia onder leiding van haar bisschoppen geprobeerd zich rekenschap te geven van het verleden. De verklaring van de Nederlandse bischoppenconferentie van enkele jaren geleden is daar een getuigenis van. Maar juist voor die dorpelingen in dat kleine plaatsje in Polen, voor die man op het bordes van de kerk, voor hem is hij bedoeld. Alleen met zoveel behoedzaamheid, daarbij ontegenzeggelijk de geschiedenis opnieuw geweld aandoende, zal de verklaring weinig tot niets uithalen. In de ogen van de rooms-katholieke antisemiet heeft de jood nog steeds Jezus vermoord, heeft negentien eeuwen kerkelijk anti-judaïsme niets van doen met het antisemtisme van de twintigste eeuw. De hoop van kardinaal Cassidy en de andere samenstellers van dit document lijkt gedoemd te verdwijnen naar de 21ste eeuw zonder dat de kerk daadwerkelijk in het reine is gekomen met haar verleden én met het joodse volk.
Rabbijn Lody B. van de Kamp is directeur van Jehoeda Services.
Zie ook:
|
NRC Webpagina's
17 MAART 1998
|
Bovenkant pagina |