U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Saddam en Clinton


HET PAPIER WAAROP de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn resoluties schrijft is geduldig. In vier opeenvolgende verklaringen - de laatste vannacht - wordt Irak veroordeeld, tot de orde geroepen en gedreigd met, overigens nauwelijks gespecificeerde, maatregelen als het niet bijtijds tot inkeer komt. Het maakt allemaal geen indruk op Saddam Hussein. Gisteren nog gaf hij gevolg aan zijn aankondiging de Amerikaanse leden van de inspectieteams van de Volkerenorganisatie het land uit te zetten. Vanmorgen volgden de andere inspecteurs, op last van hun directe chef. Deze weigerde discriminatie binnen zijn team te aanvaarden. De booswicht in de straat kan niet worden toegestaan de leden van het arrestatieteam te selecteren.

Inspectie van de laboratoria en installaties voor de aanmaak van massavernietigingswapens is nu onmogelijk geworden. Daarmee onderscheidt de crisis zich van haar voorgangsters. In de curatele over Irak is een waterscheiding bereikt. Op de Golfoorlog van 1991 was een pakket strafmaatregelen gevolgd wegens de verovering, brandschatting en plundering van Koeweit. Militaire en economische sancties en de gedwongen vernietiging van nucleaire, chemische, bacteriologische en raketwapens moesten Irak terugvoeren binnen de internationale orde. Nu de controle op die vernietiging praktisch heeft opgehouden te bestaan, dreigen ook de sancties hun betekenis te verliezen. Saddam laat zich door deze middelen eenvoudig niet dwingen en intimideren.

DE VRAAG IS: wat nu? De regering-Clinton neigt naar een strafexpeditie, vermoedelijk met kruisraketten. Maar het is onduidelijk wat daarmee kan worden bereikt. De VS beschikken in het Midden-Oosten niet bij benadering over het militaire vermogen dat zij daar zeven jaar geleden wisten te mobiliseren. Voor een expeditie als destijds ontbreken bovendien de aanleiding en de internationale en vermoedelijk ook de binnenlandse steun. Zelfs een kleinschalige operatie stuit op verzet van landen als Frankrijk, Rusland, China en Egypte. Dat is de reden voor de vaagheid van de uitspraken van de Veiligheidsraad wanneer het om verdere tegen Saddam te nemen stappen gaat en dat is ook de reden waarom vannacht een nieuwe resolutie van de raad onhaalbaar bleef en een verklaring van de voorzitter de onderlinge onenigheid moest verbloemen.

SINDS DE NEDERLAAG van Irak in de Golfoorlog zijn er in de internationale constellatie beslissende veranderingen opgetreden. De crisis rondom Saddam Hussein is daar een afspiegeling van. Frankrijk en Rusland tonen een intense behoefte om zich te profileren en zij doen dat door verschillen van mening met de Verenigde Staten waar maar even mogelijk sterk aan te zetten. China, Iran, Irak, de verhouding tussen Israel en de Palestijnen, Centraal-Afrika en de NAVO vormen uitgezochte thema's voor het onderstrepen van een eigen, afwijkende houding. Die houding is ingegeven door economische belangen, maar politieke geldingsdrang is een niet te onderschatten factor. Amerika, de enig overgebleven supermogendheid, wordt uitgedaagd.

De persoon van Clinton heeft de tegenstellingen aangescherpt. De president is geen bruggenbouwer gebleken, zoals zijn voorganger, George Bush, dat wel was, onder veel moeilijker omstandigheden. Clinton heeft zich in zijn eerste termijn weliswaar opgeworpen als voorvechter van een multilaterale aanpak - zelfs bij de democratisering van Haïti betrok hij de VN - maar gaandeweg heeft zijn assertiviteit het gewonnen van zijn vermogen coalities te smeden. De Russen èn de Fransen hebben met Amerika nog een paar rekeningen te vereffenen en het lijkt niet te ver gezocht om een verband te veronderstellen met hun recalcitrantie in de kwestie-Irak.

MET ZIJN DRIJVEN naar nieuwe sancties tegen het regime in Bagdad heeft de Amerikaanse president zijn manoeuvreerruimte beperkt. Het is paradoxaal om te moeten vaststellen dat nu Clinton en niet Saddam in een isolement is geraakt. Hoewel de geschreven en uitgesproken teksten nog altijd iets anders suggereren, lijkt dit tenminste de werkelijkheid te zijn. Gezien het belang van het behoud van een enigszins ordelijke internationale samenleving een triestmakende constatering.

NRC Webpagina's
14 NOVEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)