U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    E C O N O M I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s


Association for the Monetary Union of Europe


EMU-deelname wordt begin mei '98 beslist

Door een onzer redacteuren
NOORDWIJK, 7 APRIL. Begin mei volgend jaar zal de beslissing vallen welke landen wel en welke niet deel mogen uitmaken van de eerste groep van EU-lidstaten die beginnen met de Economische en Monetaire Unie (EMU). Dit blijkt uit de tijdsplanning die de ministers van financiën en de centrale-bankpresidenten hebben de Economische en Monetaire Unie dit weekeinde in Noordwijk overeen zijn gekomen.

Daarmee valt het besluit, en de behandeling daarvan in de nationale parlementen, kort na de Franse parlementsverkiezingen, en kort vóór de Nederlandse parlementsverkiezingen. Deelnemers aan de muntunie moeten over 1997 hebben voldaan aan een vijftal financiële criteria. De belangrijkste daarvan zijn een staatsschuld die niet hoger is dan 60 procent van het bruto binnenlands produkt (bbp) en een begrotingstekort dat niet hoger is dan 3 procent van het bbp.

De EU-lidstaten dienen eind februari de gegevens over 1997 in, waarna het Europese Monetaire Instituut (de voorloper van de Europese Centrale Bank) en de Europese Commissie de cijfers bestuderen en eind maart met hun conclusies komen. Vervolgens worden de gegevens voorgelegd aan het Europees Parlement en, waar dat is afgesproken, de nationale parlementen.

Tegen die tijd is het eind april. In één weekeinde zullen de ministers van financiën hun uiteindelijke advies over welke landen mee mogen doen geven aan de raad van staatshoofden en regeringsleiders, die vervolgens het besluit over deelname neemt. Minister Zalm wilde geen datum noemen, in verband met een afstemming met het Europese Parlement. De bijeenkomst valt volgens bronnen waarschijnlijk in het lange weekeinde van 1, 2 en 3 mei. Vrijdag 1 mei is in veel landen een vrije dag. De ministers van financiën legden in Noordwijk de laatste hand aan het zogenoemde 'stabiliteitspact' dat landen die deel uitmaken van de muntunie met elkaar aangaan. In de pact verplichten zij zich om hun begrotingstekort te allen tijde onder drie procent van het bruto binnenlands produkt te houden, en daarmee de stabiliteit van de gemeenschappelijke munt, de euro, niet te ondergraven. De bewindslieden kwamen een boetesysteem overeen voor landen die de tekortnorm wel overschrijden. Als een muntunieland een begrotingstekort heeft dat hoger is dan 3 procent, dan is het verplicht een renteloos deposito te storten van 0,2 procent van het bruto binnenlands produkt. Voor elke procent die de norm voor het begrotingstekort is overschreden, komt daar nog eens een deposito van 0,1 procent van het bbp bij. Als het begrotingstekort tekort na twee jaar niet ongedaan is gemaakt, dan vervalt het deposito tot een boete. Wanneer ook in volgende jaren het tekort te hoog blijft, blijft het systeem van kracht, zij het dat alleen 0,1 procent per procentpunt tekortoverschrijding hoeft te worden afgedragen. Het maximum-deposito, en dus ook de maximum-boete, is elk jaar 0,5 procent van het bbp. ,,De sancties zijn als de huwelijkse voorwaarden,'' zei voorzitter J. Santer van de Europese Commissie, ,,Je hebt ze hopelijk nooit nodig.'' Politieke, maar nog geen letterlijke overeenstemming werd in Noordwijk bereikt over de bestemming van het boetegeld - aanvankelijk de rente over het renteloze deposito en uiteindelijk de boete. Volgens minister Zalm is afgesproken dat dit geld de muntunie-landen ten goede komt die zich wel aan hun begrotingsnorm hebben gehouden.

Het Duitse ministerie van Financiën ontkende vanmorgen met klem berichten in de Britse pers dat de Duitse minister van financiën Waigel in de wandelgangen in Noordwijk zou hebben gezegd soepeler te willen omgaan met de norm van een begrotingstekort van maximaal drie procent voor toetreding tot de EMU. Waigel zou een grapje hebben gemaakt, dat verkeerd is overgekomen. Ook W. Duisenberg, vanaf 1 juli de opvolger van A. Lamfalussy bij het Europese Monetaire Instituut, zei vanmorgen dat hij zich een soepeler opstelling van Waigel niet kon voorstellen.

In Noordwijk is ook gepraat over begrotingsdiscipline van de Europese Unie zelf. Duitsland en Nederland hebben er op aangedrongen dat de Europese begroting minder snel groeit dan de Europese economie. Door onder het uitgavenplafond van 1,27 procent van het Europese bbp te blijven kan Brussel een buffer opbouwen, die vervolgens kan worden aangewend als er nieuwe landen tot de Europese Unie toetreden.

NRC Webpagina's
7 APRIL 1997



Het enige horloge waarmee u

seconden voorloopt.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)