R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
T V V O O R A F :
Onderdrukte angsten in een Zuidafrikaans dorp
Door DIRK VLASBLOM
Het verhaal speelt zich af in Carolina, een conservatieve dorpsgemeenschap 100 kilometer ten noordwesten van Johannesburg. Op 28 april 1995 wordt het plaatsje opgeschrikt door een moordpartij. Laat in de avond hoort de zwarte knecht van boer Fanie Davel diens vrouw roepen: ,,Ze gaan ons verkrachten''. Hij waarschuwt de politie. Die arriveert in auto's met zwaailicht. De knecht hoort schoten. De volgende morgen blijkt wat zich heeft afgespeeld. Davel, zijn vrouw en dochter zijn dood, evenals drie zwarte politiemannen. Het zevende slachtoffer wordt buiten het huis gevonden: de 25-jarige Manie van Aardt, openbaar aanklager van Carolina. Iedereen - van politiekapitein Wouter de Vos, die het onderzoek leidt, tot Davels knecht - denkt aan een terroristische aanslag vanuit de zwarte gemeenschap. Maar het onderzoek wijst anders uit: alle schoten zijn afgevuurd met het pistool van Manie van Aardt. De agent Lennevelder, die zwaar gewond raakte, zag hem schieten op de politie. De alom geachte, veelbelovende jurist, rugbyspeler en psalmenzanger Van Aardt verkrachtte en vermoordde een blank gezin. De zwarte knecht: ,,Ik had nooit gedacht dat blanken tot zoiets in staat waren''. De Afrikaander filmer Tjaart Theron, die zijn jeugd doorbracht in een vergelijkbaar dorp, dat leefde van de huisnijverheid in leren bijbelomslagen, ontleedt het drama van Carolina. Hij ,,huivert van herkenning''. In gesprekken met Wouter de Vos, jeugdvrienden van Fanie en Manie en de uit Carolina afkomstige pop-producent Dirk Uys, tekent zich een beklemmend beeld af van een godvrezende gemeenschap vol onderdrukte angst- en lustgevoelens. Therons conclusie: het Zuid-Afrika van de apartheid was door en door ziek en terroriseerde ook de zielen van de zich superieur wanende blanken. Het verzet tegen dit systeem, waarin iedere dissonant werd doodgedrukt en alle kwaad werd verzwegen, kwam ook van binnenuit. Van jonge Afrikaanders, zoals Theron en Uys, die niet langer konden leven met de leugen. Diogenes, VPRO, zondag 6 april, Ned.3, 20.51u. R A D I O V O O R A F : Flash-backs, flash-forwards, poëzie en drama
Door KESTER FRERIKS
Eenzelfde houding ten overstaan van het verleden heeft schrijver Arthur Japin. Met zijn hoorspel De zwarte met het witte hart, dat later dit jaar bij De Arbeiderspers als boek zal verschijnen, analyseert en evoceert hij een historische gebeurtenis uit de vorige eeuw. In dit driedelige radio-verhaal gaat hij uit van het jaar 1837 toen Nederland, Ghana en Nederlands-Indië door toeval met elkaar werden betrokken. Allereerst Ghana en Nederland: in 1837 komen twee prinselijke Ghanese neefjes op tienjarige leeftijd in Delft aan. Zij waren slaven, vormden onderdeel van een handelstransactie. Aquasi, zoon van de machtige Asanthene der Ashanti (nu Ghana), en Kwame werden toevertrouwd aan de Nederlandse staat en kwamen in de hoogste kringen terecht, zoals in die van de Oranjes waarin erfprinses Sophie en kroonprins Willem III figureerden. In het hoorspel blikt Aquasi terug op zijn leven, dat zich voor een groot deel op Java afspeelt. Hij leefde daar vereenzaamd, want noch de Hollandse noch de Javaanse gemeenschap wilde hem accepteren. Neef Kwame weigert zich te assimileren, hij keert terug naar Afrika waar hij zelfmoord pleegt. Het is ondoenlijk het hoorspelverhaal na te vertellen. Er gebeurt veel, er zijn flash-backs en flash-forwards, er is poëzie en drama. De rode draad vormt in elk geval hoe de twee tienjarige kinderen van slaven zich ontwikkelden in een aanvankelijk vijandige, Nederlandse samenleving tot geaccepteerde jongelingen. Maar op dat moment breekt het bewustzijn in hen aan om terug te willen naar vroeger, naar hun eigen verleden en niet langer onderdeel te moeten uitmaken van een vreemde cultuur. De Javaanse wereld met zijn toeans en bedienden, met zijn lijfstraffen en door de Nederlanders afgedwongen nederigheid van de Javaan, komt sterk tot uiting. In de regie van Sylvia Liefrinck klinkt achter de gesprekken veel sfeer door; krekels, dansmuziek. Een grote cast van acteurs met de juiste, soms iets te aangezette dictie roept die verre tijd weer op. De Ghanese scènes zijn, al luisterend, moeilijker voor te stellen. Eigenlijk zou de luisteraar ook hierbij de beelden moeten hebben die, dank zij talloze fotoboeken en films, van Nederlands-Indië zo onuitwisbaar in onze herinnering liggen opgeslagen. Kern van Japins thematiek is dat rassenonderscheid door kleurverschil zinloos en ook triest is; een vrouw zingzegt een mooie tekst: ,,Wie we ook zijn, een soort mensen, een soort bloed. We maken zelf de schakels die ons met anderen verbinden.'' De zwarte met het witte hart. TROS, Radio 4, zondag 6 april, 17.58u. Vervolg op 13/4 en 20/4.
|
NRC Webpagina's
5 EN 6 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |