U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Omroep volgt Oranje gedwee

Door onze redacteur F. KUITENBROUWER
ROTTERDAM, 22 APRIL. De vroegere president van de Verenigde Staten Gerald Ford had de neiging zich onhandig te bewegen. Hij raakte verstrikt in de lijnen van zijn honden, hij stommelde van een vliegtuigtrap. Het was onweerstaanbaar materiaal voor de visuele media - zeker in herhaling. Al droegen deze beelden niet direct bij tot de hoogheid van het ambt, toch zou de perschef van het Witte Huis het niet in zijn hoofd halen heruitzending te verbieden.

Het hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) in Nederland heeft een minder benijdenswaardige positie. Er blijkt een staande afspraak met de omroep te bestaan dat heruitzending door de omroep van alle beelden van leden van het Koninklijk Huis, is onderworpen aan zijn voorafgaand fiat.

Deze stelregel is in de belangstelling komen te staan door het verbod van de RVD aan de makers van het AVRO-programma 'Wij Nederlanders' gebruik te maken van oude opnamen van onder meer koningin Juliana en het prinsje Constantijn. Inmiddels is besloten dat de uitzending toch doorgang kan vinden. De bezwaren betroffen niet zozeer het historisch beeldmateriaal als zodanig maar de context, in casu het ironisch commentaar van presentator G.J. Dröge. De bewuste aflevering heeft als thema 'doe maar gewoon'. Het behoort tot de officiële taakopdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst om - zonder voorbij te gaan aan de eisen van een behoorlijke berichtgeving - bedacht te zijn op bescherming van de privésfeer van leden van het Koninklijk Huis. Geheel weerloos zijn de leden van het Huis van Oranje nu ook weer niet. Prinses Irene procedeerde al eens met succes tegen een opdringerige persfotograaf en Prins Claus dwong in 1995 een roddelblad tot een schikking. Het is natuurlijk te prefereren dat de Rijksvoorlichtingsdienst problemen probeert te voorkomen. Bijvoorbeeld door te waken over de afspraak bij een koninklijk interview dat het een eenmalig karakter heeft.

Overigens is zelfs op zo'n eenmalige uitzending het wettelijk citaatrecht (inclusief beeld en klank) van toepassing. Dat is wel gebonden aan beperkingen. Zo mag het citaat niet te lang zijn en dient het verband te hebben met de context van het programma. Deze context mag wél kritisch zijn; de Auteurswet noemt met zoveel woorden de polemiek als grond voor een citaat. Dat lijdt uitzondering als een ,,redelijk belang'' van een afgebeeld persoon zich verzet, inclusief het belang van de persoonlijke levenssfeer (privacy). Wel moeten publieke figuren zich op dit punt wat meer laten welgevallen dan Jan Modaal.

Over de vraag waar in het concrete geval precies de grens moet worden getrokken, kunnen, zoals dat heet, redelijke mensen van mening verschillen. Er bestaat dan ook een levendige jurisprudentie over. Maar niet als het om het Koninklijk Huis en de omroep gaat. Ieder citaat moet worden gemeld aan de RVD, die het laatste woord heeft. De leiding van de RVD omschrijft de aard van deze afspraak als ,,een gentlemens agreement dat hier en daar op papier staat'' - betrekkelijk vaag dus. Harde criteria ontbreken. Het herenakkoord heeft zijn oorsprong in een afspraak van de NOS - namens de ,,gezamenlijkheid'' - met de RVD, maar ook de commerciële zender RTL heeft zich daarbij geschaard.

De huidige versie van de afspraak dateert volgens de NOS uit 1989 en werd gemotiveerd door de wens gebruik te kunnen maken van elkaars archieven. Het veto van de RVD betreft overigens niet alleen het filmarchief dat door de RVD is ingebracht bij de vorming van de Stichting AVAC (audiovisueel archiefcentrum) van de NOB. Ook eigen materiaal van omroepen valt eronder. Zelfs het gebruik van een koninklijk archiefbeeld in een journaal is formeel onderworpen aan het fiat van de RVD, al gaat deze er om praktische redenen mee akkoord dat zoiets ook wel eens achteraf gebeurt. Serieuze journalistiek is niet het probleem, zegt RVD-hoofddirecteur E. Brouwers. De pijn zit hem in ,,anderssoortige programma's''. Hij noemt een tv-quiz waarin als begin portretten van koninklijke personages in een steeds sneller tempo werden afgedraaid. Waarom moest dat? Een leuke trekpleister, was het antwoord. Dat vond Brouwers onvoldoende. Als het nu ging om een quiz over koningshuizen was het wat anders.

Met alle begrip voor deze afweging is het toch de vraag waarom de RVD zich namens Huis ten Bosch - en het ministerieel verantwoordelijke Torentje - in dit soort wespennesten moet steken. De Grondwet staat alleen een speciale behandeling voor reclame toe. Dat is ook een bekend thema in de beslissingen van de RVD. Natuurlijk bestaat er verschil tussen informatieve en verstrooiende programma's, maar de Mediawet rekent beide categorieën tot het takenpakket van de publieke omroep. De vraag keert zich overigens niet zozeer tegen de RVD als tegen de omroep. Haar mate van zelfbinding wat betreft het Koninklijk Huis loopt uit de pas met de gedrukte media, die in beginsel zelf beslissen over het gebruik van hun archiefmateriaal. Dat betekent overigens niet dat de media niet moeten opletten. De Raad voor de Journalistiek maande al in 1973 tot ,,voorzichtigheid'' met hergebruik van krantenfoto's. Dit betrof niet eens een lid van het Koninklijk Huis, maar een een raadslid van een lokale partij met een winkelwagentje in een supermarkt. Deze foto diende als illustratie bij een pleidooi voor straatmarkten. Het raadslid was nu juist voorstander van de supermarkt en voelde zich in een verkeerd daglicht gesteld. Een niet onbelangrijk element van de speciale verstandhouding tussen de RVD en de omroep als het om het Koninklijk Huis gaat, is natuurlijk dat de media de RVD vaak ook nodig hebben. Voor wat, hoort wat. Deze relatie is echter onderhevig aan verandering. In de jaren vijftig werd de journalist Faas op bevel van de minister-president geboycot omdat hij uit vrije nieuwsgaring een voorschotje had genomen op de Troonrede. Toen de Volkskrant in 1973 het embargo op de regeringsverklaring weigerde en op eigen kracht daaraan voorafgaand publiceerde, werd een klacht van de RVD door de Raad voor de Journalistiek afgewezen.

Het herenakkoord over het Koninklijk Huis is op het ogenblik onderwerp van gesprek met de NOS. De RVD omschrijft de inzet als: kan het niet nog wat simpeler? De NOS lijkt weinig moeite te hebben met de geldende afspraak, zolang de RVD ,,niet moeilijk doet over journalistiek gebruik''. Daar heeft presentator Dröge weinig aan.

NRC Webpagina's
22 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)