A C H T E R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE
|
500 jaar voor Christus
H.J.A. HOFLAND
Hij stond voor een apenhok, wees de machtigste aap aan en verklaarde waarom die datgene deed waar hij juist mee bezig was. Een paar minuten tevoren had deze aap de ambitieuze, op één na machtigste weer eens van zich afgeslagen. Zo doen machtige mannen, volgens de courante opvattingen van gedragsdeskundigen. Ik verwijs ook nog eens naar de literatuur en de geschiedenis. ,,Voor de generaals van Napoleon is het nog een heidens werk geweest, de keizer op zijn terugtocht uit Rusland ervan te weerhouden, over Warschau te rijden'', schrijft Céline in zijn Reis naar het einde van de nacht. Hij wilde nog even bij gravin Maria Walewska op bezoek. (De interessante passage, de meest beknopte en beste samenvatting die ik over deze problematiek heb gelezen, staat op pagina 433 in de Nederlandse vertaling van E.Y. Kummer. Latere drukken pagina 391). Een andere weg heeft president Soekarno gekozen. Althans, het verhaal gaat dat bij zijn bezoek aan Moskou de KGB compromitterende foto's van hem had gemaakt. Toen hem die werden voorgelegd, zei hij: ,,Ja, van deze wil ik graag nog drie afdrukjes en van die ook.'' En nu weer Clinton - of niet. Zelden is de politiek gemakkelijker te begrijpen geweest. De columnisten hebben wel somberder tijden gekend. In het midden van de vorige week, toen de nieuwste ster met haar melding voor de dag kwam, leek de zaak om twee vragen te draaien: heeft de president het met haar gedaan (met de sub-vraag: zoja wat?) en heeft hij haar aangezet tot meineed. Men is het erover eens: als sprake is van meineed, is er reden voor impeachment, de procedure die leidt tot ontslag. Toch kan de laatste vraag alleen aan de orde komen als de eerste bevestigend wordt beantwoord. Clinton heeft twee keer ontkend. Hij zag er geloofwaardig uit, maar dit is een strikt persoonlijk oordeel dat volgens de laatste enquête door nog ongeveer een derde van de Amerikanen wordt gedeeld. In iedere enquête waar dergelijke zaken aan de orde zijn, lopen alle deelnemers ongeacht hun antwoord, vooruit op het oordeel van de rechter. De laatste keer dat dit grootscheeps gebeurde was toen O.J. Simpson terechtstond. Iedereen werd rechter, iedereen had een oordeel over de handschoen die wel of niet paste, en ieder medium dat zich in andere gevallen nog weleens van commentaar wilde onthouden zolang de zaak onder de rechter was, lapte dit principe aan zijn laars. Een dergelijke beginselvastheid te vergen zou onmenselijk zijn geweest. De zaak was publiek eigendom geworden. Hetzelfde is nu gebeurd met de niet-avonturen of avonturen van Monica Lewinsky en Bill Clinton. Haar meldingen komen een paar maanden voor de rechtszaak waarin Paula Jones haar beschuldigingen zal moeten bewijzen. Er wordt een filmfragment opgedoken dat Lewinsky toont terwijl ze 'de machtigste man op aarde' idolaat aankijkt. Iedere machtige wordt bij iedere verschijning in het publiek door haar of zijn vereerders zo aangekeken. Ik weet dat zeker omdat ik eens een verzameling van zulke foto's heb aangelegd. Het is alsof ze de openbaring beleven. In dit geval tellen deze ogenblikken als bewijs. Een krant in Dallas heeft een geheime agent gesproken die het inmiddels wereldberoemde tweetal in een bedenkelijke houding heeft gezien, zet het nieuws op Internet, trekt het dan weer in, maar intussen is het van niet-nieuws tot wereldnieuws geworden. Waar rook is, is vuur. Hier is de zon langzamerhand verduisterd door de wolken van een wereldfik. In het oude Athene bestond het instituut van het schervengericht. De burgers konden de naam van een niet deugende, vervelende of gehate medeburger op een scherf schrijven, en als 6000 scherven waren verzameld, werd de ongewenste voor tien jaar verbannen. Niet de eersten de besten, of misschien juist die is het overkomen - Thucydides bijvoorbeeld. Het schervengericht, al 500 voor Christus voorloper van de enquête. Dreyfus was niet bestand tegen de huilende storm van de openbare mening, en Zola evenmin. Na zijn J'accuse waarvan we juist plechtig de honderdste verjaardag hebben gevierd, moest hij uitwijken naar Engeland. Een paar jaar geleden dreigde hier een fatsoenlijk functionaris van een sportbond (ik noem zijn naam niet omdat de publieke opinie in zulke gevallen weleens een slapende hond kan zijn) op grondslag van een leugenachtig filmpje in staat van beschuldiging gesteld en snel door zijn bond in de steek gelaten. Het is aan zijn persoonlijke volharding te danken dat de leugenaars werden ontmaskerd. Soms kan de publieke opinie, mits kundig gedresseerd, tot een beest worden, of tot een sentimenteel huilende reus. Bewijs, wet, recht, dat is dan allemaal overbodig, zelfs hinderlijk geworden. Soms hoeft het publiek niet eens te worden gedresseerd. Er komt in dergelijke gevallen een ogenblik waarop men elkaar verdringt om de mestkar te helpen trekken, een takje op de brandstapel te gooien. De geschiedenis wemelt dus van zulke drama's. En bijna altijd bleek, nadat de hysterie was uitgewoed, dat een strijd om de macht was beslecht. Het constante gegeven is dat de publieke opinie zich voor de mestkar laat spannen, of met dezelfde overtuiging te hoop loopt voor de vermoorde onschuld, als het zo uitkomt. Betrekkelijk nieuw is dat daarmee miljoenen te verdienen vallen. In deze strijd om macht en geld, waarbij de publieke opinie de rol van dommekracht vervult, mag alles. Verraad, geheime camera's en verstopte geluidsapparatuur, intimidatie, provocatie - je aarzelt het te zeggen, maar het zijn alle technieken die de Stasi in haar dagelijks werk gebruikte. Aan het einde van de productielijn wacht in dit geval niet een volksorde voor het verraad en de cel voor de boosdoener, maar staat een rij van uitgevers klaar om de gemaltraiteerde een boek te laten schrijven of iemand te huren die dat voor haar kan (alsof de vrouwenemancipatie vergeefs is geweest), en daarna komt er nog een film. Dan is Kaatje helemaal beroemd. Intussen hebben de moral majority en Rupert Murdoch hun rekening vereffend, wat laatstgenoemde ook geen windeieren heeft gelegd. Is Clinton schuldig of niet? Dat is een andere zaak. Op zo'n manier valt niet fatsoenlijk recht te spreken.
|
NRC Webpagina's
28 JANUARI 1998
|
Bovenkant pagina |