U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De strijd om islamitische televisie
PETER DE BRUIJN en YAËL VINCKX
In het bestuur van de islamitische omroep is een coup snel gepleegd. De zoveelste rel in een lange geschiedenis van conflicten is nu het sneuvelen van de documentaire-serie 'De onbekende wereld van de islamitische kunst'. 'De betrokkenen zijn zonder uitzondering beïnvloedbaar door politieke groeperingen.'

HILVERSUM, 28 JULI. De islamitische zuil kent zijn conflicten. De oprichting van een godsdienstopleiding in Nederland bijvoorbeeld: welke stroming moet worden onderwezen, wie moeten er in het bestuur? De twee overkoepelende moslim-organisaties in Nederland, De Islamitische Raad Nederland (IRN) en de Nederlandse Moslim Raad (NMR) gooien met modder naar elkaar. Een coup in het bestuur is snel gepleegd. ,,Vriendjespolitiek naar Marokkaans en Turks voorbeeld'', zeggen ex-medewerkers. Met de islamitische omroep in Nederland is het niet anders gesteld - intriges te over.

De zoveelste rel in een lange geschiedenis van conflicten is hier het sneuvelen van de documentaire-serie 'De onbekende wereld van de islamitische kunst'. De serie moest, met een budget van anderhalf miljoen gulden, de grootste productie ooit van de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) worden. De omroep beschikt jaarlijks over 4,5 miljoen gulden.

,,Door de voortdurende chicanes van de Nederlandse Moslim Omroep hadden we geen andere keus dan de serie af te blazen. Er was geen basis meer om de serie tot een succes te maken'', zegt M. Kolfschoten. Ze is advocaat van de onafhankelijke producente G. Orhan van Fatusch Productions, die de documentaire zou maken. Het bestuur van de NMO wijst iedere beschuldig echter van de hand en wil zelf verder geen commentaar geven.

Het zijn voornamelijk persoonlijke conflicten die ten grondslag liggen aan de strijd bij de islamitische omroep, meent W. A. Shadid, hoogleraar interculturele communicatie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Maar, zegt hij, ,,etnische achtergronden en verschillende opvattingen over de relatie van de islam tot de moderniteit - de ene groep is progressiever dan de andere -, wakkeren de persoonlijke conflicten aan.''

In maart vorig jaar sloten Orhan en Nederlandse imam A. Van Bommel, toen nog directeur van de NMO, een overeenkomst over de zesdelige serie, waarin onder meer calligrafie, mode en muziek zouden worden behandeld. De NMO zou 500.000 gulden bijdragen, op voorwaarde dat de NMO en Fatusch Production er gezamenlijk voor zouden zorgen dat het resterende miljoen op tafel kwam. Maar toen Van Bommel in november vorig jaar op non-actief werd gesteld wegens 'onvoldoende managementkwaliteiten en slecht financieel beheer', kwam die overeenkomst op losse schroeven te staan.

,,Na het vertrek van Van Bommel werd er van de kant van het NMO-bestuur geen enkele inspaning meer gedaan om de serie tot een goed eind te brengen'', zegt Orhan. Er werd geen gehoor gegeven aan het verzoek om een contactpersoon aan te stellen na het vertrek van Van Bommel. En in januari werd plotseling een termijn gesteld: vóór 31 maart moesten de benodigde fondsen voor de productie rond zijn. In de oorspronkelijke overeenkomst was geen deadline vermeld. Van de kant van de NMO werd geen enkele inspanning verricht om die fondsen bij elkaar te krijgen, aldus Orhan. Zo deed het bestuur volgens haar nooit een vervolgaanvraag voor subsidie bij het stimuleringsfonds culturele omroepprodukties, waar Van Bommel contact mee had gelegd.

Producente Orhan slaagde er uiteindelijk toch in 938.000 gulden te verwerven, onder andere 100.000 gulden van het ministerie van OC en W. Ze wist dit te staven met een verklaring van een register accountant, gedateerd 22 april. Het NMO-bestuur, dat alleen via advocaat Rossier wil reageren, meent dat Orhan niet aan haar verplichtingen heeft voldaan. ,,Dat Fatusch Productions 938.000 gulden heeft geworven, is niets meer dan een loze bewering. Een summiere accountantsverklaring is onvoldoende'', aldus Rossier.

Orhan is niet van plan NMO-advocaat Rossier inzicht te geven in de fondsen. Ze vreest dat de NMO haar zwart wil maken bij de geldschieters of hen wil benaderen om zèlf een dergelijke serie te maken. Haar advocaat zal namens Fatusch Productions een schadeprocedure beginnen, die tot in de tonnen kan oplopen.

Problemen zijn er al sinds de oprichting van de Islamitische Omroep Stichting (IOS) in 1986. In het bestuur maakten Turken, Marokkanen en Surinamers ruzie over de zetelverdeling: welke nationaliteit had recht op meer zetels? Ook bestond tussen verschillende religieuze stromingen onenigheid over de identiteit van de omroep.

Samenwerking in de Islamitische Raad Nederland (IRN) moest uitkomst bieden. Maar in 1993 vonden de Nederlandse autoriteiten het welletjes. Het Commissariaat voor de Media ontnam de islamitische omroepstichting (en dus ook de IRN) haar zendtijd. Het gaf de zendmachtiging aan die andere overkoepelende moslimorganisatie, de Nederlandse Moslim Raad (NMR). Al stelde de controle van de NMR op de omroep niet veel voor. Lange tijd hadden de NMR en de NMO dezelfde voorzitter en secretaris.

In deze opzet werd de A. van Bommel directeur. Tot eind 1996. Toen besloot het bestuur hem te schorsen - een maand geleden werd Van Bommel definitief ontslagen. Ofschoon de rechter hem verweet zijn budgettaire bevoegdheden te hebben overschreden, was volgens hem van tekortschietend management of financieel wanbeheer geen sprake.

Waarom moest Van Bommel het veld ruimen? ,,Hij weet veel van de islam, maar weinig van tv maken en hoe een bedrijf te leiden'', zegt woordvoerster S. Abdus Sattar van de NMR. ,,Hij is te progressief'', zeggen betrokkenen - veelal anoniem, want niemand wil in de zoveelste intrige ten onder gaan. ,,Hij stond de macht van anderen in de weg'', zeggen anderen.

Volgens hoogleraar interculturele communicatie Shadid laten etnische groepen en internationale, religieuze groeperingen deelbelangen prevaleren boven het algemeen belang. ,,De mensen die bij de NMO betrokken zijn, zijn direct beïnvloedbaar door buitenlandse instanties en politieke groeperingen'', aldus Shadid.

Hij wil geen namen noemen. ,,Het geldt zonder uitzondering.'' Woordvoerster Abdus Sattar van de NMR wijst de aantijgingen van Shadid van de hand. ,,Natuurlijk moeten we rekening houden met allerlei verschillende etnische en religieuze achtergronden, maar ik heb die invloeden van buitenaf nooit kunnen ontdekken. We hebben een geheel autonome programmaraad.''

Het commissariaat voor de media zou er op moeten aandringen de bestuurders van de NMO ,,op afstand te plaatsen van hun groeperingen'', aldus Shadid. Ook zouden er professionelere bestuurders moeten worden aangesteld. ,,Nu kijkt men bij benoemingen vooral naar etnische afkomst. Niet naar deskundigheid.'' Volgens de hoogleraar blijft het mogelijk alle moslim-groeperingen in één omroep te verenigen.

,,Als het mogelijk is alle christelijke groeperingen te verenigen in de IKON, moet dat toch ook bij moslims kunnen?''

NRC Webpagina's
28 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)