U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    A C H T E R P A G I N A  
NIEUWS   | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

zomerhits


Wat doet die vork in New York

BERNARD HULSMAN
Ook wie nooit naar de Top 40 luistert kent ze. Overal klinken de zomerhits, in de straten en op de stranden, in de cafés en in de winkels. Deze week de zomer van 1977.

Onder de makers van zomerhits zit een onevenredig groot aantal 'one hit wonders', artiesten die in één klap met één nummer beroemd worden maar van wie vervolgens nooit meer iets wordt vernomen. Anita Ward is met 'Ring My Bell', de zomerhit van 1979, zo'n muzikant, evenals Kamahl, de Australische zanger die in 1975 een zomerhit had met 'The Elephant Song'. En ook Ryan Paris is een eenhitsmirakel: hij stond in augustus en september 1983 hoog in de hitparade met het Italo-disconummer 'Dolce Vita' en moest concurreren met 'Vamos a la playa' van het Spaanse eendagsvliegenduo met de naam Righeira.

De zomer van 1977 was natuurlijk de zomer van Elvis Presley. Vandaag precies twintig jaar geleden overleed de man die volgens sommigen van grotere culturele betekenis voor de twintigste eeuw is geweest dan welke kunstenaar dan ook. Zijn overlijden had een late zomerhit tot gevolg: 'I Remember Elvis Presley' van Danny Mirror, artiestennaam van Eddy Ouwens. Het nummer leidde tot een relletje toen Ouwens door de toenmalige radiodiscjockey Felix Meurders van lijkenpikkerij werd beschuldigd. Ouwens hield vol uit oprecht verdriet het nummer te hebben gemaakt. Misschien is dit inderdaad ook zo. In ieder geval ging Ouwens dit jaar niet in op een aanbod van een platenmaatschappij om het nummer opnieuw uit te brengen wegens Elvis' twintigste sterfdag.

Maar Elvis overleed te laat om voor de grootste zomerhit van 1977 te zorgen. Deze status is alleen weggelegd voor twee eerder uitgebrachte nummers. De ene was 'A Real Mother For Ya' van Johnny Guitar Watson, de vorig jaar overleden bluesgitarist die al in de jaren vijftig zijn loopbaan was begonnen en ook na zijn zomerhit in beperkte kring bekend bleef. De andere en allergrootste zomerhit van 1977 is 'Cokane In My Brain' van Dillinger. Dit is een onversneden one-hit-wonder. Weliswaar probeerde Dillinger twee jaar later zijn succes te herhalen met 'Marijuana In My Brain', maar toen was hij alweer vergeten en bleef dat ook.

'Cokane In My Brain' heeft een lange en wonderlijke geschiedenis. Toen het nummer de eerste plaats van de Top 40 bereikte, wist niemand wie Dillinger was. Het tv-programma TopPop probeerde de zanger vergeefs voor de camera te halen. Er deden verschillende geruchten de ronde over Dillinger. Sommigen beweerden dat hij in de gevangenis zat, anderen wisten zeker dat hij dood was en weer anderen waren ervan overtuigd dat hij helemaal niet bestond. Volgens de laatsten was 'Cokane In My Brain' een grap van een Jamaicaanse producer.

In werkelijkheid had ene Lester Bullocks de naam van de gangster uit Chicago gekozen als pseudoniem. Bullocks is op 25 juni 1953 in Kingston, de hoofdstad van Jamaica, geboren, zo schrijft Johan van Slooten in zijn onlangs verschenen en zeer informatieve boek 500 Nr. 1 hits uit de Top 40. ,,Vanaf 1971 werkte hij als DJ en zanger in plaatselijke clubs en discotheken'', schrijft Van Slooten. ,,In 1974 verscheen zijn eerste single, 'Yabby You'. Een jaar later maakte hij voor een klein Jamaicaans label het album CB 200, met daarop het nummer 'Cokane In My Brain'. Het album werd een flop, maar in 1976 kocht platenmaatschappij Island Records de rechten van producer Joseph Hoskin. De plaat werd aanvankelijk niet in Nederland uitgebracht.'' Maar discjockeys, altijd op zoek naar iets nieuws, kochten in Engeland enkele exemplaren van CB 200. Nadat het nummer 'Cokane In My Brain' in een Rotterdamse discotheek en later ook in andere dancings was aangeslagen, besloot platenmaatschappij Ariola Dillingers cocaïnelied op single uit te brengen. Uiteindelijk werden meer dan 100.000 exemplaren van deze zomerhit verkocht en had ook een Nederlandse parodie van Dingetje ('Amsterdam, hoe spel je dat?') nog succes.

'Cokane In My Brain' werd alleen in Nederland een hit. Gebeurtenissen uit 1977 kunnen dit vreemde succes niet verklaren. In maart stortte een KLM-vliegtuig op Tenerife neer met 581 doden als gevolg; Zuid-Molukse jongeren kaapten in mei een trein bij De Punt; de PvdA won in dezelfde maand de verkiezingen maar verloor de kabinetsformatie. In Duitsland zette de Rote Armee Fraktion haar stadsguerrilla voort en in het Midden-Oosten bracht de Egyptische president Saddat een opzienbarend bezoek aan Israel. Voor een verklaring van het succes van 'Cokane In My Brain' moet naar de voorgaande jaren worden gekeken. Dank zij Bob Marley, die in 1975 met 'No Woman No Cry' had gezorgd voor de definitieve doorbraak van de reggae, klonk het ritme van Dillingers zomerhit Nederlanders niet vreemd in de oren. Bovendien was het repeterende gitaarloopje, dat Dillingers zingzeggen begeleidt, ontleend aan 'Do It (Anyway You Want It)', een soulnummer van People's Choice dat iedereen toen kende.

'Cokane In My Brain' doet ook vertrouwd aan door de tekst. Dillinger praat op zijn zomerhit als een scharrelende junkie, een verschijning die in de jaren zeventig vertrouwd was geworden in het Nederlandse straatbeeld. ,,Hey Jim, Jim!'', zo begint 'Cokane In My Brain'. ,,Hey Jim, I want you to ask something.'' Vervolgens vraagt de ik-figuur, die John blijkt te heten, Jim om New York te spellen. Jim noemt John braaf de letters van New York, waarop John zegt dat New York heel anders moet worden geschreven. ,,A knife, a fork, a bottle and a cork/That's the way we spell New York, John.''

De opsomming 'een mes, een vork, een fles en een kurk' slaat op het eerste gehoor op het cocaïnegebruik waarover John in het refrein steeds zingt: ,,I've got cocaine running around my brain/A whole lot of cocaine running around my brain.'' Maar bij nadere beschouwing is dit een vreemde opsomming. Dat cocaïnegebruikers met een scheermes cocaïne fijn hakken, liefst op een spiegel, weet iedereen uit de film. En een kurk schijnen cocaïnejunkies wel te gebruiken om hun scheermesje na en voor het gehak veilig in op te bergen. Maar wat moet een cocaïnesnuiver met een vork? Een lepel, attribuut van heroïnejunkies, kan men zich nog voorstellen, maar een vork? En wat doet die fles in de cocaïne-opsomming?

NRC Webpagina's
16 AUGUSTUS 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)