O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Intern en extern
Vergeleken met enkele jaren geleden, toen de overheid middenin een golf van reorganisaties, verzelfstandigingen en privatiseringen zat, zijn deze uitgaven voor organisatieadviezen sterk gedaald. In 1993, bijvoorbeeld, werd hieraan meer dan honderd miljoen gulden uitgegeven. In ieder geval geeft de overheid aanzienlijk grotere bedragen uit voor automatisering, scholing, voorlichting, onderzoek, schoonmaak en verzelfstandigde uitvoerende werkzaamheden. Een rapport dat drie jaar geleden werd opgesteld onder leiding van Marjanne Sint, toenmalig topambtenaar van Binnenlandse Zaken, komt voor 1994 uit op een totaalbedrag van 2,2 miljard gulden voor de inschakeling van extern personeel. Dat was ongeveer één procent van de rijksbegroting. Uit dit rapport blijkt dat sprake is van een verdrievoudiging van de kosten tussen 1982 en 1994. Het was de tijd dat de overheid probeerde af te slanken en ondernemende ambtenaren voor zichzelf begonnen, met als eerste opdrachtgever hun oude werkgever. Sindsdien is sprake van een kentering. Op Prinsjesdag zal Dijkstal bekendmaken dat in 1996 minder is uitgegeven aan extern personeel dan in de topjaren 1993-94. De Nederlandse overheid, zo lijkt het, is over de toppen van de uitbesteding van werk heen. UITGAVEN VOOR externe deskundigheid zeggen op zichzelf niets over de bereikte doelmatigheid: het is mogelijk dat door grotere inschakeling van externe diensten een veelvoud is bespaard op de overheidsuitgaven, maar het kan ook extra belastinggeld hebben gekost omdat externe adviseurs nu eenmaal hogere dagvergoedingen vragen dan in de CAO voor ambtenaren staan. Het huidige kabinet doet in ieder geval moeite om deze uitgaven te beperken en om alternatieven te ontwikkelen. In 1995 is de Stichting Intermin opgericht met als doel om het inhuren van externe deskundigen door de overheid terug te dringen. Uitgangspunt is dat bij de overheid genoeg ervaren ambtenaren werken die specifieke klussen op andere departementen op basis van tijdelijke uitleen kunnen opknappen. Erg hard loopt het niet met dit initiatief: dit jaar zijn elf hogere ambtenaren bij de stichting ondergebracht en volgend jaar hoopt men vijfentwintig namen in de kaartenbak te hebben. Dit aantal valt in het niet bij de explosief gegroeide omvang van de particuliere consultancy. NEDERLAND TELT een uitzonderlijk hoge dichtheid van consultants. Enkele zeer grote internationale consultancyfirma's zijn gedeeltelijk van Nederlandse oorsprong en daarnaast bestaat er een enorm aantal bureaus voor organisatieadvies, interimmanagement, accountancy, public relations, externe betrekkingen, training, opleiding en strategische beleidsvorming. Voor zover Nederland deze expertise exporteert, is dat goed voor de dienstenbalans. Overal in de wereld zijn Nederlandse consultants actief. Het Nederlandse bedrijfsleven huurt eveneens op grote schaal externe deskundigheid in. Ondanks de gesignaleerde daling van de uitgaven, weet de overheid er nog altijd raad mee: in crisisgemeenten treden interimmanagers op als burgemeesters, er was even sprake van dat de Rotterdamse politiekorpschef Brinkman nadat hij op non-actief was gesteld, door een interimmanager zou worden vervangen. Bij het geruchtmakende 'Hakkelaar-proces' lieten de officieren van justitie zich begeleiden door een pr-consultant raison van een dagvergoeding van ruim drieduizend gulden (exclusief btw). Doortrekking van deze beleidslijn zou betekenen dat Nederland in de toekomst bestuurd wordt door Boer Croon Groep, Terpstra & Tukker, Twijnstra Gudde, Winkelman & Van Hessen, Klijnsma & Bodes, Berenschot en andere vertrouwde namen uit de consultancywereld. Dan zouden er verkiezingen kunnen worden gehouden waarbij de kiezer uitmaakt welk bureau de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt en een contract krijgt om voor een aantal jaren het beleid uit te voeren. Zo een variant op het 'Nieuw-Zeelandse model' zou de ultieme stap in de privatisering van overheidstaken zijn. NIEMAND WENST uiteraard een dergelijke ontwikkeling. Soms moet een beroep worden gedaan op externe deskundigheid om knelpunten op te lossen of om specifieke kennis in te huren. Het is goed dat deze private dienstverlening voorhanden is en het is vaak voordelig ook. Maar uiteindelijk behoudt de overheid haar eigen verantwoordelijkheid voor het beleid, onder het wakend oog van de openbaarheid en het parlement.
|
NRC Webpagina's
16 AUGUSTUS 1997
|
Bovenkant pagina |