U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Internet geeft democratie nieuwe impuls

Door MARCEL BULLINGA
Het correctieve, bindende referendum over IJburg betekende dat de vertegenwoordigende democratie eventjes plaatsmaakte voor directe democratie: de burger beslist. Nadeel was dat het in een veel te laat stadium van de besluitvorming kwam, wat het referendum bestuurlijk gesproken een onding maakte.

De consultatie die zal plaatsvinden over Schiphol is dan wel niet bindend, maar betrekt de burger wel aanzienlijk vroeger bij het onderwerp. Zo boor je een creatief potentieel aan in plaats van dat je het verzet organiseert. Beide vormen van interactie tussen overheid en burger kunnen natuurlijk ook via Internet worden ondernomen. Dat heeft het voordeel van één plek waar alle relevante informatie beschikbaar is, van zowel voor- als tegenstanders, niet alleen tekstueel maar ook visueel, en waar ook debatten en opiniepeilingen gehouden kunnen worden.

Internet is een prima medium voor het boven water halen van ongedachte belangen, nieuwe argumenten, voor grotere snelheid van debat en reactie, en om in direct contact te komen met burgers in plaats van louter via hun zaakwaarnemers. Een groter bereik wordt belemmerd door het geringe aantal aangeslotenen, zo'n 750.000 Nederlanders. Daarom is het beeldscherm nu hooguit een aanvullend medium naast papier en rokerige zaaltjes.

Maar wat als 90 procent van de bevolking een Internetaansluiting heeft,even vanzelfsprekend en even gemakkelijk te bedienen als telefoon en tv? Alser een bruikbare kennisinfrastructuur ligt met een massaal toegankelijknetwerk, een heel scala aan waardevolle netwerk-diensten, en grootgebruiksgemak? Dat is een kwestie van tijd. Het papier en de (hopelijk wat minder) rokerige binnenzaaltjes zullen ook dan nog steeds nodig zijn,namelijk om die eeuwige 10 procent te bedienen, maar Internet zal dan niet langer het aanvullende medium zijn maar het hoofdmedium, fungerend als brandpunt van discussie en stemming.

Met zo'n kennisinfrastructuur kan de meerderheid van de bevolking niet alleen individueel makkelijk bereikt worden, maar kan die individuele burger ook makkelijk terugpraten. Of dat nu een bijdrage aan een debat is, een bestelling, de aankoop van een dienst of het verzenden een stem, dat maakt niet uit.

Door de interactiviteit en de relatief geringe kosten zullen teledemocratische debatten (ingebed in de besluitvorming) gemeengoed worden. Het Internet zal gaan fungeren als Bommeliaanse draagvlakmachine. Bommeliaans, omdat het ding niet altijd doet wat je hoopt. Als digitaal bestuurder moet je leren leven met onvoorspelbaarheid. Meer aandacht leren besteden aan het beleidsproces dan aan het eindresultaat.

Wanneer draagvlak makkelijk toetsbaar wordt, zal vanzelf bij steeds meer mensen en op steeds meer onderwerpen de vraag opduiken: wie vertegenwoordigt mij, op welk punt, en waarom, en voor hoe lang eigenlijk? Wanneer wil ik nogklassiek vertegenwoordigd worden en wanneer wil ik het zelf zeggen?

In een digitale samenleving zal het concept van representativiteit voortbestaan, maar de vorm zal sterk veranderen. Het zal tijdelijker van aard zijn en behartigd worden door wisselende organisaties. Wie vertegenwoordiging claimt, zal dat steeds vaker moeten waarmaken. Dat is een trend die analoog al bespeurbaar is, maar digitaal gigantische proporties zal aannemen. Mentaal kunnen we ons daar nu maar beter alvast op instellen.

Dat Natuurmonumenten tegen de bouw van IJburg is, wil niet per se zeggen dat alle leden dat ook zijn. Die hebben door middel van hun lidmaatschap een mandaat van algemene aard afgegeven, maar zullen het niet altijd op concretepunten met hun vertegenwoordiger eens zijn. In een digitale samenleving kan Natuurmonumenten haar draagvlak op dat ene concrete punt meten.

De claim van Natuurmonumenten, maar ook van de gemeente Amsterdam ('wij vertegenwoordigen al onze burgers c.q. al onze leden, op alle onderwerpen die wij in wensen te brengen) kan in een digitale samenleving worden getoetst op een manier die analoog te veel tijd en geld zouden kosten. Zo zou Natuurmonumenten een ijzersterk kwantitatief argument in handen kunnen krijgen in de onderhandelingen met de gemeente - of juist niet. En als een organisatie de toetsing niet wil uitvoeren, dan doet de tegenstander het gewoon - zonder dat er adressenlijsten worden verkocht of weggegeven. De gemeente roept dan zelf de leden van Natuurmonumenten op die draagvlakpeiling in te vullen, met het digitale ledenbewijs van Natuurmonumenten als check.

Redactionele onafhankelijkheid is hierbij overigens een factor van enorm belang. Wie geloofwaardig wil zijn, besteedt de formulering van de vraag en de debatbegeleiding uit. Digitale identiteitsbewijzen (paspoort, lidmaatschapskaart) zullen een grote rol spelen. Die zullen ontstaan uit de betaalkaarten van de banken en de ledenpassen van allerlei verenigingen en bedrijven, die meer en meer intelligentie ingebouwd zullen krijgen. In sommige gemeenten in Nederland wordt op experimentele basis al gewerkt met zogeheten burger- identificatiekaarten.

Ik voorzie dat dit soort passen gekoppeld gaat worden aan Internet. Nu al loopt er een proef waarmee klanten kunnen betalen via Internet door hun bankkaart in een aparte lezer te stoppen, een tamelijk goedkoop apparaat dat is gekoppeld aan hun PC . Welnu, stop in plaats van je Chipknip of Chipper je digitale ledenpas of je paspoort in de lezer en ga vervolgens naar een Web-site waar gepeild of gestemd of gedebatteerd wordt. De pas geeft je rechtsgeldige toegang (als een gemeente haar burgers wil consulteren over een kwestie, dan wil ze er wel zeker van zijn dat alleen die mensen stemmen die ook daadwerkelijk inwoner zijn van de gemeente, of dat ze meerderjarig zijn).

Evenzo moet Natuurmonumenten er zeker van zijn dat het inderdaad haar leden zijn wier mening ze peilt. Dit alles hoeft, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, géén privacy-dreiging op te leveren. Digitaal kan je deindividuele privacy beschermen en toch meer te weten komen over groepenburgers. Bouw in het paspoort of ledenpas naast de identiteit (wie ben ik) een aparte pseudo-identiteit in (tot wat voor groep behoor ik, waar heb ik recht op, waar ben ik lid van). Zo kan gecheckt worden dat ik wel het recht heb om mee te doen aan een stemming of een debat, maar is niet te achterhalen wat ik stem. Het aloude principe van het verkiezingshokje.

Teledemocratisch ontstaan nieuwe instrumenten voor de in een democratie zobroodnodige controle en openbaarheid. Als belangrijke, meestal controversiële, vertegenwoordigende claims, of ze nu politiek, maatschappelijk of commercieel van aard zijn, steeds vaker op de proef zullen worden gesteld, zoals ik vermoed, dan kan dat een aardverschuiving betekenen in de machtsverhoudingen tussen burgers, overheden en maatschappelijke organisaties. Welke kant op, dat weten we niet. Maar dat is nou juist het aardige.

Marcel Bullinga is Internet beleidsadviseur.

NRC Webpagina's
2 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)