O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Missie in Albanië
Het probleem is dat de vredesmacht onder Italiaans bevel komt en dat het grootste contingent uit Italianen zal bestaan. De lijst van landen die troepen hebben toegezegd, toont vooral regionale betrokkenheid. Frankrijk is het enige permanente lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat deelneemt, verder gaat het om mogendheden van de tweede en derde grootte. De verzameling die de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa tot dusver bijeen heeft gebracht, maakt nog geen overtuigende indruk. Een vaste kern, zoals Britten en Fransen die in Bosnië vormden, ontbreekt. En zelfs in Bosnië bleken de samenbindende krachten jarenlang onvoldoende om de orde te herstellen. DE RESOLUTIE van de Veiligheidsraad waarin het mandaat voor de expeditie is omschreven, is een toonbeeld van vaagheid en dubbelzinnigheid. Het gaat in eerste instantie om een tijdelijke en beperkte multinationale beschermingsmacht die een veilige en snelle humanitaire bijstand moet bevorderen en missies van internationale hulporganisaties dient te beveiligen. De onderneming moet neutraal en onpartijdig worden uitgevoerd. Maar tegelijkertijd opereren de vredessoldaten onder Hoofdstuk VII van het VN-Handvest - waarin ter verzekering van de regionale vrede en veiligheid wapengebruik wordt toegestaan. De omstandigheden waaronder de vredestaak moet worden uitgevoerd, zijn hoogst onduidelijk. De autoriteiten en de volksvertegenwoordiging in Tirana hebben, ondanks het debacle op volle zee, met de komst van de internationale strijdmacht ingestemd. Maar de invloed van dit gezelschap reikt niet veel verder dan de hoofdstad Tirana. De problemen met de bevoorrading doen zich vooral voor in het zuiden. De groepjes die daar de macht hebben gegrepen, lijken niet van zins die weer snel af te staan, niet aan Tirana en niet aan vreemde soldaten. Het is dan ook de vraag hoe lang de troepen in een neutrale houding zullen kunnen volharden. HET NEDERLANDSE kabinet studeert momenteel op een eventuele deelname. Den Haag toont traditioneel bereidheid om aan de handhaving van het volkenrecht in de wereld een bijdrage te leveren. Maar sinds Srebrenica zijn daar andere overwegingen bijgekomen. Toen de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, Nederland vorige maand vroeg om een contingent voor Zaïre, stelde minister Voorhoeve (Defensie) een paar voorwaarden. De uit te zenden troepenmacht moest een duidelijk mandaat hebben, onder leiding staan van een groot land en voldoende sterk bewapend zijn om zichzelf en de vluchtelingen aldaar te kunnen beschermen. In Albanië lijkt dat laatste te moeten gaan gelden voor de plaatselijke bevolking voorzover die zich aan de multinationale zorg toevertrouwt. Voor alle duidelijkheid gaf de bewindsman aan welke landen voor hem als leider in aanmerking kwamen: de Verenigde Staten, Groot-Brittannië of Frankrijk. De expeditie naar Albanië voldoet niet aan Voorhoeves tweede voorwaarde. Over de eerste en de derde rijzen reële vragen. De wil is in Den Haag in aanleg aanwezig, maar er is alle reden de modaliteiten waaronder de expeditie gaat plaatshebben aan een diepgaand onderzoek te onderwerpen. Op een tweede Srebrenica zit niemand te wachten.
|
NRC Webpagina's
2 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |