U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Internet-inspraak leidt tot chaos


Het ledenaantal van de politieke partijen loopt terug. De belangstelling voor politiek is tanende. Een nieuwe impuls zou de democratie dus best kunnen gebruiken.

'Internet!' roept Marcel Bullinga op deze pagina. Niks geen rokerige binnenzaaltjes, verkiezingskrantjes en stemmen bij handopsteken. Gewoon modern elektronisch: even de e-mailtjes scannen van de discussiegroep en daarna met het elektronische rode potlood je voorkeur kenbaar maken. Dit is niet alleen gevaarlijk geklets in de digitale ruimte, maar ook nog stemmen in de ruimte. Democratie is in Bullinga's opvatting bijna synoniem met besluiten nemen of neuzen tellen. Maar stemmen tellen is slechts een deel van het democratisch proces. Informatie verzamelen, ordenen, analyseren, voorstellen formuleren, meningsvorming en debat zijn zeker zo belangrijk. Bullinga vat dit laatste samen onder de snurkende abstractie 'kennisinfrastructuur'. Internet wordt vergeleken met een encyclopedie: als je wat wilt weten zoek je het even op. Helaas is de praktijk minder simpel. De filosoof L. Floridi omschreef het Internet eens als een bibliotheek zonder catalogus waar elke dag opnieuw een vrachtwagen vol boeken voor de deur wordt uitgestort. De Nederlandse versie van de bekende zoekmachine Altavista produceerde bij het trefwoord 'IJburg' al 206 hits. De deelnemer aan Bullinga's teledemocratie zal een vrije dag moeten opnemen om zich door zo'n brei van documenten heen te worstelen om geïnformeerd te raken en deel te kunnen nemen aan elektronische discussies. En daar wacht hem een nieuwe teleurstelling. Bullinga's versie van de 'electronic town hall' veronderstelt dat relevante documenten, van de overheid of andere betrokken instanties in digitaal formaat beschikbaar zijn. De overheid zal voor het slagen van een 'democracy on line' een actieve rol moeten spelen bij het digitaal beschikbaar stellen van informatie. De Nederlandse overheid doet haar best, maar websites van bepaalde ministeries bevatten soms niet meer dan postbus 51 informatie.

Het nieuwe van Internet zit in de mogelijkheid van interactie, discussie en meningsvorming. Achter mijn zachtzoemende laptop neem ik nog wat berichtjes door van bijvoorbeeld de nieuwsgroep nl.politiek.ijburg, alvorens via Bullinga's privacybestendige stemchip mijn voorkeur kenbaar te maken. Met meningsvorming op Internet is het vaak bedroevend slecht gesteld, ondanks de hoge opleidingsgraad van de Internet-gebruikers. Soms zijn het ordinaire scheldpartijen, maar vaker luistert men niet eens naar elkaar en wordt er niet ingegaan op de argumenten van de ander. Geen discussie, maar solipsisme viert hier hoogtij. Niet ten onrechte schreef de socioloog Zijderveld in zijn bijdrage aan het kennisdebat: 'op het internet is ieder zijn eigen god'.

Van echte interactiviteit is pas sprake als ook de politici en bestuurders zelf via het net bereikbaar zijn. Dit is in Nederland veelal niet het geval. In de Verenigde Staten kan elke Internet-gebruiker een elektronisch bericht sturen naar zijn Congreslid of de president. Maar op een mailtje naar de president volgt een antwoord dat door de computer is opgesteld en verstuurd, of een standaard antwoord van een medewerker. Op een dergelijke interactiviteit zit de burger niet te wachten.

Met de nieuwe, digitale kennisinfrastructuur is het nog bedroevend gesteld. We zullen het voorlopig moeten doen met de traditionele journalistiek en de oude media. De kranten en weekbladen, radio en tv blijken verrassend efficiënt en nog onafhankelijk ook als het gaat om het informeren en om de opiniëring van het publiek. Het Internet geeft aan de journalistiek wel een belangrijke impuls tot vernieuwing. Het is een interessante nieuwsbron en tegelijk een nieuw publicatiemedium. Het aantal digitale kranten en tijdschriften in Nederland neemt toe. Langzaam ontwikkelt zich een nieuwe infrastructuur voor het informeren van de digitale burger. In de campagnes van de Amerikaanse presidentsverkiezingen speelden speciale websites van de kandidaten en ook van de media een belangrijke rol. Geen enkele kandidaat kon nu al zeggen: 'I won or lost the election because of Internet', maar dat punt zijn we wel dicht genaderd, zo menen Amerikaanse mediaspecialisten.

Of Internet een belangrijke rol kan spelen in de politieke besluitvorming hangt sterk af van het aantal gebruikers. In Nederland gaat het aantal de 700.000 nauwelijks te boven en lijkt het te stabiliseren. De groei van Internet vertraagt. Dit belet Bullinga niet om door te stoten naar zijn elektronische versie van het referendum, dat 'representativiteitsclaims kan toetsen en zo de democratie versterkt'. Het tegendeel is het geval. Het gevaar dreigt dat het testen van representativiteit, door voortdurend wisselende meerderheden, uiteindelijk de legitimiteit van het bestuur en politiek zelf ondergraaft. Bullinga zegt het zelf al: ,,welke kant het opgaat weten we niet''. Geen Betuwelijn, maar wel de TGV

door het Groene Hart, en de uitbreiding van Schiphol in het IJmeer. De politiek wordt een ongeleid projectiel, dat zigzaggend door de tegengestelde uitslagen van de verschillende elektronische referenda zijn weg in het niets vervolgt. In plaats van een herleving van de Atheense democratie, zoals de Amerikaanse vice-president Al Gore de politieke zegeningen van de informatiesnelweg omschreef, lopen we het gevaar van instabiliteit en chaos. In het oude Athene kwamen op een gegeven moment 'de dertig tirannen' aan de macht. Voor dergelijke elektronische krijgsheren moeten we ons wapenen door zorgvuldig met de besluitvorming om te gaan en vernieuwing middels moderne technologie goed te begeleiden.

Drs. Peter Verwey is docent aan de School voor Journalistiek te Utrecht

NRC Webpagina's
8 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)